Categorie

Zoek in ons tijdschrift

Zwolse Historisch Tijdschrift 2004, Aflevering 2

Door 2004, Aflevering 2, Afleveringen, Jaartal, Overig, Zoek in ons tijdschrift

■ ■■■
Holtenbroek forever
11 11-
54 | jrg. 21 – nr. 2 zwols historisch tijdschrift
11 nn ‘ t Bo t mavan
Hulten n
\ im Huij man
■ ■■■
Groeten uit Zwolle
Gezicht op Holtcnbrock, a. 1965
iet vcrz nden
D c r t paal v or de uitbr iding van Zwolle aan
rdzijd van d A2 ging op 17 eptemb r
19- de grond in. Deze nieuwbouwwijk, Holten broek,
had in de ·aren z tig grote aan trckkingskra
ht. Men\ oonde er graag.
De foto i medio jaren ,c tig gemaakt van,1f
het Zwart ater. Link zijn achter de dijk lang
de Klooicnberglaan vier natgebouwcn te zien aan
de Ba hlaan, die dan nog maar kort geleden zijn
pg I v rd. R ht p de foto staa t d Terbor he
t , n t r nnat aan d Händ ellaan met é n- en
t\ ekamerflat die bed eld waren voor ‘bcmidd
lde’ e htparen zonder kinderen n alleen taan de
hoogopgeleiden, die men tegem o rdig up-
( ol/ectie 1-1 ) pen zou n emen. Be\ oncr. van de Terb r h- este
\ o nden du letterlijk en figuurlijk p ·tand. l 11
en ad ertentie in d Z1Volse 011m11t van m i 1964
w rd de flat aa ngeprezen al raai gelegen met een
‘riant uitzi ht op het IJ 1-2′ arte \ ater land.
hap. Ko 111 anaf f 2 .oo ,- . B n di~d aan
eigen geld vanaf f 01 ,-.’ iter t re ht zï n nog
net twee bom n te zien die bij kindcrb erderij e
Klooienberg horen. De foto geeft een mooi beeld
van een j nge \ ijk, die archite toni he hoon heid
en netheid uitstraalt.
De nieuwbouw, ijk wa r nd 1970 v lrooid. Er
w onden toen ir a 14.000 men en. De\ ijk bleek
e hter t rk tijd , honden ‘ 11 er uderde en erpauperde
in d dertig ·aar daarna ziender g n.
ï nd jar n negentig werd be lot neen deel van d
wijk, Holtenbroek 1, te lopen en opnieuw rm
te geven, een pro es dat in ap ril van dit ·aa r een
eerste mijlpaal bereikte met de officiële ingebruikname
van de hernieuwde wijk. Lee. meer ver
H ltenbroek op de pagina •~ 56, 66 en 74.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 21 – nr. 2 | 55
11 Redactioneel
In de herf t an het ·aar 1r8 peelde zich op de
dan nog pen zand lakt waar nu de wijk I oltenbr
ek ligt een welha, t urr ali ti ch tafereel af.
en enorme r od m t wit ge tipte padde toe!
kwam aan de ka el an e n dragline naar beneden.
it de buik and zwam kwamen een elfje en
e n kabouter. Het elfje overhandigd aan mini ter
H.B.J. \ it t van Weder pbolll en olk hu i ve –
ting een p, kje en een haar. De aard.e woorden
die zij daar ij uit prak erbrak n d b tovering:
‘ 1 tublieft meneer … en mag ik nu e n pla.je
d n? H t aanwezige publiek chat rde. Het
b trof h l laan van de eer te paal voor de wijk
Holtenbr ek. Blïkbaar had d vijfjarige Liesbeth
van \ oerden al elfie net i I t lang in de padde-
10 1 m eten I achten.
laar h 1 1 a dan ook niet nik : Zwolle mo 1
elangr” · eikern va 1
kei tu 1, 1 r r w rd al
roken to 111 – wolle met
r dan in e ide ën I aren
gel gd uctuurplan 195 dat tijden het
ezoek v, n de mi ni Ier werd gepre ente rd. Het
vormde e n v rdere invull ing van het uitbr iding
pi n van an Embden dat in 1956 al wa aank
taat in dit nummer centraal. D
in teek daarv or i uitermate a tueel. D grondige
anering di d I ïk momenteel ondergaat geeft
aanleiding tot b spiegelingen ver het ont taan,
wat er van de or pronkel ijke bedoelingen van de
bed nk r en plan ner i gew rden, en waarom
n g geen halve eelll na het laan van de eer te
paal gedecl telïke loop en nieuwbouw al enige
opl ing or d problemen van de wijk naar
b ven zijn gek m n.
Inhoud
Groeten uit Zwolle
Annèt Boot ma- van Hul ten
en Wim Huij man
Arcadfa van Zwolle \, im Huïsman
Het ‘ Pel ( t)erpoortje’ of Stien Eel ingh
op vrijer voeten Jeanine tlen
Holtenbroek in revisie Dirk Baal man
Holtenbroek forever Jan Roncken
Recent ver chenen
Marieke haap- t egman
Boekbe prekingen
Mededelingen
Auteur
■ ■■■
54
57
66
74
79
80
85
6
0111s/ng: Holtenbroek I vn11nf rle Terborch -vestc j111
gezien i11 oostelijke richting. Op rle voorgro11rl rle
Tmpjes1vo11i11ge11. Zie ook rle nfbeelrli11g op pngi11n
73 e11 rle plnttegro11de11 op de pngi11n’ 76 e1178.
( ollectie Het verstic/11)
11-
56 | jrg. 21 – nr. 2 zwols historisch tijdschrift
11 \ im Huij man
Arcadia van Zwolle
In de ·aren ze tig van de twintig te eeuw verree
in de weilanden ten noorden van de “nelw g
de nieuwbouwwijk Holtenbr ek. en eeu, enoude
naam – de eer t bekende vermelding dateert
uit 1342 – gekoppeld aan een m derne w onomgeving.
H c 111 i H ltenbroek ruim een eeu1 v or
dc1,e trnn ~ rm tie I a , alt t I z n in n g di ht
van rneli )an en ( trecht 17 6-Z1 olie 1869)
uit t 49. Hierin 0111 hr · f hij dez lo ati al h t
‘Zw I ch r adia’ een uurt van on huid en rede,
een pa rad ij elijk oord. n Jan en, ambtenaar
bï het kada ter en bij provinciale I ater taat, kon
het weten. \ ant hij I nde aan d rand van
z, lle aan de H ltenbro k rweg, die de tijd
d orliep I t aan d Klooienberg. Het gedi ht
b gint al volgt:
og cc11 loatstc rest ‘Zwolsc/1 Arkarfin’ i11 n11g11st11s 1965: ki11rfere11 op rle Holtcrdijk
111ct de eerste bcwo11er va11 rle op de nchtergro11rl gelege11 kinderboerderij
De Klooienberg. (Foto H1;1111ekc, co/Ie tie H )
■ ■■■
·o. IIIÏ)II Arkmli ,! o, l11•111dsc/1c ,,,,,,/s,/ouwrn!
frr welk ee11 1,1,_, gemord ,i111g ,k 11w oord 1111md1oww11.
Hi’t cffe11 gmen tapiit, dut luerde vdde11 c,m,
Alw,wr ‘1 g,1:zo1uh- ,·cc. ,·nu ~1111c wdlust :w,crt,
Of msrig 11e1krlig1, cJ111 ûch 11ir1 Il’ l>rrr<1<1,iwf,r, 1-frr i11geslik1e grns. gcrn.;r wur r,· l1crka111m•e11. De rier /oopr loeii,•111J 1,oorr, spri11g101·a sloor rn ,/nm, H,·1 wollig. c/uwp1,· wL·ic/1, 11,u,sr l1t·1 ,111.c/111/clig lam. Ik z,e /roe '1 moedig ro., \'/111 ktir en plo,·g 0111/rcvru, äc/1 wem '/end i11 l1c1 gm.<. zip, 1nj/1cid bor ko1111 g,"1·~11; Of i11 ee11 /u·r galop, re111 u111rn "111!.kcr ""· Die dt1 r1 '/e11tl brit>st i11 ‘r r,mcl. O! 1111111 Arfoc/111!
\ \’elk /1cerlijk .dwo11 wr r/1n•11•,•r100111 z,d, ~·,,or 1111111 ,wge11!
Ik beu op d11 gez1d11, gchul als opg,w,gr11.
De Zw11rtr \ Vat ers srroom kro1111 boog,gcll’IJS 011111111 /re,•,,,
E11 vloeit 1’1111 Zwolle <1[ lang, H,melt 111111rl1,,11c,·11 ·. Ook aan bo rdcrij KI ienbcrg, rond 1560 al in ar hi fstukk n g n cmd,, ïdt di htcr Jan - en nkel regel . Hij zegt daarvan dat het hui z r ho n' geleg n i· 'op den dijk, d r weideland mringt.' Het uitzi hl op het Zwarte Water i er ' ... heerlijk. H e zalig i het hier te leven al een b r.' T en n g I el, maar m t uit.wndering van bo r Middag an d utl k \ eg zi·n ann 20 4 alle agrariër uit Hol tenbrock ertr kk.en. e rond 1960 modern v r111gcgevc11 wijk heeft de tand de tijd niet weer la, n en wordt nu geren veerd. In verband met crpaupering en andere ei en aan het wonen i men in 2002 beg nnen met d I op van gedeelten v, n ltenbrock. n ok al i het 'cfen gr en tapijt' uit de, ijk verdwenen, het i te h pen at na de her tru turering ude n nieuwe bei oner h ï Ie en en w nen in H lten broek even gelukkig en 'zalig' zullen ervaren al Jan en in zijn 'Z1 ol h rkadia' heeft be !neven. In dat geva l i d crnieu, ing van l lolten broek zeker ge laagd! 11- zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 2 | 57 11 ■ ■■■ Het 'Pels( t)er Poortje' of Stien Eelsingh op vrijersvoeten In dit artikel wordt vooral aanda hr be t d aan de herkom tge hiedeni van een re ente aanwin l van het l li l ri h entrum verij - el die li hl werpt op een t t nu nbekend gebleven a pc t van het lev n van tien el ingh in haar Zw I e tijd. Aam in 1 en an de eer te aanwin ten van het Hist ri h entrum verij el in 2004 betreft de aankoop van een grafi h werk door tien Eel ingh (1903- 1964 ). Het i een ongedat rde !in nede, getiteld 'P I ter P ortjc' en re ht nder in p tl d ge igne rd' tien el ingh'. In 2003 organi eerde het led lijk Mu eum Zwolle, t r gelegenheid van tien Eel ingh honderdste geboortedag Of I ept mber een tent ont lling met haar werk, waar vooral haar childerijen en w rken p papier werd n gel ond. D r d publicatie van een b ek m l n inventari atie van haar t en bek nde \ erk in 199 en de t·ent n I lling in 2003 zijn de belang t lling v r het werk van ti n E I ingh en, daarmee amenhang nd, d prijzen in de kun thand I enorm ge tegen. Het Hi t ri h entrum vcrï I i daarom bijzonder verheugd dat het een pr 111 h ft kunnen verwerv n die behalve d umcntair k arti tiek waard heeft 11 een aanwin t i oor de p g h-H ri he Atla Zwolle, de b eldverzam di hiedeni van Zwolle in b ldb . De voor I lling De afbeelding telt het Pel erpoortje voor, door tien Eel ingh - abu i elïk?- het 'P I ter Poortje' g no md. c afmeting an de afbeelding i 25 x 15,5 m. e taan al h t I ar v r het Pel erp rtjc p de ·mall ka aan de Thorbe kegra ht en kijken d or d p rt in de Drietrommeltj - te g p hel uithangbord van I gement De riend hap an Ja b de ric p nummer 14. In de p rt taal e n handk. r geparkeerd. an de muur recht hangt een dr ogr k. erder zien we een lantaarn die re hl be tigd i aan het tegen d P I ertoren aan 1ebouwde muurhui je \ atertraat 95. en lin nede, of linoleum n de, is een hoogdrukt hnick. Het i een a druk, gemaakt van n tuk lin I um waarin de delen di wit mo t n bl ij en met een gut zijn wegge token. Lin I um i g edk per n g makk lijker te bew rk n dan h ut, maar br kkclt n Ia . Van de lino nede 'Pel ter Po rtje' i n g een afdruk bek nd in een parti ulicrc collectie. Jea nin tt n Het 'Pelster Poortje' door tien Eelsingh (1903-1964 ), en. 1927- 1932. Lino ·11ede, af111eti11g afbeelding r x 1-, - cm. ( ollectie H ) 11- 58 | jrg. 21 - nr. 2 zwols historisch tijdschrift 11 Het Pelserpoortje, IIOl'embcr 1936. ll/11s/m tie uit 'Eigen Erf, nol'ember 1936. ( olie - tie H 0 ) Dezelfde voor telling van het doorkij · rtje in d Dri mmeltje ft ngh in een and technie v rd. dt zich evenee1 een par iere 1- ndere topografi che afbeeldingen van Zwolle do r tien Eel ingh Beh,. lve an het Pel rpo rtj h eft tien ·el ingh eind jaren twi ntig, begin jaren dertig in Z\ lle o k n lin nede gemaakt van de hui je rn t een o er tck a n h t begin van d \'\1ater traa t. Daar- ■ ■■■ naa t zijn r an haar tekeningen an Zwolle uit die tijd bekend an Het Kr mmc Jak, d Lauwerman gang de Buitenkant en het g b uw van d uitgeverij Tjeenk \ illink aan de ~lelkmarkL. De t kening van de Buit nkant b vindt zi h ind 1998 in d oll cti van h t r delijk Mu urn Zw lle, de o erige teken ing n b vinden ~i h in parti uliere collectie , ver preid ver het hele land. 1 Het Pel erpoortje Het Pel erpo rtje i een po rtje in de middeleeuw e • tad muur naa t de vijftiende-eeuw e rnuurtoren de Pel.ert ren, d, t t egang g eft t t de mall kade aan de zuidzijde van de Thorbe kegra ht. De openi ng in de tad muur i o it gemaakt ten gerieve van d b ntwerker (de z genaamde pel er ), die hun huiden en vellen daar in de gracht wa ten en op de kade tu en de gracht en d muur te dr gen legden. an de Pel ertoren \ a in de jaren dat tien Eel ingh de prent maakte niet veel te zien, omdat deze geheel aan het g nttrokken wa d r allerlei aanb uw cl . Een fot Het Pelserpoortje door ././. chaepmnn, ca. 192 . ( ollectie H 0 ) 11- zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 2 | 59 11 uit Eigen Erf uit november 1936, gen m n vanuit h tzelfd landpunt, laat d zelfde ituatie on erand rd zi n, alleen de handkar ntbreekt. en tod r .J.J. haepman in 192 , g nomen vanuit de Drietrommelt"e teeg hoek \ ater traat in de ri hting van de Th rbeck gracht, t nt de p rt vanuit de tad zijd , met het droogrek en de handkar. Bij de anering en r n va tie van de noordelijk binnen t d n H t Eiland in het derde kwart van k de middeleeU\ e ad muur aangebom de pakhuizen n woningen. Bij de re tauratie an de tad muur in de t\ ed helft van de ·aren zev ntig kreeg de Pelen r n n ~ r e fa elift met een extra erdieping m t kantelen en een torentj met helmdak. Het twintig t -e u, e met elw rk v rto nt een gr t on tra I met de d rle fde tenen daaronder. Het extra torentje heeft oor pr nkelijk no it op d Pel ertoren gezeten. De inspiratie v or deze metamorfo e kwam an d ijndrager t r n p de tad platt gr nd d r Joan Blaeu uit 1649, waar p en dergelijk uitkijkt rentje wel i afgebeeld. In de Pel ertoren i nu een makelaar kant or ge estigd. ok het d orkijkj do r het Pel erp onj i niet m er hetzelfd ind de tad an ringt, eede helft v rige e uw en de nieuwbouw van 2000 naar ont' erp van atalini. In plaats van in d Drietromm ltje teeg kijkt m n nu an uit het Pel erp rtj in de ingang van park rgarag Q-Park Eiland, nd r Het iland. ni va n de prent De herk m tg hi deni van de pr nt biedt veel informatie ov r een nbekend gebleven a pe t van het leven van ti n Eel ingh in haar b gintijd al kun tenare in Zw lle. Het ' Pel t r P rtje' hing vijftig jaar lang in de i laurit in de woonkam r, later in de laapk het e htpaar F kko ic laa tr in januari 1903-Zwoll 1 eptember 1983), a i tent-a ountant, en Lientje Cornelia Anna Heerma van o (Roo endaal 11 maan 1906-ZI oll 21 de emb r 19 6). Zij hadden het ' P I ter P rtj ' ad au gekregen van ti n Eelingh, in de peri d tu en hun verl ing in 1929 en hun huwelijk op 13 ptember 1933. In hun ■ ■■■ woning aan de Maurit. traat hing teven een pendant van h t 'Pel ter P ortje', een lino n d van de '\ at r traat'. Op december 19 - werd d hter Pauline geb ren en p n februari 1939 zo n Johan Thoma . Pauline tr ink er de na h toverlijden van haar moeder het 'Pel ter Poortj ', haar broer de '\ ater traat'. Dit w rk\ a ale rder geen familieb zit meer. H t 'Pel ter Poortje' i te zi 11 p n interieurfoto van de \ nkamer Maurit traat 12 ind jaren dertig, aan de re ht rzijd hangt een uitv rgr te ~ t an het Kat rv r in 1929 door tien broer, de fo tograaf\ im ·el ingh. Lat r hing de pr nt naa t het raam in de laapkamer an het e htpaar. rbert Li n Heerma van , in 1927 n g ~ o nachtig in endaal, 1 geerde eind jar n twintig regelmatig bij haarzu Ida Hooft - e rma van o · op het Zwol e root Wezenland 39. Tijden die logeerpartijen raakte ien goed be ri nd mt:t de buren van haar zu , de familie tr ink wonend p ro t \ ezenland 40. Herb rt H rman J an tr ink (Zw lle 21 oktober 1 o-) , a in die tijd verlo fd met tien el ingh, maar zijn br r F kko wa n g e n vrij man. i\11 t tien el ingh \ erd Lien goede vriendinnen. In het Zwols Hi torisc/1 Tijd- \\ 0011kamer \fn11rit - strant 12 eind jnren dertig, met liet 'Pe/-tcr Poort.ie' 11m1 t ie11 Eelsi11gh. ( Pnrti 11/iere collectie) 11- 60 | jrg. 21 - nr. 2 zwols historisch tijdschrift 11 lnnpknmer lcwritsstrnnt 12 ei11d jare,, derti . ( Partirnlicre collt•ctic) sch · 002) nr. 1 i in d eten uit Zw n pr ntbriefkaar di op j 193 g ven en E 1- ingh aan Lien H va . hap tu Li k , t dat zij zi h in 1929 verlo it \'n11nfli11ks: Lirn Hccrma mn \los, 111e1•r. .D. troink- cl1111idt, tien Eelsingh, de heer]. Til troi11k, 1•oor cnfé-rcstnimwt D Hnr111011ie op de rotc \Inrkt, 1927. ( Pnrticr,liere collectie) ■ ■■■ de p riod 1927-193t dateert een aantal familiefi t ' , waar p ti n o rk ml. Lien tr inkH rma van he ft deze haar h Ie leven z rgvuldig bewaard. ah, ar d d kwamen z in bezit van haar dochter. p een fi t uit t927 zien we tien en Lien met de ouder. van Fokko en Herb rt, d a uradeur J.Th. tr ink en zijn echtgenote .D. tr ink- hmidt p de r te Markt voor café-re taur, nt D Harmonie, jui t v rdat zï in tappen in de bu n ar Kampen. tien t at in h t midd 11, Li 11 laat link . peen fot uit 1928 taan tien en Herbert lijf gearmd v or een hui . H rbert i op deze ~ t pvall nd deftig gekleed met een h ge hoed. tien draagt e n modieuze pothoed en een man tel afgezet met bont aan de tie11 Eelsi11gh en Herbert troink, door ee11 onbek 11defotogrnnf, 192 . (Pnrticulierecollectic) 11- zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 2 | 61 11 kraag en mou1 en. en ffi iëlc tien en Herbert w rd in 1 30 ge nbekendc fotograa , verm edelij r Jan Anth ni cl ingh (1 66-1949). be tonden nog meer vriend ha n tu - leden van de famili oink en ingh . 1 ee tante van F kk Herbert, Iefk an Daal n Bui anl de m ri -K p (weduwe van d j ng overleden Bram van Daalen Bui ant de Am rie, kun t hild r in Nun peet) en haar zu - l r m vr uw ckke -Ko p , 1 aren g ed bevri nd met d udtr van tien I ingh. p een ~ to eind ·aren twintig zien we hen in de tuin an illa inquenda, het woonhui ann x fot grafi h atelier van Jan A. Ecl. ingh aan de Beuk nall e. p de voor te ri_j ziu n link mevrouw Fckk -K p · en r ht H rmina ccrtruida Uvli ) hmidt (een ander tante van F kko en H rbert, zu ter van ■ ■■■ 11idt ), op de, hteraalen Bui ant d m der van tien hcucrmann (1 67- . cheuermann wa afkom tig L zinde familie, net al an Daalen rie. en ti n E I ingh en Hert ert troink i tot nu t n g niet gepubli cerci. Via mondelinge ovcrle cring wi t de dochter an Fokko troink, Pauline Jonker - troink en de vorige eig nar s e van de prent 'Pel t r Poortje', te vertel! n dat tien en haar o m H rbert in de jaren 1927-1931 een vrienden lubje hadden dat geregeld bij elkaar ver de vl er k, am om piano t pelen, t drinken en hapje te nuttig n en plezier met !kaar te maken. Herbert ·peelde op tien~ piano 1ie11 Eelsi11gh e11 Herbert 1roi11k, door ee11 onbekende fotogmnf, 1930. (Partic11/iere collectie) 11- 62 | jrg. 21 - nr. 2 zwols historisch tijdschrift 11 ■ ■■■ {11 rle t11i11 l'flll villn Li11que11rln, mevrouw Fekkes-Koops e11 fies c/1111ir/1 op rle voorst rij. Achter: Iefke vn11 Dnnlen 811issn111 des Amorie- Koop e11 hristi11a E •/ i11glr - cl1euemw1111. Door ee11 011beke11rle foto maf, vermoedelijk Jn11 A111ho11i Eelsi11 h. ( o/lectie H OJ · enmarkt 29.2 Dit pand had z in eptember 192 vo r 1000 guld n van ha r vad r g ko ht. en opvallende o er enk m I tu · n deze men en i dat d mann lijke leden ijna z nder uitz ndering woonachtig 1 aren in de eera lleebuurt. Eén van de I den van h t vrienden lubje wa Jan KI ter ( w lle 4 november 1902) , tandart in de mma·traa t. In zijn werk.kam r hing t t zek r 19 o r te t k · e ·· w I c typ n'. Jan t v Mau ', Maria Loui r d 1, einde eera llee. Zï ter van de Zwol tad - archi tect Lo die het door hemzelf ont en 1 nde. re ad -pro ureur 1 F tr,at 22 en (in 1 2 11- zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 2 | 63 11 wonend Bitter traat 1 3, in 19 7-19 o aan A-plein 4 ). J Burba h had o k twee werken van tien in bezit, een grafi ch druk van het Pel rpoortje en een tekening van de auwerman gang. Piet Bo , zoon v, n beeldhouwer Piet B s enior, in het dagelijks leven piano temmer in Z1 !Ie en later eigenaar van een pianohandel op Koe traat 25, richtte in 1930 de populair te jazzband van Zwolle p, 'The L rudge. '. \,\lillem van der een publieerde in 1ijn eerste Acl1temitkijkspiegel een ~ to van Th Drudge , repeterend in 1 30 bij tien ·el. ingh thui aan d en markt. Het gezel hap b tond uit )urrie Piqu t, tien Eel ingh, Pi t Bo , ndré Bo , H nk Z lhor ten) hn \ olff. )unie Piquet en Herbert n Fokk troink ■ ■■■ hadden dezelfde oom en tante: Dirk en Tine troink-Piquet. Dirk tr ink, J h, n Th ma troi nk (vader van Fokk en I erben) en Ja que Piquet (behalve k pman ook on ul van Frankrijk.) ormden in het begin van de eeuw de firi 1a troink, ijzen arenhandel in de Diezer trnt. Johan Thomas beg n in 1912 echter voor zi h zelf al a uradeur en Ja que Piquet I ïdde zich na zijn huwelijk m t mej uffr uw\ .). ten D cha te aan de dr gi terij de ude ,aper, later daarin pgev lgd door z n Jurrie . "en deel van dit rienden lubje kwam ook in andere ·amen tellingen bïcen. De volgende ~ t laat een ze tal heren zien, in 'kennelijke taat ', acht r een tafel in het aan het Zwol ·c tation plein 2, n11g11st11s 1930 in hotel-restt11m1111 \ln11 Gijte11beek: zit/ell(f I m1nf li11k Piet Bos, Fokko troi11k, \ \li111 E lwi. c11 /-lcrl1crt 1roi11k. tnc111 - dc Jn11 Klosters c' II Jn11 Jn11sc11. (Parti ,iliere collectie) 11- 64 | jrg. 21 - nr. 2 zwols historisch tijdschrift 11 Li11ks: nc/11erzijrie 111e1111 2 n11g11s111s 19 o met lw11dteke11i11ge11; rechts: achterzijde 111e1111 29 juni 1931 111et 011rlemw1 de lw11rlteke11i11ge11 vn11 tie11 Eelsi11gh e11 H rbert troi11k. ( Partiwliere collectie) gelegen hotel-restaurant an ijtenbeek, na afloop van een etentje ter gelegenheid van het b hal n an h t diploma O boekhouden door Fokko tr ink p - augu tu 1930. Zittend vanaf link Piet B , Fokko troink, Wim E hui en n Jan Jan en. Aan het menu te zien hebben de heren flink ge muld: an Gijtenbeek serveerde er hillende voorgerechten, tomaten oep, tarbot met eier au o sen haas met groeten, alade, kalf: - oe ter met ompote, noga ij en vruchten. De verloving van tien en Herbert heeft waarhijnlijk geduurd tot 1932. Het laat te chriftelijke bewï an hun relatie dateert van 29 ju ni 1931. Op de achterzijde van een menukaart met die datum ■ ■■■ 'ter g I g nh id van ader 60'· verjaard ag' taan de handt keningen van Stien en lerbert, onder die van Fokko, Li n, tante ies, Tante lefke en moeder en ader troink. Waar m h t uit raakte v rt lt de familieoverlevering niet. In i d r geval vertrok Herbert troink eind november 1933 naar Apeldoorn en liet tien Eelingh zich op n m i 1935 uit h t Zwol e bevolking regi ter uit hrijven en verhu i d ze an Kamper traat 30 in Zwolle naar Jodcnbree traat 25 in Am terdam. In Am terdam kr eg ze childerle en, ontmoette toonaangevende kun tenaar n werd lid van kunstenaarsverenigingen. Haar leerlingenatelier in Zwolle hield tien wel aan. 1 n het begin van de T, eede creldoorlog, op 5 februari 1941, trouwde ze in m terdam met r / / /) 1 u. '(. I .,L.,, , ~ t;:JJvJa (_, ~ -~ 5~ 11- zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 2 | 65 11 Roelof Frankot ( 1911 -1984) die ze al in ZwoUe had 1 ren k nn n. R I Frankot, a weg n dien twei gering in Zw !Ie gedet ineerd. \ aar hijnlijk be loten tien en Roel na dien invrijheids telling am n naar 111 t rdam te gaan. Roel Frankot wa a;i nva nk lijk ook f tograaf, n tal ti n ader en broer. Op 27 mei 1944 werd hun dochter Margre t geboren in het Zwol c ophia Zi k nhui . tien. ex-verloo ·de Herbert troink trouwde tegen de zin v:m zijn ouder op 2 november 1939 in Apcld rn met\\ il Hul hof uit Helmond. Herbert uder , aren zo sterk tegen dit huwelijk gekant dat Herbert en Wil genoodzaakt werden voor het Kantongere ht te trouwen. elukkig hertelde de relatie tu sen ouder en zoon en choondochter zich later weer. Herbert troink, in pecteur a uran tiën bij de V Assurantiemaatchappij De Zeven Provinciën, overleed 19 augustu 1978. Bronnen: Mondelinge mededel ing Pauline Jonker - troink,janu ari 2004. Roel H. mit-Muller, tien Eelsi 11gh 1903-1964, Zwolle \\ aand r 199 . Willem \'an der een, Zwolle i11 de achteruitkijkspiegel, Zw llc 1999, p. 97-98. 1 li. t risch entrum vcrij cl: Burgerlijke tand cmecnte Zwolle 1860- 1940; Adre boeken Zwolle. ■ ■■■ oten Mrt dank aan mevrouw dr . E.A. van Dijk, c n erva tor tcdclijk il.lu cum Zwolle- en 111 vrouw dr . R. Smit- luller, die bezig i met de invcntari atic van het graft h werk van tien Er! ingh. 2 Stien zou na haar midd !bare ho I aanvankelijk pianolerares worden, maar ze be loot na k rk tijd sc hildere te worden. De muziek gaf ze niet op. Ze nam deel aan het Zwol e damesorke t 'The Pick Pocket '. Bovendien •af ze in de jaren dertig de t0cn zeer popul. ire Zwol e jazzband The Drudge'. gelegenheid in haar atelier aan de ssenni:irkt te oefenen. Zie R.H . mit - Muller, Stie11 Eclsi11gl, 190'- 1964, Zwolle 1998, p. 7. J Tante 11ies (mevrouw H.G. hmidt) en tante !elke (me rouw an Daalcn Buissanl de AmorieKo p ) , o nden m t elkaar amen, aanvanh•lïk in de Oosterlaan, later in de Juliana trnat op een bovenhuis en vanaf midden jaren dert ig op \ e terstra al 6. Mies had het huis in de Westerstraat gekocht en lefke zwaa ide daar de cepter al hui - houd ter. ededeling Pauline Jonker - troink. 11- 66 | jrg. 21 - nr. 2 zwols historisch tijdschrift 11 Dirk Baalman Din,~rm11 rlat het herstel vn11 rle 11erbi11rli11ge11 direct ,w rle oorlog weergeeft. ( it: 'Ee11 hnlfjanr \lrijl1eid. 180 Dagen Opbouw 11a I oo Dagen Afbraak ' Oen Haag 1945) Holtenbroek in revisie De Zwol e woonwijk Holtenbroek mag zich de laar r tijd in een grote belangstell ing verheugen. aarmate de vernie uv,ing van cl wijk het taclium van papier en overleg v rru ilt voor dat van daad\ erkelijke loop en nieuwbouw, wordt er met nieuwe og n naar gekeken. ind _003 1 ïdde het redel ijk useum een expo 1t1e aan de wijk. Die werd bekroond m t de start van de verkoop van de eer te nieuw g bouwde ■ ■■■ woningen. Het vernieuwing pro es in het wijkdeel H ltenbroek 1 , ordt begeleid door een reek kunstenaa rsinitiatie en, die op een bepaald rigi nele manier de aandacht op de wijk ve tigt. n in een educati pro'ect van ze ve rij el e erfg ed in t Hingen wordt d wijk nog een in het licht gezet met onder meer een bijlage van de Zwolse 011ra111en een tweede kun tproject. Tiidsverschil tusschen verzending en ontvangst van brieven Winter 1944/'4S Amsterdam Mei 1945 Juni 1945 Juli 1945 Odober 194S Elke centimeter stalt 1 dag vervoertijd voor 11- zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 2 | 67 11 Tu en al dcz nieuwe gezi ht punt n kan het g n kwaad de blik nog n t wenden naar de peri d van het ont taan van de wijk, de jaren ijflig van d twintigste eeuw. BOU\ en a d l\ ed \ ereldoorlog wa her t I van het n rmale lev n de belangrijk te pgave. De infra lru tuur 111 et I ord n h r teld, de omrnuni atie p gang g bra ht, de pr duet ie en v r prciding an bouwmaterialen worden ge rgani eerden de arbeid crdecld ov r de Ie tak n die aan d ord 1 aren. D b u1 wa er daarvan maar én. oor de b uw an w ningen en het her t I van chade d r bornbard m nl · n in t den I rd en nl raai ge rgani eerd apparaat in h l Ie en ger epen, waaraan de rijk gema htigd vo r de wederopbouw, dr. ir. J. Ringer , 1 idinggaf. nkele thema I erden in dez periode actueel di d eer te de ennia na de rl g niet nel zouden erd1 ïnen. Depr grammeringvandcb uwprodu tie wa er , n, n entraal ge tuurd teem van bouw ontingent n wa een ander. een gem entc ntingenten I oning n wild erwer en, wa daarvoor e n vo rwaarde dat zij een tru tuurplan had. Dat plan bood oor de lange termijn het kader, a, rbinnen de I oningb uw in een gcm nt zou plaat inden. ted nbo uwkundige bureau kregen het daar knap druk mee. ok an d ntwerpkwali eit en aan de wijze van uitvo ring w rdcn in to nem nd mate ei en ge teld. inzet van ar hite t n werd verpli ht, h t g bruik van rationcl bouw sternen werd beloond m I extra woning ontingent n f m 1 extra sub idic. Zo kwamen de beroep groepen van de 1111 erp r I eer in beeld die in d oorlog d r een ber p verbod I aren g trof~ n. n de b u1 wcr I w rd geprikkeld m de werkwijzen nauwgezet t ond rz eken en te optirn li r n. Rijk n 1emeenten peelden du een centrale rol in de peri de van de wederopb uw. oor b u, acti iteit van de gevraagd mvang waren de , ningb u, ercnigingen vaak niet toegeru t. Zij war n g richt p beheer en p ragen an nderh ud, maar minder p pr du tie van nieuwb uw. aak I erd d, ar 111 d g meent d prin ipaal bij b uw pga en. ■ ■■■ _.,, ... 7···,,.·· .. Ideeën tedenb uw nar hitectuur werden aang at 111 L urgenti en daadkra ht. Tijd m r er t denken wa er v el minder. aarom werd voortgebouwd op de id "n die al v' r de oor! , ntwikkeld waren over t d nbouw, , oningb uw n ar hi t tuur. Daarnaa t leek d oorlog e n peri de te zijn g w t van eel denkwerk p d ze gebieden. Zo w rk te en rudiegrocp I ningar hitc tuur aan ideevorming v r , oningplaue0 ronden en , erd g tudeerd p I ijzen van erkaveling. Met deze thema' bereikten cd rland c akgenot n tmct1111rpln11 voor Zwolle vn11 Vn11 E111bcle1111i1 19 : 11it!Jreirfi11ge11 nn11 de 11oordzijrle, 111c1 Ho/1e11broek nis 1111111111cr 1. ( ollectie Het Over tic/11) 11- 68 | jrg. 21 - nr. 2 zwols historisch tijdschrift 11 .. ~.I ~V') l rccdl ~ J e.? ''15'"' d ? ~ex: C• Hl l!J l !!'""''"~ .... Arcl,i1ec1011i cl, n111bn J,1 ,,n" \la11 E111bde11. ( ir: ir. ./. vn11 E111bde11 /,. i., ' 11ze B011111k/111S/ 1'(1// 11/11!11 dng ', Dc11 /-lnag (Ten /-{(1~('11 , OU0/1\V) omstreeks 1955 ) na de o rlog internationale faam. Maar ook werden de er hillen in opvattingen tu en de meer modern en de me r traditionali ti ch georiënteerde ontwerper , die v ór de oorlog zo I erden gckoe t rd, nog een tegen het licht gehouden. Waren de modernisten vooral vóór open verkaveling wïzen, platte dak n n het gebruik van moderne materialen zoal. gla en beton, de traditi nali ten he htt n aan de 'kerk in h t midden', 'hui · en hor, het gebruik van bak teen en kappen met pannen. De gr epen reikten elkaar letterlijk de hand in wat zij noemden een 'shake hand 'ar hi te tuur, omdat zij inzagen dat geki ebis over akopvattingen de bouwopga en van de I ederopb uw niet lot een goed einde zou brengen. cel van de ideeën an de moderni ten zijn in de nao rlog e stedenb uw tere htgekomen. hciding van de ver chillende functies (wonen, werk n, re reatie en verkeer} 1 a één van hun dogma' . Een effi iënte verkaveling, die de woningen van voldoende licht en lu ht zou voorzien, wa een ander. tandaardi atie met (voor Ho/1c11brork /, 111nq11c11r 200 . O1ufemm1 de stempelstmctuur e11 dnnrbove11 het voorstel l'Cinrdc 1•emie/l\vi11g 111 sse11 Moznrtlnm1 e11 Beetl,ove11/nm1. (Collectie /-let verst ic/11 ) zover aanvaa rdbaar) r p titie en rationali atie met (waar mogelijk) indu trialisatic waren and re thema' waarm e zij probeerden veel en goedk op te bom en. Di principe waren in de ja ren twintig en dertig uitgewerkt en vo r hete ·r t tocgepa t. Er I erd de tijd internationaal o er gecommuni erd, met name in de internationale congre sen over het nieuwe bouwen: ongr lntcrnati nau d'Architectur Moderne, kortweg I 1. Het eerste congre van 192 viel niet toevallig ongeveer samen met de pre entatie van het Algemeen it breiding plan (A P) d t orneli van Ee teren voor Am terdam had ntworpen. Dat plan werd door de stedenbouwer en archi t eten vnn IMvt al een uit tekend voorbeeld gezien van wat zï voor tonden. Hun gedrevenheid in het vinden van oplo ingen voor de vraagstukken van ma awoningbouw wa zonder twijfel ide logi h van aard. e groep wa werkelijk geïntcre eerd in het woningvraagtuk en . laagde erin reuzen hreden te zetten op weg naar goede en goedkope woningen oor lage inkomen groepen. oor het rebtief k tbare element 'keuken' propageerden zij het effi iënte mod I dat in Frankfurt wa ntwikkcld, maar bij vrijw I lke ederland r bekend i , 1 de Bruynzeelkeuken, die Piet Zwart voor de bekende Zaane fabriek ontl ikkeldc. atuurlijk wa de gro p het over meer zaken een dan oneen en zagen de leden ervan de magere ac eptatie van veel van hun ideeën óór de oorlog al en miskenning. Een ri ticu bestempelde hun ongres en ook wel al de ongrè lnternation, Ltx d dmiration Mutuelle. Rationeel Kregen deze g dachten over ration el bouwen vóór de oorlog maar 111 ndje maat een kan , in het licht van de wederopbom kwamen zij al een ge chenk uit d hemel. el m t n eer t de geve tigd po ities nog worden ge Ic ht: in de bouw- en on twerpmarkt hadden de traditionali - ten het voor het zeggen. Zij hadden de belangrijke opdrachtge er aan hun zijde, waaronder het rijk, dat met een rijksgcbolll cndien ·t en rijk bom - mee ter de overheid an een troom traditionali - ti ch geïn pireerde geb uwen voorzag. De zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 2 | 69 11 opdra hten voor d w d r pb uw van gebombardeerde teden lek n ook in er te in tantie naar d z groep te gaan, met ag ningen en Middelburg als d mee t g wraakt oorb elden. it n trijdpunt: de traditiona li t Berghoef en de moderni t an E t ren waren beide hoogleraar, an de TH-b uwkund in D 1ft, maar weigerd n jar nlang een wo rd m t !kaart v.ri elen. Da h t werk in de wereld r vaak ander uitz g, illu tr rt een man al an Embd n. fge tudeerd aan d TH in de jaren dertig b loofde zijn tud ie I i d h fvan de tradition I ar hit ctu ur en l d nb uw, profe or ranpr Molière, een euvr in bak teen, met kappen en neo-romaan e kerken. 1 laar aan zijn tedenbouwkundig ontwerp van Holten broek i g ed te zien dat de chei ding der gee ten ni l altïd z Irak verliep al bij B rghoef en an Ee t ren. Het plan voor H lten br ki. be li t modern n rati nee! in de zin van het P. · nuit h tb k"e dat an ·mbden k rt na de oorl g uitgaf 111 t zijn gedachten over archi - ■ ■■■ tectuur preekt wel i \ aar n o rkeur vo r ertrouwd rmen, maar b vena! n uperieurc b h er ing van het ambacht van de architect en e n cherp oog voor het vonngev n. En daarop kond n ont\ erper elkaar vind n, k al hun maak licht ver chi lde. Z k r ook mdat er in de wed r pb m een national pdra ht 1. g. I at maakte h t mogelijk dat de traditi nali. ti he verkaveling om r denen van rationaliteit plaat maakte voor die van de m demi ten, l r. ijl op die modern erkavelingen heel anzelf prekend baktenen flatje met pannendaken verrezen. Holtenbroek In een tru tuurplan werd de nieu1 e tad uitleg opgedeeld in o rzichtelijk eenheden. crzi htelijk v r de to kom tige bewoner , die in amen hangende wijk n de ocia le erbanden zouden vinden op e n haal di ze k nden verzi n: de 'wijkgeda ht ' ademt uit alle naoorlog e plannen. verzicht lijk ook voor het plannen an de T pisd,e portiek-etngeJlat zo al· ze Mem/ i11 de 111crieropbot111•111ijke11 zij11 •ebo11wd: gcprcfn/ Jriceerde be1011ele111entc11, i11 de fa/Jriek ge111aakte gevclkozij- 11e11. niet ho!!,er r/(//1 ,,ier la •en, 0111dar anders e 11 liji nodig werd. ( ollcctic Het 011erstich1 ) 11- 70 | jrg. 21 - nr. 2 zwols historisch tijdschrift 11 Holte11brock: 01•erzic/11 over het ce111mlc groen gebied l'tlll het nsse11 - kruis. In deze zone 1verde11 ook de schoh·11 gebo111vti. ( ollcctie Het verstic/11 ) boU\ producti , wat mini terie van l elan wa bij h l ve rl n n van ontinge nten ( ·om maar rn nd· m, tl en voor de b u1 markt in ve rband met de productiecapa iteit. Zo werden voor Zwolle Noord al dire t drie eenhed n b noemd: Holtenbroeken de noord lijke I ïken 2 en 3 (lat r d a-landen ). Holtenbroek zelf werd met e n , nkrui erde Id in vier buurten, heel rati neel aanged uid met I t t 4. lke buurt werd verka eld mei eenheden die werden pgebolll d uil een amen hangend tel I o nblokken: de zogenaamde ' tempel '. In een tempel, mee tal be taande uit drie lot ze woonblokken, trof je bijoorbecld een woon blokje voor starter , een voor gezin nen en een vo r bejaar !en aa n. De blokje werden aan de doelgroep aa ngepa t en zo nt - 1011d enige varia ti bi nnen een tempel. an zo'n ■ ■■■ tempel k nden er ver !gen vele worden gen•ali eerd, waarbij de opgave I a om een vcnwi ht te vinden tu en a wi eling ( orkom e nvormighcid) en re titie ( r ë r tt in v rband met de efficiën tie). Vo rzieningen in de wijk werden gepland op ver hillende niveau . r wa de buurtwinkel, het 1 ijkl inkel entrum en r wa d bi nn n rad voor d grote inkop n. Er I a d zandbak o r de d ur in het bi k, er I a het groene a enkrui p I ijkniveau en er waren de groene buil nruimt n, z al lang het Zwarte \Viller, r de re reati op tad ni eau. Er was de nelwc, om b ol ie m t 1 ederland te verbinden, de vierba. n ringweg om de wijk te bereiken, de wijkonl !uiting weg en er 1 a de bi kont !u itin g, alle met hun eigen pr ficl en be tratingmateriaal. 1 n alle denken ver plan- 11- zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 2 | 71 11 ning valt deze aanpak te rug te vi nd n. Een w nbl k , rd geda ht al e n element da t lo in d gr en ru imte van de wijk z u taan. De g I ten b U\ bi kken, waar de voo roorlog e teden mee gebmn d , aren, hadden afgedaan. Men vond dat ze te weinig konden worden geventileerd en l weinig zonli ht kregen (de ang t o r tub r ulo ·c wa n g gro t). Dat met d bouw in rï taande blokken de ez nning erb terde wa nrni kenba, r, m ar het be tekende o k dat bi kken alzijdig mo n , 1, met balk de - tzij htbar a ht en dr wa zi ht. r ve ve n. Mozartlaan mooi te zien hoe tclken twe h a aar gez. ne bi kken een binnenru imte i g cl. In de ok et trappen hu i naar de gal in d g me happ lijke tuin een ki iner, lager blokj met nder type woning. roen Het maaiveld wa gedacht al een groen tapijt, waarop de , oonblokkcn in het gelid , erden geplaat 1. et :i nkrui w rd de h ofdgro ntru tuur, w:iarin de holen en kerken een plaat kregen. :in het Zwarte \,\la ter een accent in de rm van een t ren na t aan de zuidelijke punt een d rg lïk a ent met d t ren bo en het \ inkelntrurn. rn h t krui in d a gr en Le houd 11, h e 11 gemeen happ lï k punt t gev n, wa hier en paviljo na htig g b uw gedacht met een openbare fun tic. • t , erd het kantoorgeb u, dat de \V, vin in gebruik nam. e I me r dan e 11 ar hit t ni h I nder wa dit du t - d nb uwkundigccnbel,ngrijkg b u,. H t b heer van al die penbar gro n ruimt wa v rd eld ver de g me nt en de b berende woning orporatie . Zek r bij de blokken met fla twa er ge n parti ulicr groen. 1 n veel wijk n peelde h t gr n een rol bij d n tuuredu atie, wat t t uiting k\ am in een rijk ortimenr an b men en truiken ( 111 van naamplaatje voorzien ), maar k in de , an leg van dieren weide en eenden hui je . 1 n enkele gevallen werden ze i[ de n ten oor zwaluwen in <.Ie ar hitcctuur meeon l \ orpen. ■ ■■■ y teem Het nadenken o er tedenb m en archi te tuur vóór en in de T, e de \Vereldoorlog heeft e n te m opgele erd, waarm in d period an d \ ederopbOll\ met goed ge olg de reu , ch tige bouw pgave kon , orden aangepakt. Dat r t 111 had betrekking op d tedelijk fun tie , d rka - v ling, d r I an het gro n, d rdcling an de w ni ng n en d tandaardi ati an geb u, nderdel n. Betonfabri ken pc i, li e rden zi h in het maken van bijvoorbeeld vloerelementen kozijnen of raamomlij tingen, trapp n f dak 1 - m nten. Timmerfabrieken nt t nden die Li h ri htten op h t mak n an k zijn n trappen. e organi ati van het b uwpr \ crd a, n de ene kant nderdeel van het geheel v n het planning apparaa t en, and andere kan t , erd het ze lf meer n meer een k, e tic an logi tiek en montag in plaat van trad ition el bouw n. 'Met t ntje t pel n los n \ ede w ningn d niet op', z merkt n de m dernen nder de ar hite ten graag op. Dat y teemdenken kwam onherroepelïk o k in de vormgeving tot uiting en toen de waardering daarvoor afnam, kwam de appre iati r wijk n zoa l Holtenbroek ook onder druk te taan. eg daarbij een om gebrekkige bouwl,..-walitei t, ver- Voorzie11i11ge11 werden op blok11i11ea11, op b1111rt11iven11, wijk11ivem1 en tnd 11Îl'cn11 gepln11d: de oöp al b1111rt. 11pcr. ( olie ·ti Het l'ersticht ) 11- 72 | jrg. 21 - nr. 2 zwols historisch tijdschrift 11 Plnttcgro111/ /-lolt c11 - brock. /-let groene n$Se11kr11is (111ct holen c11 n11rlerc voor::ic11i11 - gc11 ) verdeelt tie l\lijk i11 l'icr b1111rte11. Li11kso11- rler ligt het l\lijkgcrleclte Holte11brock /. ( ollectie Het Oversticht ) anderd i en ten aanzien an bom fy ica (geluid, v rwarming, vocht, i olatie) en andere a pecten van , o nk, alit it (badkamer, keuk n) en er ligt e n ala aan r denen v r ew n r om te vert rekkcn z dra zich de kan voordoet. ok in b olle i het rondpompen van bewoners een thema, net al in de re t an h t land. an Holtenbroek naar de a-land n of Zuid, van Zuid naar Itter ummerbroek n van daar we r naar rad ha gen: o k dat zijn vormen van vooruitgang. Wat a hieraan d ze ketting o, erblijft i een wijk met de 111 c, te g breken, maar w I met de goedkoop te , oningen. Kan n vo r niem groepen bewo- ■ ■■■ ners, maar geen melkkoe vo r de orporati die steed minder het geld bijeen kri jgt dat nodig i voor een teed grotere ren vat ie. De huidige herstructurering van Holt nbro k moet op dat probleem een antwoord geve n. Bij de keuzen die moeten word n g maakt, i het goed om terug te kijken naar de uitgang punten die bepalend waren bij de bouw van het tad - deel. Door alle dingen te onderzoeken en het g ede te behouden, kan een bijz nderc, ijk ont taan en dat i nodig, want gcw nc wijken zij n r al genoeg. 11- zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 2 | 73 11 ■ ■■■ Holte11/,roek 1 vminf de Terborch-, ,este flat gezie11 i11 oostelijke richti11 . Op de voor ro11d d Trnpje wo11i11 e11. Li11k bo1,e11, i11 liet gebied rond de Bccthove11/aa11, is 1111 de re11011ntie nm, de gnng. Zie ook de plattegro11de11 op de pagi11a 's 76 e11 78. ( ollcctie Het versticl,t) 11- 74 | jrg. 21 - nr. 2 zwols historisch tijdschrift 11 Jan Roncken Holtenbroek forever Het artikel van irk Baahnan 'H ltenbroek in revi ic' het top heldere wijz de maa thappclijke kader en de tedenbouwkundige ideeën waarbinnen wijken al Holten broek zijn ont taan. In deze bijdrage wordt be chreven wat er de laatste jaren is veranderd en wat er nog op tapel ■ ■■■ staat. De nadruk ligt daarbij op de fy i k a peet n en op h t bezit van d corp ratie . Holten broek voor de middenkJa e? In Holtenbro k staan ong veer 4500 w ning n. Tachtig procent is ocia le huurwoning en in de \ ORclv/11 ·/1ti111prc.-sic w 111 ~epln11rlc 111011i11 ,e11 op d plnnts va11 de voor111alige portiek\\1011i11ge11 ro11d de Beetli ove11/an11 (fase / 1111 11 Ho/1e11/;roek I ). tart bo11w 111ei 2004, opleveri11g V(l/1 de wo11i11ge11111ei 2005. (Projecttea111 Holre11broek 1) 11- zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 2 | 75 ·aren vijftig (vanaf 1958) en ze tig gebouwd door de woningcorp ratie deltaWonen (voorheen avo\\lzn) en \ Z. 1 n de jaren ta htig wa Holtcnbrock niet de prettig te wijk om in te wonen: veel vandali ·me burenruzie , drug overlast en ervui ling. In een deel an de wijk waren ook het gedateerde woningaanbod en een oneven, ichtige amen telling van de be, oner. belangrijke orzaken van de problem n. Dit i de tragiek van na orlog e wijken al H lt nbr ck. c , ijk i oor pronkelijk g b uwd vo r lagere- en midd ninkomen , maar kreeg vanaf d jaren tachtig te maken met concurrenti van tad uitbreidingen. Dez niell\ e wijken hadden voor de middengroepen meer te bieden. In I ijken al Holt nbroek kwamen nieuw b woner die niet veel te ki zen hadden. Het wijkg d elte Holtenbro k I werd daarmee voor een deel van de bewon r een doorgang hui , een gebied waar je alleen wo ndc mdat ·e niks beter kon krijgen. 'v\ e zec:g en uitdrukkelijk' o reen deel van de bewoner ', omdat elen heel b wu t en po itief voor Holtcnbroek blijven kiezen. \ e preken aak met jonge en oude bewoner die vo r geen goud weg I illen. Een toekom t chet voor de, ijk In de jaren neg ntig zijn de ialc problemen en de overla I in ten icf en u e vol aangepakt, met een betere leefbaarheid en fcer als resultaat. Maar het , a wel duidelijk dat de , ijk meer aanda ht nodig had dan een extra politiepo t en hier en daar een rcnovatieplannctje. De gemeente ging daar 111 aan de lag met hel maken van een kader. tellend plan, het I ijkplan. ind jaren tachtig"" o erigen al een eer te, tcclcnbouwkundig georiënteerde, p ging ondernomen. D ar hite t Fon erhe)ren chctstc een toekom tbedd waarin (dure) nieuwbouw werd 1 cgcv egd in de •rocnzonc en aan het Zwarte v ater. De winkelvoorziening n werden geconcen treerd aan h t Jaaglijn. o ral het bouwen in de groenzon greep n gal in o d oor pronkelijke lru tuur en de plannen werd n niet goed ontvangen do r de buurt. a e n impa se ging de gemeente een paar jaar later opninl\ aan de . lag. Het nieuwe , ijkplan ■ ■■■ had, in tegen telling tol het werk an Verheyen, meer aandacht oor de o ial a pc ten van de wijk en oor h t creëren van draag lak voor Ic toekomstvi ie. En zie, de tedcnbouwkundigc vi ie van het wijkplan wijkt op een aantal e enlit'le punten niet erg veel af van het plan van erheyen en wordt 10 h beter gea cpteerd. Ook nu, orden de winkelvoorzieningen gecon entrcerd en komt er nieuwb u1 in het groene as en krui . ieuwbouw, ook in het a en kruis De komende jaren verandert er veel in de , ijk. Het Projectteam Holtenbroek 1 (dit i e n amenwerkingsverband tu en de woning orporaties \ Z en delta Wonen) i bezig met de I op v, n 450 portiekwoningen, rond de Beethovcnlaan. Hier kom n 350 nieuwe woningen vo r in de plaat . De 92 woningen die vanaf mei 2004 g bouwd worden, vormen de eer te fa e an dat project. Daarover straks meer. Maar er volgt meer nieuwbouw: p de c rporatiewoning n lang. de Bachlaan en de Klooienberglaan (no rdzijde) ligt een loopbe temming, te realiseren vanaf 2005. - Aan het Bachplein komt een winkelcentrum met appartementen. - \ Z i al twee jaar in overleg met haar huurder in de 'Trapje wijk' om amen een plan te maken voor deel renovatie, deel loop/nieuwbouw. iet onom treden is het besluit van de gemeente nieuwb uw toe te taan in het groene a scnkrui : 1 et Wavin-gebouw van de ar hite I Jelle Jelle . i ge loopt ten behoeve van een I oonzorg 0111 - plex plus I oningen. In de groenstrook aan de lozartlaan bom t AM \ onen ze tig koopwoningen. \ 1oningcorporatie WZ tol lot, heeft e neer. te tudie gedaan naar het reali eren van fr r.c woonblokken in n aan het Zwarte Water ter hoogte van de Trapjeswijk. ieuwe tedenbouw rond de Beethoven laan an de boven taande plannen lichten wc er één uit en nader toe: de ni uwbouw van 350 woningen rond de Beethovenlaan. 76 | jrg. 21 - nr. 2 zwols historisch tijdschrift 11 - Pln11egro 11d l'n11 Holte11b roek /. Link. ba, e11 be ,,i11dt zich de T< rborc/ 1-veste fint (zie ook de foto op pn i11n 73 ). T11ss II de H ii 11de/lnn 11 e11 de Klooie11berglnn11 li t de Trnpjeswijk. /11 li et gebied rond de 8eethove11/ na11, te11 w ide11 , n11 de Hiindellnn11, ,vo rdt 1111 de /1erstruc111 - reri11g i11 fnse1111i1gevoerd. ( Project ten,11 Holte11broek I ) ■ ■■■ _, 3 11- zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 2 | 77 11 Een paar jaar geld n ont1 ikkclde de gemeente in overleg met de t1 ee corp ratie een stedenbouwkundig plan voor dit gebied. aar toen het klaar wa , 1 crd na lan, dubben to h be loten geheel opnieuw te beginnen. De uitkomst werd e ordccld al 'te braaf en te weinig ambitieu '. De corporatie wilden met dit eer te loop/nieuwboll\ plan een 'imagod reun' uitdelen n aan hui dige en toekomstige bewoner laten zien wat de kwaliteit-ambitie zijn van de corporatie . Ict d gcm ente werd afgc proken dat de orporatie binn n de randvoorwaarden van de gem ente een nieuw plan zouden maken en dit ter goedkeuring voorl gg naan de gemeente. Karel c an der Meer r hitectcn I erd ingehakcld voor h t tcdcnbou1 kundige plan en voor de ar hit tuur an de eer te fa e. H t nieuwe ontwerp gaat uit van veel buurtgroen en maakt in vergelijk met de be taande 1 ijkopb uw een duidelijker chciding tu en op nbaar en privé. Ze en clu ter m t I oningen liggen in en opc::nbaar toegankelijk, groen en autovrij gebied. Parkeren vi ndt plaat 'achterom' op eigen rf of op collectieve binnenterreinen. Het plan kent een gr te variëteit aan , oningen: groot, ki in, patio, terra woning n, herenhuizen, w on' erkwoningen, koop- en huun oningcn. De ol- 1 tic e binncngebi den worden uitgege en in '111, ndclig eigendom' waardoor de bew ner zelf verantwoordclïk zijn voor inrichting en beheer. Re peet voor oor pronkelijke opzet? ,mui t ver hillend hoeken zijn raagteken geplaatst bij de ingr pen di · in naoorlog wijken \ ord 11 gcplc gd. \, ordt er niet te nel gesloopt? H bben de ingrcp n \ el v !doend re peet voor de terke kanten, de structuur van de oorspronkelijke wijkopzct? 1 n een re en te uitgave er de her tructurering van naoorlogse wijken, stelt men dat' ... de gehele I op- en nieuwbouwopgave gepaard gaat met en mate van ulrurele onver chil ligheid ten opzichte v n het ideali me en het vakmanschap di aan de w d ropbou, wijken ten grond lag hebben g I gen.'• Hoewel deze uitspraak on wat er gaat, i het wel g d om stil te taan bij de wijze waarop de ■ ■■■ herstructurering van Holtenbroek al dan niet rekening houdt m t d oor. pr nkclijkc ideeën van de ontwerper van de wijk. Zijn all veranderingen ook echte verb leringen dan wel noo (zakelijk? tellingen en aanzetten voor discussie 1. De aanta ting an het groene a enkrui De ontwikkeling van de \ a in -locatie, de ni uwbouw van A I Wonen aan de 1\1 zartlaan en de eer te id ën van \ Z om in en aan het Zwarte \ ater te ouwen, gaan t n k te van de open ruimte, de hoeveelheid groen en de terke, oorspronkelijke tru tuur van het a enkruis. Echter: al we iet willen d en aan de huidige woningnood n al we het buitengebied z veel mogelijk I illen ontzien, dan zullen w en meer compact t den bouw moet n accepteren. 2. De tempel tructuur H t i. niet verstandig om de stempel tru tuur van Holtenbroek op alle facenen volledig te handhaven. nno nu wen t men op e n andere wijze te, onen en amen te leven dan in de jaren vijftig. De collectiviteit, het am nhorigheid gevoel, de sociale ohe ie i minder dan t en.\ cel men ·en kiezen eerder voor e n igen tuint'e dan voor groter penbare ruim ren. J. De collectieve binnengebieden in het nieuwe ontwerp De keuze voor h t concept van de ollectieve binneng bieden bij de nicu, b u1 i een dappere maar ri icovolle keuze. Proje tontwikkelaar n makelaar hcbb n deze keuze al betiteld al een ' niet-marktconform residu van idcali - me'. De corporari zijn en blijven van mening dat er huishouden zijn die een dergelijk wo nmilieu aantrekkelijk vinden. Daarnaa t vinden we dat Kar I e an der Meer er uit tekcnd in L ge laagd een moderne int rpretatie te geven van de oorspr nkclijke stedenbouwkundige tru - tuur. 4. lopen of renoveren De sloop van de portiekwoningen rond de Beethoven laan wa een g ede k u . De bouwtechnichc raat wa veel te Ic ht voor een renovatie en v rder exploiteren zou leiden tot ·en neergaande pi raai van de wijk. 11- 78 | jrg. 21 - nr. 2 zwols historisch tijdschrift 11 -- - Plntregro1ul 11nn Holte11/ Jroek wnnrop nn11- gegeve11 111nr er de ko111e11de tijd stnnt te gebe11re11. (Projec11en111 Holt eubrock 1) Terborch -veste \ 1 .-! _, \ -- -- De keuze voor sloop of renovatie van de Trapjeswoningen zal ingewikkelder zijn. Deze \ oningen zijn technis h net zo !echt, maar hebben meer uitstraling en mi chien zelf 'hi - tori che waarde'. De vraag i of het uiteindelijk mogelijk en verantw ord i per woning één ton onr n abel te inve teren vo reen ba i renovatie. Dat i, . flianke lijk van de financiële afweging die de corporatie maakt, maar o k van de duurzaamheid van het concept dat voor de totale wijk gekozen\ ordt. 5. Meer kenni ·, analy een di cu ie i nodig orporatie weten nog onvoldoende van bewoners oorkeuren; en de discu ie over de wijze waarop nieu\ e plannen inpa baar zijn in Hol- ■ ■■■ Hennnchllng Holtenbroek december 2003 t nbro k wordt door diver partijen niet inten ·ief genoeg gevoerd. Toch dat i ab oluut nodig, want wc luiten ns graag aan bij de lotzin van h t artikel an Dirk Baalman: 'Bij de keuzen die ( ... ) 111 eten , orden gemaakt, i het g ed om terug te kijken naar de uitgang punten die bepalend, aren bï de bouw van het stadsdeel. Do r alle dingen te nderzoeken en het goede te behouden, kan een bijzondere wijk ontstaan en dat i nodig, want gewone , ïken zijn er al genoeg.' Jacqueline Tell inga, /)c ,rcuc \lcrbo11wi11g. Vem1u/eri11g 11m1 ,woorlogsc ivoo111vijke11, 1 t'dnland rchitc tuurin tituut, 2004 11- zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 2 | 79 11 Recent verschenen* o ter, \, im, 'vletn111orfoses: ee11 geschiedenis vm, het y11111nsi11111 elem111m, Zwolle cop. 2003. (Zi ook be prekingelder in dit tijd hrift). o ter, \ im; met medew. van Marianne Bannink ... let al.]. Holln11dse r--.iemve i11 Z1Volle: ee11 11111lticu/ i11niregesc/1iede11is. Zwolle 2003. oster, Wim (red. ), im Huij mans ... [et al. l, l-le1 Kleine of lde11eler Veer: een geschiedenis vnn ee11we11 over de IJssel, Zwolle 2004. 1 G meen te Zwolle. elzijn. afd. Burgerzaken 1, trnle11gids 200-l, z, olie 2004. IGerfen, Karin ... et al.), Hommnge nnn de beeldho111Ver Ti111s Leeser: beelde11ro11te in Zwolle, Zwolle 2004. itgegcv n t r g I g nh id van de honderd te geboortedag van de Zwol e beeldhouwer. G v r, A.J. en A.J. M n ema; [fotogr. Han We - terink], De l,nvezaten i11 T1Ve11/'e en l,1111 be1Vo11ers, Zw lle 2004. (2e druk). M n ema, A.J.; 1 fotogr. Han We terink ), De hnvezme Den Berg te Dnlfsen: een ndellijk huis en zijn ben 011ers, Zw lle _004. Dcz uitgav v r h n t r gel genheid van de bewerking van het ar hi fmat riaal over de havezate Den Berg te Dalf en. gelegen aan de rivi r d Ve ht in verij el, n t r ere van het feit dat in 2003 Den Berg 300 jaar in bezit is van de familie an Dcdem (de laat te jaren de an Dedem-Den Berg rich ting). ■ ■■■ Het ver ticht, Boerderij , tlns [ D-ROM 1, Zwolle 2003. aa teen overzicht van ver ch illende verij - else bo rd rijtyp n adre en van tuinpadlocaties en mu eumbo rderij n. chaik, Ton H.M. van; b ldred. Ton H ndrikman, Een mooi geloof: kn1/wlieke11 in nlln11d vn11nf de reformatie 101 2000, Kampen 2003, (Publi ati s van de IJ elacad mi ; 169). 1 n 2003 werd het 150-jarig herstel van de bi - choppelijke hiërarchie in ederland herda ht. oor het Dekenaat alland wa dit aanleiding het in itiati f t n men tot en publicatie, , aarin d geschiedeni van de Salland katholiek g me nchap vanaf de Reformatie tot heden in kaart zou worden gebracht. (Zie ook be preking elders in dit tijdschrift). tedelijk Mu eum Zw !Ic ... [ tal.]; ot ' B n Vulker ; red. Marieke chaap- t egman ; eind red. Rita Kamphui 1, Holtenbroek spreekr nc111, Zwolle 2003. lnterview met inwoners van de Zwol e wijk Holtenbroek, naar aanleiding van de expositie in het tedelijk u eum Zw lle over ont taan gcchiedeni en toekom t van deze nao rlog e, ijk. Westerink, Geranrt, illn 's, veestnlle11 en fnbrieke11: leven e11 werk va11 nrc/1il'ect G.8. Broeke111n (1866- 1946) Kampen 2003. (Zie ook be preking eider in dit tijdschrift ). • in 2003 en eer te kwartaal 2004 Marieke chaap - teegman 11- 80 | jrg. 21 - nr. 2 zwols historisch tijdschrift Boekbesprekingen Ton 11. 1. an haik Ee11 mooi eloof Kntlioliekc11 i11 nl/n,uf vn11nf rle Refor111ntie tot 2000. lh la ademie, Kampen 200 (Publi atie nr. 169). Prij 23. 1 n 200 wa hel 1 ·o jaar geleden dat de bi - hoppelijke hiërar hie in ederla nd , erd her leid. cderland kreeg (, eer) bi d mmen, dekenaten n par hi . V r het dekenaat alland wa dil aanleiding het initiatief te nemen 101 een publi ati om 400 jaar katho liek 1 v n in alland in kaa rt te br ngen. p vrijdag 12 de ember 2003 k n aan 111011 eign ur dr. erard de Korte, d ken van alland, lijden een fee lelijke bij enkom tin d nze Lieve r uw baili kin Zw lle het eer te exemplaar aangeb d 11 i rdc11 van Ee11 mooi geloof Katholiekc11 i11 nllnruf vn11nf de Refom,ntie tot 2000. Het bock i opge plit l in i r h fd lukken. In hel eer 1e h ofd tuk w rdt dep riode be breven dal de Herv rming haar int red d ed 11 de uil cfeni11g van de ka tholieke g d dien l verb den werd. 1 c ka1holieken verkeerden in de rol van de underd g. In hel tweede ho fd tuk, dat in 1727 begin!, neemt de l lerantie ten opzi Ine van de kath lieken toe. De herpe kantj ten pzi hte van e papisten zijn r af. e nederdu it -gereform erd ( = herv rmdc) kerk i n g , el de 'heer~ ende kerk' maar in 1795 i het daarmee gedaan. 1aa1kundi, n god dien tig gaan de zaken op de · h p. ' r i e n bev rre hte kerk meer in ederland. Langzaam kruipen de kath lieken uit hun . hulp. Hel derde hoofd tuk vangt aan m t h t her tel van de bi . hopp lijke hiërar hi in 1 53. 'ed rland h udt op mi iegebied te zijn n krijgt vijf ■ ■■■ bi d mmen. De bi dommen , orden pge plit l in dekenat n en vervolgen. in paro hie-. Hel gr ndgebied van alland va ll nder de dekenal n Zwolle en De enter. Het i de tijd van langn1me eman ipat ie an het kath lieke volk. deel. Algemeen kie re ht en d finan iële clijk l lling an p nbaar en bijzonder nderwï in het begin van d 1win1ig Le eeu, brengen dit pro e in en tro mver nclling, maar leiden teven tot een rzuild amenleving: én kalh li ke partij, kalh - li k cholen, ka th lieke vakbonden, kath lieke port en andere lub , all met een ge l lijk advieur. H l Rijke R 111 • L ven in ptima f, rma. 1 n het ierde ho fd tuk, dat b ginl met de Tweed \ ereldoorlog, raken de kaLholieken in alland, e na! eider in derland, na de Wederopbouw p drift. root zijn de veranderingen na het Tw ede on ilie. nLckcrh id alom. De ontkerk lïking neemt l e. 1' laar wat zeggen ijfer . De betrokkenheid an di genen die in de kath lieke kerk blijven en zich daarv or inzetten, onder meer bij de liturgi he vernieuwingen, i gr ter en inlen er dan o il. r i toekom l vo r de katholiek met hart en ziel, ook in alland. \/;in haik be hrijft hoe 111ooi de alland katholieken hun gel of vonden en hoeveel 7c v r hadden vo r de bel ing ervan in de eredien t en de vr mheid, in d arita en het iale Ie en, in all rl i verenigingen en mi iea 1ivi1 iten. In elk h fd tuk w rdt l cd aanda ht be leed aan de ituatie in de drie IJ se! leden enter, Kamp n en Zw lle en aan de ituatie op h l platteland van alland. an haik ba een 7ijn informatie p lit rai re bronnen. Naa t de algem ne k rkhi t ri he literatuur heeft hij dankbriar gebruik g maakt an de vele gcdtnkboeken die in de a gel pen jar n van de mee t par hie in alland zïn ver- zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 2 | 81 11 henen en doorgaan niet uitkomen boven het lo ale katholieke m, ai ve ld. De informatie uit deze gelegenheidsboeken heeft an chaik gefi lterd en gcanalyse rd en op een voortreffelijke wijze aanecngc meed om de ituatie in alland te be chrijven. oor belang tellenden voor de ge chieden is an z, olie i het boek bijzonder aant rekkelijk, omdat een aantal illu tere Zwollenaren uitgebreid o r het voet li ht treedt. Op de eer te plaats i dat Arnold \ aeijer, aart prie ter n pa toor, wien memoire een onu itput telijke bron zijn voor het katholieke wolle van de zeventiende eeuw. J n de negentiende eeuw is het pastoor en deken an Ke el, die nauwgezet het l iber Me111orialis ( =kroni k van de parochie) van de nze Lieve Vrouwek rk bijhi Id en r wie V · 1 bijzonderheden vermeld worden. Andere Zwol e grootheden uit die tijd zijn leden van de famil ie Schaepman, die ook hoge func tie in het aa rt bisdom vervulden, an on bceck en o de Wael. nvermeld mag ook de naam van \i\ illcm van Rossum niet blijven. cborcn in d Hagel te g en opgegroeid in het Zwol e room -ka tholieke we shu i , bracht hij h t tot kard inaal. In di ho danigheid wa hij onder meer bela t met mi ionering. Al een va n de eerten drong hij aan op de vormi ng van en eigen, au to htone !cru ter erkoncliging van het katholieke geloof in de derde, ereld. pmerkelijk i de rol van Thomas a Kempi . eboren aan het eind van de veertiende eeuw bleven zijn gcdachtengoecl en da van de Moderne De otie door alle eeuwen heen (en in alle hoofdtukken ) een geweldige in piratiebron voor velen, en niet alleen voor katholieken. H t boek loopt al een trein en leest vlot. an chaik ver taat de kun 't om de ge chiedeni op een boeiende wijze te verhalen. De chrijftrant is onderhoudend, om met een lichte ironie en een 1 ugj nd rkoelde humor en deed mij denken aan d vert !trant van odfried Bomans. oor katholi ken van eertig jaar en ouder zijn de laatte twe hoofd tukken n fee t van herken ning. De ~ er uit de tv- erie Dngboek vn11 ee11 herders' 1011d, aa rt er in rond. Het ko tte mij moeite het bo k weg te leggen. Ik heb het met heel veel plezier ■ ■■■ gelezen. Voor mij, geboren en getogen in Lemelerveld in de parochie van pa toor Mor elt, kon Van haik geen rakere typering geven van deze _ trcn ge dorp pastoor. Zijn codetaal 'het zoeken van de naa te gelegenheid tot zonde' wa voor elk tel dat verkering had duidelijk. En voor diegenen die op dan cu rsu gingen had hij de w !gemeende raad: 'clan met elkaar, maar niet de hel in.' Zelf wa hij een ven oed jager, iet ~ at volgen het Kerkelijk Wetboek voor gee telijken verboden wa ~. Fijntj m rkt an Scha ik dan ook op dat Mor lt voor zichzelf duidelijk milder wa dan voor zïn kudde. Zijn vervaarlijke jachthond n, gchui vest vlak bij de acristie, ·o gen elke jonge mi dienaar de stui pen op het lijf. ok in mijn geboortedorp wa en is de combinatie van kerk en kroeg van 'vitaal en vitali erend ' belang: na de vroegmi gingen de mannen naar het café n de vrouwen naar de koffiekamer van de kru idenier. ndertu en werden de bood chappen klaargezet. alt er dan helemaal niets aa n te merken op dit boek? Bijna niet. Hier en daar een lip of the pen. Op blz. 64 komen de Zu ters an Liefde naar Zwolle. Het I as in het jaar 1844. ' an het tati n stonden de beide pa toor [ an Ke se! en Jasper ] klaar al commi sie van ontvangst'. Het station in Zwolle werd ech ter pa in ju ni 1 68 in gebruik genomen. Het vaandel van de room -katholieke Midden tandsveren iging op blz. 96 i zeker gemaakt na 1900. iet "ll een de zu ter van het zieken hui in Raal te waren actief bij het verzet in de Tweede Wereldoorlog, ook hun ollega 's in Zwolle maakten zi h zeer verdien telijk oor de ill egalitei t, zie Kees Ribben , Bewogen jnre11; Zwolle i11 de Tweede Wereldoorlog. De v orlet ter van burgemeester an Karncbeek zijn M.P.1 1. (blz. 125 ). De dorsende pastoor op blz. 128 i tokman, verge lijk de fo to op blz. 127. D beide foto' op blz. 128 zijn, gelet op de er iering, uit hetzelfde ja"r (1956). In de index zijn twee lemmata, an rn Id Waeyer ge, ijd. Peanuts natuurlijk al je be eft d, t het bock zoveel juiste informatie bevat en zo goed gedo umenteerd i . e typering n zijn tr fzeker en de zinnen beeldend, getuigend van een zeer grote kennis van de materie, ook van binnenuit. Ruim 11- 82 | jrg. 21 - nr. 2 zwols historisch tijdschrift 11 -100 jaar ge hiedeni van katholiek n in alland pa ert p c n voortreffelijk wijze d revue. en m i gel f i o k en mooi bock geworden, in de gevlcug lde betek ni van de tit 1. Lof komt toe aan de initiatiefnemer , de uitge er en de begunstigers, maar d m e te I fverdient d auteur. \\li111 Huijs111a11s V\lim ster, Metn111orfoses. Een geschiedenis vn11 liet ym11nsi11111 e/ea1111111. \, aander Zwol! 2003. 132 pp., 1 B 90-400- 4-7-0, prij € -4,95- Het herinnering b ek van het ymna ium 1 ,mum i voor ieder die zi h in tere e rt voor deze chool een aantr kkelijk do ument ge, orden. Het i een i e telijke uitgave, m oi van pzet n met mooi - deel gekleurd - beeldmat riaal, in een pr ttig formaat, kortom: een lu t voor het oog. De chrijver, Wim o ter tond v r de m ilijke taak om in betrekkelijk klein be tek keuze te maken uit de vel hem e chikbare gegeven z ndcr het erleden g weid aan te doen. In twe h ofd tukken be hrijft hij de zes eeuw n van het be laan van de atijn h ol tot aan 1930, toen het g mna ium verhui d naar de eerallee. Kort daarna kreeg de hooi de naam ymna ium ele num ter herinnering aan der emru hte reet r J han Ie, die bek nd tond al een gel rd do ent, en nden ij vernieuwer en een leid man o r de jeugd. Dat in dit korte be tek het' tre ht ·hi ma' zonder ve I uitleg gen emd wordt, lijkt me te h og gegrepen v r de gemiddelde lezer. Niet aangen m n kan worden dat ied reen op d h ogte i van d g wijzigde verhoudingen tus en kerk en taal bï de pkom t van de burgerij en , elk nadelen de Latijn e chool te Zwolle van dit onfli t h eft ondervonden. De nadruk van h L b k (zie de titel) ligt op de ge hiedeni van het eleanum aan d eerallee. c opzet wa zov I mogelijk locumenten, herin- ■ ■■■ neringen, foto' n verhalen van oud-leerlingen op te nemen in h I geheel. Het m el r de hrijver zeker niet gemakkelijk zijn g w e t zoveel bronn n aangedragen te krïgen. To h i hij erin ge laagd om op epel wijze dit materiaal te vervle hten in zijn t k t en er een gehe I van te mak n. et w rk heeft natuurlijk door de inbreng van deze enthou ia te betr kkenen veel aan I vendigheid g wonnen. Maar het ri i hiervan i dat de lezer zi h beperkt t l de m uïge vcrhal 11 van eigen ervaringen en van buiten chool a tl 1te1- t n n het hi t ri h verhaal laat oor wat het i . De waar huwing van reel r Brink komt dan goed an pas: 'Z rg dat het werk in rde i , dan i al het ander de te pr ttiger'. Het werk in deze i zeker pgave. Het lezen an de tek t van Co ter i g n la t. Hij leidt de I z rop duidelijke , ijze door de ge hiedeni van denkbeelden, b tend pvattingen en onstuimige ontwikkelingen in het onderwij . Waarin teed m er plaat w rd ingeruimd vo r buiten hooi e

Lees verder

Zwolse Historisch Tijdschrift 2004, Aflevering 1

Door 2004, Aflevering 1, Afleveringen, Jaartal, Overig, Zoek in ons tijdschrift

2 | jrg. 21 – nr. 1 zwols historisch tijdschrift
De cbusse’ in de ZAC-revue
I c ‘bu c van kuil ‘ wa in Zw tie z p pulair dat
hï verscheidene kcr n in optochten en theatervoor!>
tcllingen I crd uitgebeeld. Dat gebeurde ok in de
Ruiten iëteit, 1 aar in 195 hel ze tigjarig be taan
van de ude z, ol e p rtv reniging Z I erd
gevierd. 1 hel toneel wa · toen een aOevering te
Lien van de roemru hte Z -re ue die reed vanaf
het e •in an de rige eeu1 een van de h ogtepunten
in het Zwol e uitgaansle en ormdc.
Hoo dthema van de1.e r ·vue waren dik\ ijl.
p het I neel nageb 01 te rei’l n naar erre o >rden.
huue’ · bu en, die iedereen in Z1 ollc ken de,
kwamen daarbij g cd van pa .
Z ok in 1953, l en een gezel chap Z C-en,
werd uitgezwaaid d or ) van Itter um (re ht~ ).
de tijd een b kende Zwol c portman die ook in
h I ama Leurt nccl a tief I a,.
( ollectie art1c11r)
zwols historisch tijdschrift jrg. 21 – nr. 1 | 3
Redactioneel
De ‘bu e van kutte’: dat verdient een extra dik
themanummer. l aar zal iedereen het mee een.
zijn. De bu ndcrnerning di tu en 1937 en 1982
de tad dienst onderhield, i du danig met Zwolle
verwev n d. t zij bijna net zo’n ik on van de tad i
geworden al de Peperbu . De ‘bu e van kutte
li p ni t oor niet , el een mee in de arnaval –
opto ht. Toen de b kende Zwolse journ, li t \,\/illcm
van der Veen dan ook de reda tic een volledig
manu ript over de gcs hiedenis van het per onen
ervoer in z, llc aanbood, hoefde zij niet na
te denken. Het re ultaat heeft u in handen. illem
van der \ een heeft zijn tek t voor en groot
g deelt kunnen ba eren op de nagelaten aantekening
n an opri hter Herman hult en op
•c r kk n met dien zoon Han . ok heeft hij
rijkelijk kunnen putten uit de i to olie tie van
hulle. Deze uitgav i. en fee t der herkenning
oor elke re htgeaarde z, ollenaar. iedereen heeft
\ cl herinneringen a, n de kleine ‘ itycoache ‘ die
zi h d or de nau, e binnen tad tratcn per ten en
hun tationnetjc hadden p h t Ga thuisplein.
\ ic heeft niet met bewondering gekeken naar het
pra htige Zwol e tad wapen dat hutte-werknemer
Hui in ’t eld ·teeds zelf a hter op de bus ·en
pen eelde. En huil wa meer voor wolle dan
alleen de uitbater van de tad dienst; hij organieerde
vanuit de c ht traat ook vele bu rei je
lang de Rijn. cle Zwollenaren ko ht n bij hem
een ol o of DK\ , an t hij wa ook autodealer.
D e r-te herinnering an Will m van der
e n aan de ‘bu – e van kulle’ konden dicht bij
hui blij en. anuit het raam an zijn uderlijk
hui aan d r t tarkt had hij uitzi ht op d
bu halte. Zijn m der maakte wel een een rondje
met de tad dien tal ze wat opg m nterd moe t
w rd n. 1 et hielp altijd. \ ij wen en u veel leesplezier
tijden uw rit met hutt .
Inhoud
Van paardentram tot
‘de busse van Skutte’
~ .. en loop’n det dutte’
Willem van der een
Auteur
Lijden weg van verlies
en mi lukking
Zoon van veerman
werd bu ondernemer
lakken in de leiding
en bu en in de chaapskooi
Gemoedelijke ringlijn\ aa ierde
uit naar alle , ijken
111s/ng: Het Gnsth11isplei11 begin jnre11 zc5tig,
111et de b11sse11 vm1 c/111tte. ( ollectie ch11tte)
4
10
19
35
4 | jrg. 21 – nr. 1 zwols historisch tijdschrift
\i illem an der een
\lier b11sse11 i•a11 c/11111c
uit het a sorti111e111 w111
vlak m1 de oorlog ( 1948).
\ln11 li11ks 11anr recht :
Dia111ond, B d ord,
Mercedes Be112 en tewart.
( ol/ectie c/11111e)
Van paardentram tot ‘de busse van Skutte’
~ .. en loop’n det dutte’
Al mijn moeder zi h ver eldc, h fd z
maar e n rondj door d tad I maken om
, eer in n goed hum ur te rak n. Dat
deed ze door middel v< n de stad bu , ftewel 'de bu . an ku111:' zoal die d r de Zw Il naren 1 erd genoemd. Ze hoefde er nauwcl ijk de deur voor uil, 1 ant hu lle had zi h vlak v or n hu i op de rote Markt erz k rd an en hal te. Het in lappen alleen al bezorgde mijn moeder een plezierige gemoed temming. Z zwaaide al zï in dat grij blau1 e koekblik om d h k van d Luttekc. traat erd, een. Ov r tnpp n h efd z ni 1. hutte maakte in de ja ren veertig en vijftig van de twintig te eeuw altijd hetzelfde rondje. én met d klok me en één er tegenin. 1 ie noemde hij - met enige trol - lijn 1 n lijn 2. Na een ha lf uurtje I a mijn m eder terug. erk\ ikt d or d aanblik van al die rtr u, d traten, singel en pleinen, 1 aar n Lij oor de z veel te maal met Id cning had ge n tat rd da t ze 11 g al tijd p dezelfde plek lagen. K, iek tap te ze uit bij de halte aan de o erkant, vhk voor de Ho fdwa ht en stak de r te Markt er, blij naar n la h nd al w haar cl r het raam aan zagen k men. Jarenlang he ft z da t uit tapje !gehouden, totdat ze eind jaren ze tig m t verhu izen en er geen bu halre in de nmiddellijk nabij heid va n haar niem e woning te vind n I a . zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 1 | 5 ~!ïn mo d r \ a· tr uwen niet de enige die rijblijvende rondje in de tad bu maakte. m werd ze gezel · hap geh uden d r knaap· di door hun moeder op de bu \ rden gezet om ze een o je k\ ijl l zijn. D haufi ur zorgden er r dat ze weer bij de jui te halte uit tapten. D tad bu en p de rote larkt v rmden e n nv rbrekclïk nderdeel van het leven in mijn uderlijk hui . lijn vad r, d nt\ rp r, t k naar en kun t childerTeun an der V en di altijd oor het raam zat tet kenen en te hilder n, zag ze elk kwartier de markt opdraaien en hun men elijkc lading in het ent rum an de tad aOev r n. 1 hij p warm z mcrdag n de v n t r had opge choven, kreeg hij een fik e nuif mee van de blauw dampen die van de halle beneden op tegen. u ja, die konden er nog \ 1 bij ... bij all igaren die hij to hal rookte. In die jaren wa luchtvervuiling nog niet zo'n punt. Tenmin t niet oor mijn vad r di ndanks zijn gedamp peen paar dagen na n g ntig werd. Hij i trouwen een tijdlang verl t gewee t van die die elwalm, toen de halte was verplaat t naar de toep o r De I larm nie, chuin tegenover on hui . Het had voor h m nog een ander v ordeel. ieu\ gierig al hij wa k n hij p die plek veel beter in d gat n h uden wie er zoal uittapt . Bindend clement 'De bussc van kulle ... en loop'n det dutte'. Een ijzer terk rijmende logan, die alle Z\ ollenaren boven de veertig kennen al ze ten min ree n beetje met het tad diale L vertr uwd zijn. hutt heeft 'm niet zelf verz ,men. Maar niemand kan de aut bu ondernemer an plagia t be huldig 11. D kreet i d r de Lïdcn he n va nzelf ingeleten in het bewu tzijn v n de Zw llenaren. De r van e ond l gaal naar een gelijknamige l\ ol e rijwielband laar die er in de jaren vijftig m e , dverteerdc in de 'Blauwving r ' d rubri k van klein annon in de Zwolse 011mnt. ' en fi t e van kulle ... en I op'n det duu ' w rd daar week-in -week-uit vermeld. or dez imp Ie orm van ervoer i · de lagzin igenlijk nog kernachtiger. ·en fiet loopt imm r niet anzelf. Daar De stnrlsb11s vn11 c/111tte kreeg in 1937 een /,afte op de rotc i\larkr l'lnk 1•oor De Hnr111011ie. ( ol/ectie c/111tte) Diezelfde bus op zijn route die onder meer door de Rhij11vis Fci1h/nn11 langs het ophin Zieke11h11is voerd . ( ollectie c/1111re) 6 | jrg. 21 - nr. 1 zwols historisch tijdschrift Duppies sparen om met Schutte op pad te gaan Hem1n11 h11ttc heft zij 11 busbedrijf door de jnren heen rendnbel ku1111 11 lio11den, doordnt hij to11ringcnr bief exploiteren. Als hij het alleen vn11 de stnrlsdienst l1nrl moeten hebben, zo u cl111tte's To11rs nl snel 11n de T111cC'tie WC'relrloorlog 11nnr de 011dergn11g zijn gevoerd. De exp loitnri e w111 de stndsb11s e11 kostte elk jnnr zoveel geld dnt ge111ee11tclijke subsidie een bittere noodznnk wns. En zelfs met die - veelal krap be111ete11 - overheidsste1111 bleek overleven 111oeilijk eno eg. Her,,inn c/11111 wns een vi11di11grijk mm, die hn11delsgeest pnnrd e na11 li efd voor !,et vnk. Het liefst wns !,ij bezig 111et het org1111iseren vn11 reizen. Dnr z ij11 gamge dnnrnaast ook 110g lier dealerschnp 11a11 11kele gere110111111eerde 111erke11 vn11 perso11e11a11to ', zon Is DK\ V - lm er A 11di - en Volvo, ko11 11itoefe- 11e11, 111as ee n i111p11/s ex rrn 0111 de verliezen van de stadsbussen op te vnngen. Mnnr de ro11ri11gcnrs bleven zijn troef lki11deren. Ze vom1de11 e II ex trn ste11n bij de opva11g va11 de verliezen en dienden ook al resen e, wn1111eer stadsbussen door 111ankementen uitvi /en of bij 0111 envncl,t extre111e drukt e. Bovendien kon Hen 11a11 c/11111 er zijn gevoel voor show en feestelijk vertoo11111ee 11itl ev 11. De rote znal 11m1 de B11ite11sociëteit kwam er z lfs aa11 te pas om 111 e11 e11111etzij11 to11ri11gcnrs 111ee te lat II r iz 11. nnr waren Î11 de jaren vijftig e11 zestig drukbezoc ht e actie -m•o11de11 te beleve n 0111 potentiële reizigers an11 het sparen t krij en. Er werden films gedraaid, er tmrle11 artiesten op en nl de ste111111i11g er goed i11znt hief de hele zaal op de wijs w111 ee n to ent ertijd bekende melodie, gespeeld door de i11 Zwolle roemnicl11e pia11i t /,ri s Ba ckers, een speciaal voor deze gelegen- 1, eid geschreven lied na 11: 's Winters spaart 111en een duppi of wm en 's zo111ers gaan we 111et c/J11tte op pnd. E11 wanr gingen die Z1volle11are11 i11 zo111erse tijden dn11 wel alle man/ met c/1utte's Tours nanr to ? Het begon 111et dagtochten 1uwr bekende I ederln11dse oorden als c/1eve11i11g e11 Zn11dvoort e11 Valkenburg. Spoedig kwamen danr D11it e steden bij, zoals Keulen en Diisseldorf Doordat de 111e11se11 liet wat r11i111er kre 11 e11 de reislust steeds meer toenam, konden 111eerdnag er ize11 11ie1 11itblijve11 . De bussen van chutte werden i11 Pnrij gesignaleerd, i11 het Zwarte Woud, in or111n11dië of zelfs e paardentram passeert de vrijdagmarkt op rote en de Melk111arkt. Deze foto
,erd gemaakt door de bek ll(fe Zwolse i11d11strieel ./. Wi peliveij die in zij11
rije tijd cc1111erdic11Stclijkfot0Rmnf wns. (Foto C.J. \ Vi pel,veij, collectie H 0 )
utig wa de gemeente niet. Ze vondc
het p h t tadhui al erg gen g dat ze niet
zeggen hadden over d dien tui tv ering.
K n nadat hij wa begonnen kreeg an Til t
een on urrent bij. en zekere J. Pek, autove1
huurder uit een Zuid-H !land dorp, eg never
een met een bu j te rijden. Maar al gauw wer
het h m duidelijk dat hij zi h glad p 2′ olie ha
v rkeken. a een paar maanden z ht hij n,
w r zijn h il in het we ten.
Van Til laagde er maar niet in op regelmati~
tijden te rijd n. Hij maakte bepaald tijd tipp
per advertentie in de kr, nl bekend, maar hij hiel
zich er Ie h taan. H t b am n er op ongev r tie
ritten er dag van ‘ m rgcn a ht tol ‘ av nd
negen uur. Een ritje van het zickenhui naar ht
tation f van de r l Markt naar de V ralle
ko tie 12,5 ent. r het traje l ip trik- ceral
1 e of rote larkt-Katerveer m c t men het dub
bele, een kwartje, neertellen. ezicn de gering
verdien ten uit die jaren – de h 1ft van de men c1
beurde nam elijk twintig gulden in de weck
waren die prijzen bepaald pillig ten emcn.
an Til kreeg r in 1926 w er een n urrent bij
garageh uder Rauk pf zag pcnbaar vervo
al een aardig bij erdicn te, maar hij mi rekcnd,
zi h zozeer dat hij het p cdig moe t pgeven e1
er zelfs failliet aan ging.
Door de teed tijgcnde k ten – benzincprij
zen en nd rh ud – 1ing het met an Til knie
g ed. Een li htpuntjc, a dat de pr incie er
ij I hem in 1927 vergunning verleende oor eer
bu dien L naar het Kat r er, voor l\ lle de ni•
ge t egang p
vincial vergunning wa verci t v or een bu ver binding
tu ent, ce gemeenten. En het Kat rvee1
lag immer in Zw llerker pel.
De ondank hield an Til het ni l lang m e1
p eigen enen v 1. H ï kJ pte bij de gemccnt aar
v r ub. idi . Het tad be tuur , eig rde, maai
vertelde er niet bij dat het eigenlijk be l blij wa .
dat het p deze gemakkelijke manier van Van Til
afkon komen. De heren, ar n verre van 1cvrepi ing
zijn er te na \ a . ‘Al d bank er geld in wil teken,
dan kan ik het ook’ ri p hij. Het beh eft geen
twijfel dat zo nlief zijn vad r t en ziel d, nkbaar
aankeek. De bank h, hij niet meer nodig.
Punctu 1
inmidd I druk b zig m l h t bou, en
en. Herman hulte k n zich nu met
e n geru l hart wijden aan het nt\verp n van een
dien tre lin en de va l telling an zijn tarie en.
Van én ding, , hij in elk geval d ordr 11gcn: het
m t beter dan zijn v organg r het hadden
g daan. ral pu11 tueler, ecnv udiger, met
minder kan op ompli atie 11 daard or rend, –
beier. Hij begon met het opzetten va11 een kwarzwols
historisch tijdschrift jrg. 21 – nr. 1 | 25
tierdien t die liep an ‘ morgen half acht tot
‘ av nds elf uur. Tien ent voor e n enk I rei ,
vijftien ent vo reen retour en o r kinderen en …
h nden een tarief van ;,ei. ent. De hauf eur k n
hij 10 overnemen van zijn oorganger l-lardon,
voor een loon an t\ in tig gulden in de I eek.
hutt ging – tere ht – van het tandpunt uit
dat en h ge frequentie van de rilt n n n tipte
handhaving van de rijtijden de allerbelangrijk te
voorwaarden voor u e betekenden. En ook dat
va t halte daar oor een d1 ing nd ei I aren.
Van de gcm nte huurde hij e n garage in d
V ht traat, waar genoeg ruimte v r zijn bu en park
,ou zijn. ! lel \ erd de pi k, , aar ‘ hutte’
î ur ‘ meer dan vc rtigjaar niet meer I g te den ken,
a .
D jeugdige baa m ht dan nog zo v rtva rcnd
zijn, z nder bekwame te hnische hulp zou
hij het niet redden. Maar gelukkig werd hï van het
begin af bijge taan d or een v ortr ffelijke mont
ur, H. Blom, die hem in de er t m eilijke jaren
t t gr te leun wa .
h, 1 aar moet j niet allemaal aan denken al
ie begint aan 7 ’n vc lei ende nderneming?
atuurlijk … de kaartje .. ! au1 gebeld naar de
firma R eland in hicdam die met dat . rt karwettJe
ertr uwd wa . k die zegde tijdige levering
toe. Eind augu tu 19 7 kwam alle binnen.
De bu sen, de kaartje en wat er allemaal nog meer
bï ho rdc. Herman hutte ·1 nd met 1ijn ;,cvcn entwintig
jaren o r de r te tap: een e hte aut –
bu ondern m r te worden.
pto ht
an de vo rav nd an hutte’ · tart met ;,ijn
nieuwe tad dien t I erd Koninginnedag gevierd.
Het leek een hitterend id 111 de nieuwe busen
mee te laten rijden in de traditionele opt ht.
p di manier k n de z, ol e bevolking het be ·t
kenni maken 111 t de rijdende aanwinsten in het
·tad beeld. r p r cd d ni uwste toerwagen,
de iamond , die pla, t b d aan dertig per –
nen. Daarachter kwamen d drie Id ·mobiletad
bu en mei twintig zitplaat en. De kleur
blauw met grij. die latere n begrip I erd, w, hier
voor het eer t te zien in de z, ol tra ten.
hutte be I t om ni t z lf a hter het tuur
van een an zijn bu en te gaan zitten. m de
c/111tte’s eerste l,11s in
193 i11 Olst 1vi1s er een
w111 liet merk tewnrt
met C<'ll rn rrosscric l'll 11 \11111 Leersum. ( ollectie /1111tc) 26 | jrg. 21 - nr. 1 zwols historisch tijdschrift Ee11 lrls111obilc 11it 1937 1•a11 c/111tte 111et de c/111111Je11rs d111111m1 c11 Platje. ( o/lectie c/1111 - te) an de om tand r te p ilen, ging hij lie er er en naar de pto ht kïken. oor niemand opgemerkt - wie kende hem to n in Zwolle? - ond hij een plekje bij de a enp ort. A hteraf bezien hield hij zeer gemengde gev elen ver aan de pontanc pmerkingcn die 0111 hem heen klonken. l lij heeft het later herh aaldelijk verte ld: 1 man I zei: 'Mu'j kieken, det bint de ni 'je tad. bu en van kulle. K n ic 'm niet, hij i en zönnc an ku t te an 't \ ijhe c veer. Die wil èven de en ten van zien va opmaken.' E n ander: ' ow, dan zal '1 wel weer gauw relopen \ èz n met di tad dien t. ·en derde: "1 Ziet er allcmaol pra htig uut, ~ki tierend materiaal, maar ij giet er a t met nö ·· r d blik cm.' 1 het gek dat huttc een b tje aange lagen naar hui li p? t\laar Lijn va tb radcnheid leed er niet ndcr:' lijn eer te geda hte wa : Ik moet la g n, ander maak ik mijn ouder arm! ' c olgendc m r n - 1 eptember 1937, de gr te datum - wa H r111an hutlc al vroeg in de garage aanwezig en ri p de hauffeur bï elkaar. 't Leek hem goed hun te vertellen wat hij de v rige dag p traat van zijn p tentiële klanten had geh ord. Hij gaf hun de vo lgende in tru tie. mee: ' el goed op men n die hun hand op t ken , , ant die wil! n 111 1 de bu mee. V ee beleefd tegen d pa - agier en probeer p tijd te rïden. oral dat laat te, daar gaat h t 111. iemand blijft \ a htcn totdat er\ reen bu k ml. ' zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 1 | 27 ' De hauffeur hcbb n het fanta ti h begrepen ' zei Herman hu tt e jaren later ' a naf het e r te begin draaide 112 tad dien t prima .' k in de garage liep het be. 1. M t zij n m nteur Blom had hutte een hcma opgezet vo r he t nderh ud van de bu n. V\lekelijk bleef elk bu éé n dag in de garage v r on tro le en door meren. 1 het do r de drukte ov rdag nie t kon, clan m e t het maar ' na ht . 1 n die tijd k, am het n g niet in d m n en op m tegen dit oort arbeid i n t protöteren. ' lnte gend cl ', zei d baa , 'de am nwerking \ a fanta ti ch. \ e leken n t é n gro t gezi n. runden het bedrijf al broer ond r elkaa r.' Ook l lerm, n aan taand vr U\ iV[i n deed m e. Zij zat p kant r m de administra ti e te doen en md de chauf~ ur af te rekenen. ok zorgde zij v or het bïvull en an de tr omm ltje met hartje ... Hartj ? Ja , da t \ aren de n pje die kinderen kregen al z met de bu meereden. Het Zw I e publiek b leek het go d te kunnen vinden met de nicU\ e ·tad dien t. 1 n 193 , het eer te ollcdig jaar van xpl itati , erde n er bijna 400.000 men en erv erd, veel 111 er dan r 011111 een jaa r in de b ol e tad bu en had gezeten. De een oud van de ri nglijn - do r d binnen . tad en all e tadswijken - bleek een u : om het kwar tier e 11 bu , de ene m t de klok mee , de andere e r tegenin. De men ·en wi ten waar ze p konden rekene n n tapten vrijwel al ïd pr ic op tijd in . \i el kreeg chutt ' To ur met prob lemen te ka mpen toen zowel de Diez rpoortenbru, , 1. de ieuw Ha enbrug volledig vernieu 1 d moe ten worden. H I had tlink o ml eidingen t t gev lg. Zo reed d bu gedu rend enkele jaren anaf de Brink via het r t \ ezen land o er d a · en p rt enb ru g m zo ia de \ ilh lmina ing I de Diezer traat t bereiken. Maar o nd a nk dit ongerief had Herman huttc all reden m de toekom t met vcrtrou , en tegem et t zien. ' Il waar ik me zorgen o er heb gemaak t, alt heel erg 111 e ' da ht hij bi j zichzelf' wa t ka n n nog verk men? ' De jonge onderne mer had er niet p gcrek nd dat de inte rna tiona le ituatie hem p di tot een heel and r handeh ijze z u dwing n .... De ro te \lnrkt eind jar en dert ig 111 et ti e i11 19_9 nnngelegde ro 1011 - de. \/oor De Harm onie ivn s toe11 e 11 b11 sh11/t e. ( it: 'A ls de Dag mn istcre11 ', 11r 4, Zwo ll e 199 1) 28 | jrg. 21 - nr. 1 zwols historisch tijdschrift Slakken in de leiding en bussen in de schaapskooi De zorgen vo r het nieU\ e bedrijfkwamen eerder dan verwacht. En dat had alle t maken met de internationale t e tand aan het einde van de jaren dertig. Herman chutte n t1 ee van zijn belangrijkste krachten in de werkplaat , Blom en cholten, 1 aren dienstplichtig. In , eptember 1939 werd de mobilisatie van het ederland e leger afgeko nd igd en al p edig viel er bij het drietal thui op de deurmat en brief met h t bevel zich met gez, inde poed voor hun nummer te melden. Plot eling zat de ker verse mevrouw Mien chutte-Do ter er op haar kant ortje alleen voor. at moe t ze zonder onmisbare kra ht n b ginn n met de stad dien t die juist zo goed beg n te draaien? Gelukkig werd via een hoge ambtenaar van d gem ente Zwolle, die wel inzag dat de ·tadsbu en het algemeen belang dienden, bewerk t lligd dat de drie • chutter vo rlopig met groot verlof konden gaan. Het voortbestaan van de tad dien t wa vo r v n erzekerd. 1aar niet voor lang. De internationale drei ging werd teed t rker. Driek, art jaar later, b gin mei 1940, 1 as chutte in Den Haag om een verlenging van zijn verlof aan te ragen. In plaat daarvan kre ·g hij het bevel zich onverwijld te melden! Een dag later zat hij al in Voor boten, 1 aar zïn afdeling lag, en werd daar bela t met het uitdelen an wapens. De volgende dag ,. rd Herman onverwacht bij de kapitein geroepen. Deze bracht hem het dro ige beri hl dat zijn vader op terven lag. nmiddellijk rei de hij naar Zwolle en ging amen met zïn vrouw naar het oud rlijk hui in 01 t, waar ze 's nacht bij vader hutte gingen waken en zijn einde meemaakten. Er zijn van die dagen dat alle treurni en ellende tegelijk komen. ' Morg n in alle vroegte h orden de hutte' veel vliegtuigen overkom n. T en ze de radio aanzetten, boord n z het: de Duit ers vielen het land binnen, het I a 10 mei 1940. Misrekening Mijn zaak .. !' 1 a het eer te wat H rman hutte dacht. Met ien probeerde hij nmiddcllijk z, olie te bereiken maar dat viel niet mee. p de openbare weg waren overal ver pcrringen. Lopend in de uiten aarden en o er afge loten gedeelten van de dijk bereikten ze uiteindelijk het Engelse v\ erk. Maar om van daaruit naar de ech t traat te komen wa weer een he I karwei, omdat in de tad een aantal bruggen wa opgeblazen. ver de h enkuipenbrug die nog in ta t wa , lukte het p het laat te og nblik. Ik wa toen n g zo naïef dat ik d ht dat de Duit er nkundig van mïn bedrijf waren' vertel de Herman hutte later. 'We haalden eer t de benzinepomp voor de garage weg en plakten daarna alle ruiten in de garagedeur di ht. ervolg n ging n w al de wiedeweerga aan de gang met het slopen van de bu ·en. oon iellager , arburateur en ont tekingcn werden verwijderd, 1 aarna we ze op allerl i plekken in Zwolle er topten. 'Dat hebben we flink gedaan!' dachten we bij n zelf. De volgende morgen al kwam de k ude douche in de vorm van een telefoontj : 'of ik zo gauw mogelijk naar hotel Wicntj wilde komen.' Daar zat een Duit e officier te wa hten met een tuk papier waarop zijn bu en nauwkeurig ton den vermeld, met alle bijzonderheden rbij. pionage en erraad I aardt:n in die dagen overal r nd. De Duit"er gaf hutte luid en duidelijk te vertaan dat hij de volgende morg n met zijn bu en mo t voorrijden. ' Ik pr be rd hem wij te maken dat ze do r onbekenden onklaar waren gemaakt en dat de onderdelen waren mecgenom n' herinnerde hij zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 1 | 29 zi h. ' Maar kan nnadc dat 7C de hauffcur! ' t en kre g ik me to h een held - t:r me he n. Ik had maar te z rgen ol ende dag klaar tonden... m ' t ' In het begin van de oorl g wa ik nog bang v r e n Duit . r met een gr te bek. \".Ie hebben n ee n da g e n een na ht rot gewerkt m ze alle ma a l I eer klaar te krij ge n. I e vo lg nd dag moes ten I e militairen ver oeren in de ri hting a n Bcl g1e. clukkig kregen I e de bu en na en paar da g n terug ... m I h,1uffcur en al. ' Hout en turf I aar "l nden de bu n I eer in de garage . aar wat 1110 • t huue erme ? , rad dien ten kon hij ni t rijd n, 1 ani de bruggen I aren ka p t en er I a geen druppel benzine te krijg n. r gin gen tijden v orbij waa rin het j ngc b drijf niet kon uitrich t n. lntu , en\ aren er in de tad auto' ver h nen di e een o n a n ho ge ka hel m cv rd n. Het ble ken ga g n rat r n die m t hout werden •c t okt n die ga produ eerden, 1 aarop 11101 ren konden draaien. hutte had al 1 p n piekeren of di din g n mi s hien ok g hikt vo r zijn bu en kond e n zijn. Hij be 1 1 het er op te I ag n e n ko ht lric g n rat ren , n het 1111..: rk Imbcrt dat 1 •en de k nn er het b t wa . Zow 1 h ui als turf kon daarin al brand tof dienen. Men laa gd er in een gro te partij beuken - en b rk nh ut te bema hti gcn, h ut rten di v !gen djeze lfd e k nn r. het mee t e · hikt waren. ok I erd een gr 1c mec.: ha ni he houtzaag gek ht. T n nd r in, de gara ge een m rkwaardige metam rfo e. Het werd er een omplete hout zag rij n er nt tond ee n drukte van belang. Eer t I erden b mplakken van vijf c.: 111 dik g zaagd die vervolg n in ki in e blokje I erd en gehakt. 1 der en hi lp mee - d hel e lub hauf~ ur , de m nt eur n wie er maar toevalli g bi nn enli p. iemand kreeg de kan om wcrkcloo toe te kijken. Z lf: de baa . stond r g !m atig met een bijl te zwaaien. Maar di zc lfd baas ge bruikte ok ,ijn her en . Hij b da ht dat het h t me t n mi h z u zï n m d genera! ren p en aanhangwagen tje a hter de bu en te lat n ri jden . 1 an h efdc er aan de carro crie ni I te verander n. /)e l'l'l'Sll' f ie:db11s (hier 1•/<1k ,,oor het srntio11 111et n1111 de ol'erk 1111 hotel \ln11 ijte11- beek ) wcrri i1119:9 op dl' ·tnd ·die11st i11gezet. De bus over/cc nc de oorlo , doordat hij toc11 011dcr de t11n •c11 i11 tic gnmg

Lees verder

Zwolse Historisch Tijdschrift 2007, Aflevering 4

Door 2007, Aflevering 4, Afleveringen, Jaartal, Zoek in ons tijdschrift

11 11-
134 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Annèt Bootsmavan
Hulten en
Wim Huijsmans
/ “”· •(/ ,
~ -~- – / ·
Groeten uit Zwolle
BR.)EFKAART
(Carte Postale.)
Ulf•Em mm1mIm1 l iNl81 PQSlllE UNIVEISELLE)
( 1 . (<:~ -J>‘• ;\
~-· ‘:Il / ( Zijde voor he, adres be0temd . (Cóté risert•,: a l’adresse.)
~·r – . · ,r.. -J
AAN ~ . ~ ~r~ —–· -~ – ~ – . GEMEENTE m d / / / /~
Z WOLLE c7~ / ) .
.__A_R_C_H_I E_F_, 0 0712 ~ !
( Collectie H CO)
Diezerkade
Zwolle- Utrecht, 6 april 1901
‘Waarde familie!
Gisteren goed overgekomen. Ook het pak is al gearriveerd.
Alles is hier wel. Hierbij kunt ge zien waar ik
uithang. Zoek maar achter de hoornen. De groeten
van allen, waaronder ook uw toegenegen Neef,
H. C. Jr.
Hoe gaat het met Tante??’
Een gezicht op de Diezerkade, met veel afgemeerde
vrachtschepen . Zwolle was voor de Eerste
Wereldoorlog een belangrijk centrum voor de
binnenscheepvaart. De importantie daarvan
begon pas tijd ens het Interbellum afte nemen met
de opkomst van de vrachtauto. Omstreeks 1900
was het, zoals de ansicht toont, nog een drukte van
belang aa n de kade. Er werd hier met name veel
turf geladen, die uit de Overijsselse en Drentse
veengebieden aa ngevoerd werd door de Dedemsvaartse
Stoomtram (DSM). Het eindstation voor
het goederenvervoer van de DSM lag aan het Blekerswegje,
om de hoek bij de Dieze rkade. Het
begin van het Blekerswegje va lt nog net uiterst
rechts op de afbeelding te zien. De goederentram
kon tot 1939 via de paardentramrails nog over de
Diezerkade doorrijden naar de Thorbeckegracht.
Tegen 1910 werd het zo’n gedra ng bij het
laden van de schepen rond de Diezerkade, dat de
DSM pl annen ontwikkelde voor een speci ale steiger
in de gracht. De gemeente Zwol le verklaarde
zich in 1912 bereid ee n houten loss teiger met twee
sporen te bou wen, die door de DSM gehuurd
werd. Dat op deze steiger ook wel andere goederen
dan turf werden verladen, kunt u lezen in het artikel
Een ongewoon transport van Peter Badcock op
pagina 149.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 135
11 Redactioneel
Het is voor een redactie van een histo risch
tijd schrift altijd leuk om ze lf een historisch
moment te beleven. In dit nummer
van het Zwols Historisch Tijdschrift is dat het geval.
Met gepaste trots kunnen wij de winnaar van de
eerste ZHT schrijfwedstrijd 2007 bekend maken.
Het thema van de wedstrijd was Zwolle in de jaren
zestig. De keuze is geva ll en op het artikel van
Albert Veld , waa rin volgens de redactie het
enthousiasme voor het onderwerp duidelijk naar
voren komt. Het prijswinnende artikel, Zwolse
techneuten in de jaren zestig. Herinneringen aan
mijn schooltijd op de Uitgebreid Technische School
en de School voor Scheepswerktuigkundigen kunt u
natuurlijk in deze afl evering lezen .
Dat historisch onderzoek al lang geen zaak is
van alleen maar chrifte lijke b ronnen blijkt uit het
artikel van de heer Veld, dat gebaseerd is op herinneringe
n. Maar ook beeldmateri aal kan een
belangrijke hi sto rische bron zijn. Hoe een aa ntal
foto’s uit het HCO het vertrekpunt kunnen vormen
voor een speurtocht naa r de inhoud van de
op de foto’s afgebeelde contain ers en tot welke
verrassende vondsten dat kan leiden, kunt u lezen
in het artikel van Peter Badcock.
Het cul turele leven in Zwolle kende ook vroe-
Inhoud
Groeten uit Zwolle
Annèt Bootsma – van Hulten
en Wim Huijsmans
Kleurrijk verleden
134
136
Bekroond Artikel••••••••••
Zwolse techneuten uit de jaren zestig
Herinneringen aan mijn schooltijd op
de Uitgebreid Technische School en
School voor Scheepswerktuigkundigen
Albert Veld 137
De Zwolse Nachtegaal
Ans Stroink: een van ’s lands
beste zangeressen Willem van der Veen 144
Een ongewoon transport
Verslag van een bijzondere speurtocht
Peter Badcock 149
Gedichten in het Zwolse dialect
door Leonard van Laar Maria Hansen 156
ger zo zijn hoogtepunten. Soms ontstegen stads- Boekbespreking 162
genoten de plaatselijke cultuurkringen om op
nationaal niveau furore te maken. Zo ook de zan- Recent verschenen
geres Ans Stroink, de nachtegaal van Zwolle. Haar
car rière wordt door Willem van der Veen aan de Mededelingen 168
vergetell1e id on ttrokken. Maria Hansen beli cht
een ander ta lent, de violist en dichter (in het Zwols Kerstwens 173
d ialect) Leonard van Laa r. Het leek de redactie
toepasselijk voor het laatste nummer van 2007 om Auteurs 174
als voorbeeld van de pennenvruchten van meneer
van Laar zijn Nieuwjaarswens uit 1877 te publiceren.
Omslag: Zwolle in kerstsfeer, de kerstboom bij de rotonde op de Grote Markt,
rond 1970. (Fo to M. Wassenaar)
11-
136 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Kleurrijk verleden
(Foto M. Wassenaar)
Bethlehemkerkplein / Bloemendalstraat
Een sfeervo lle opname van de besneeuwde westkant van het Bethlehemkerkplein, waarschijnlijk begin jaren zestig. De foto
moet vanaf het Refter genomen zijn, rechts zie je nog een stukje van de Bethlehemse kerk. Je had destijds nog ruim zicht op de
Grote kerk en de Peperbus, na de bo uw medio jaren zeventig van het nieuwe stadhuis is dit wat minder gewo rden. Het pa nd
links is Bloemendalstraat nr. 2, onder de (J ugendstil)boog bevindt zich tegenwoordig de doorgang naa r het parkeerterrein
achter het stadhu is. In het pand daarnaast, Betlehemkerkplein 34, werd op initiatief van de loge Fides M utua ( vrijmetselarij ) in
1872 d Zwolse gaa rkeuken gevestigd . Volge ns de Zwolse adresboeken was H.J. van Dijk sinds 1924 woo nac htig op dit adres.
Zijn beroep was keuken mee ter en hij werkte voor de gaa rkeuken. Waarschij nlijk heeft dat geduurd tot midden jaren dertig.
Daarna is hij hier blijkbaar voor zich zelf begonnen als hotel en pensionhouder. Tegenwoordig is hi er het Eetcafé Aa ngenaam
gevestigd en daarnaast, op nr. 32, restaurant ’t Wolhuys. In feite loopt de huisnummering van de Sassenst raat aan het Bethl ehem
kerkp lein gewoon door, Beth lehemkerkplein 28 is dus eigen lijk Sassenstraat 28.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 137
11 Zwolse techneuten uit de jaren zestig
Herinneringen aan mijn schooltijd op
de Uitgebreid Technische School en
School voor Scheepswerktuigkundigen
eigen manier van lesgeven. Samen met ons bouw- Albert Veld
Prijswinnaar Albert Veld werd in 1947 geboren te
Wapserveen. Hij verhuisde in 1954 naar De Wijk,
waar hij zijn jeugd doorbracht. Na de lagere
school ging hij naar de LTS in Meppel. In 1964
zette hij zijn studie voort aan de Uitgebreid Technische
School (UTS) en School voor Scheepswerktuigkundigen
(SvS) aan de Blaloweg te Zwolle.
Je werd niet zomaar toege laten. Ik moest ee rst
een toelatin gsexamen doen voor de vakken
rekenen, algeb ra, meetkunde en Nederl andse
taal. Met een gem idd elde van 7,25 werd ik toegelaten.
Dat examen was mijn ee rste kennismaking
met Zwoll e. In augustus 1964 ging ik voor het
ee rst naa r de UTS. ’s Morgens op de fiets van De
Wijk naar Meppel en vandaar af met de trein naar
Zwolle. In ZwoUe aangekomen met de fiets via de
Westerl aa n, Harm Smeengekade en Hoogstraat
naa r de Blaloweg. Soms gingen we met het Kamperlijntje
naa r sta tion Veerallee, stapten daar uit
en liepen via de veemarkt naar school. Zelfs het
po ntje over de Will emsvaart bestond toen nog.
Leraren
Terugdenkend aan mijn UTS-tijd, herinn er ik me
in de eerste plaats natuurlijk de leraren . Ik noem
bijvoorbeeld Cor Luit, de gymleraa r. Hij was klein
van stuk, maar zeer aanwezig. Zijn ‘opvoedkundige’
praatjes aan het begin van bijna iedere les kan
iedere UTS-er uit die tijd zich nog wel herinneren.
Dan was er ‘Kippe’ van Dijk, de leraa r exacte
vakken, zoa ls rekenen en algebra, met zijn ezelbruggetjes
en li edj es om bepaa lde rekenkundige
begrippen te o nthouden. En je had Sattler, de lange,
die geschiedeni s en aa rdrijkskunde ga f. Hij kon
goed volleyball en. Pietje van Harten gaf praktische
vakken, zoa ls elektrische montage. Hij had een
de hij zijn caravan en liet ons er elektriciteit in
aan legge n. Dat was ook kennis overdrage n.
Toen ik in 1965 na de schakelklas de ke uze
maakte voor de School voor Scheepswerktui gkun di
gen (SvS of Zeevaa rtschool), kwam ik in aa nrakü1g
met weer andere leraren. Johnny van Woerkom
bijvoo rbeeld gaf theoreti sche technische vakken,
zoals: stoomketels, stoommachin es, stoomturbines
en motoren. Hij was een fan van Spa rta
en van voetbal in het algemeen. Als je aan voetba l
deed dan had je bij hem een streepje voo r. Van
Woerkoms lessen waren ook bij zo nder. Op zijn
boekenlij st stonden vele boeken. De één nog
choolfoto van Albert
Veld. Op de School voor
Scheepswerktuigkundigen
was het gebruikelijk
dat de leerlingen een
uniform droegen, alvast
als voo rbereiding op
hun zeevaart carrière.
(Collectieau teur)
11-
138 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 UITGETIREJ]) TECENISCBE SCHOOL TE ZWOLLE
C il F E R L il S T
Toel a t i ng examen 19 6.’t SchakelkJ.as/1.sts klaSNaam
1)_ Ueld
Examennummer
Rekenen
Algebra
Meetkunde
Ned. Taal
Duitse Taal
Engel se Taal
UITSLAG : GESLAAGD -~
P . S .
:O e \Jeeleenlijet e.a, .. e’l.’à~a U -1;,.,,t, -eoo g el’lo.,il:el”-
De cijferlijst van het
toelatingsexamen voor
de schakelklas van de
UTS van Albert Veld,
1964. (Collectie auteur)
mooier dan de ander. Welke scheepswerktuigkundige
scholier uit die tijd kent ze niet. Het scheepsmotorenboek
van J.C. Piek. Zuigerstoomwerktuigen
deel l en 2 van ).P.P. en W. Morrée. Of het prachtige
boek Stoomketels scheepswerktuigkundige door
J. Bonselaar en J.L.A. Hey en de Stoomtabellen van
Ir. J.W. Heil.
Eigen werkboeken
Van Woerkom had zo zijn eigen methode. Van
allerl ei vakken , ketels, motoren, zuigerstoommachines
en turbines moesten we eigen werkboeken
maken, gedicteerd door Van Woerkom en
tekenin gen maken die hij zelf eerst op het schoolbord
zette. Ik heb ze all emaa l nog. Met definiti es
en formules. Zoals de fo rmule van Zeuner: C=9 l ,
✓H; C is snelh eid en H de wa rmteva l. En dan
waren er de verschill ende soorten turbin es: De
Lava!, Zoell y, Curtis en Parson. En je lee rde over
stoomketels, Schotse ketels, Cochran, Babcock en
Wilcox en Foster Wheeler. En motoren niet te vergeten:
van Werkspoor/Lugt, Sul ze r, M.A.N, Stork
en Oxford. Ook over zuigerstoommachines, berekeningen
en diagrammen, schuiven, typen condensors
en appendages.
Ik herinner me ook Warmels, de elektroman, die
per definitie een hekel aan machinisten had en
Dekker de natuurkundeleraa r. Ook had je er Wolf
(de PSP’er) waar we later ook gym van kregen. We
speelden met hem honkbal en tra inden voor de
voetbaltoernooien, op een braakliggend stukje
land, waar nu de WRZV-haUen staa n. Legendarisch
waren de voetbaltoernooien van de scholen
uit Zwolle. Deze werden gespeeld op het
Gemeentelijk Sportpark aan de Ceintuurbaan.
Wij, jochies nog, mochten ons omkleden in de
kleedkamers waar de Zwolsche Boys spelers dat
ook deden. Zwolsche Boys speelde toen betaa ld
voetbal in de tweede di visie. Als relatieve kleine
school, de School voor Scheepswerktuigk undi gen,
stonden we in de finale tegen de grote HTS, we
verloren nipt met 2-1 , maar de dag kon ni et meer
stuk. En Johnny van Woerkom trakteerde op een
pilsje, om nooit te vergeten.
Sportdagen
Ook op sportdagen van de Zeevaartscholen van
Nederland deden we altijd aa rdig mee, met voetballen,
zwemmen en atl etiek. We hadden toen een
aa rdig voetbalteam, met jongens als De Groot, van
der Veen, Schoenmaker, Borst, Hoekerd, Post en
ondergetekende. Met zwemmen hadden we een
kanon in huis, namelijk Hans Spijkerman, die
toen Nederlands schoolslag kampioen was en ook
de kogel en discus een heel eind kon gooien. Aan
die Hans Spijkerman moet ik nog wel eens denken.
Zijn ve rhalen waren vaak geweldi g, vooral
over de vrouwelijke zwemkampioenen. Maar ook
over zij n reizen in het buitenland en wat hij daar
mee maakte. Leren was bijzaak voor hem.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 139
11 T ussen de middag gin gen we met zijn all en naar
de zaak van Dijkhof aan de Harm Smeengekade.
Daar waren vaak ook de meiden van de Inasopleiding.
Ee n biertje werd er toen ook al gedronken
en natuurlijk de beroemde gehaktballen met
satésa us. Jeanne bediende ons. Ze sprak onze taal
en wist orde te houden. iet zo lang geleden las ik
in de Stentor dat ze ook een achternaam had, Edelen
bos, nooit geweten . We kwamen daar niet
alleen tussen de middag, maar ook ’s avonds na
schoolfeestjes in de Bu itensoos of bij de Vrolijkheid
aan de Meppelerstraatweg. Als we moesten
overnachten bij schoolfeestj es, ging i_k naar Henk
Moraal, die erge ns in de Boll ebi este woonde.
1 april grappen
Wat ik ook nooit za l vergeten waren de 1 april
grappen di e elk jaar op beide technische scholen
werden geo rga nisee rd. Dan ruilden we met de
Inas-meiden: de helft van de klas naa r de Veemarkt
en de andere helft naar onze school. Kippe
van Dijk, had een dergelijke kl as ’s morgens in zijn
lokaal zitten. H ij vertrok geen spier, deed net of er
n iets aan de hand was. Hij commandeerde ons
naar de PP (proefwerk positie) en gaf een overhoring
rekenen, wiskunde of algebra.
We gingen tussen de middag ook vaak de stad in .
Daar was altijd wel wat te doen. Per fiets of auto
gingen we bijvoorbeeld naa r cafeta ria Wooldhuis
in de Sassenstraat om lekkere nasi-, bami- of eierballen
te eten. Per auto, ja dat was mogelijk. De
klassen op de Zeevaartschool bestonden namelijk
uit leerlingen met een verschillende achtergrond.
Er waren erbij die al een paar jaar hadden gevaren
op de ‘Grote Vaart’. Die moesten van hun maatschappij
naar school om een diploma te halen. Die
jongens hadden nat uurlijk al verd iend en een auto
gekocht. Boonstra uit Harlingen bijvoorbeeld,
zijn voornaam weet ik niet meer, had een prachti ge
Volvo met een kattenrug. De auto werd volgepropt
met zes of zeven man en rijden maar. Die
nasiballen waren voor een jongen als ik, uit het
kl eine dorp De Wijk, iets totaal nie uws. et als die
glazen deurtjes van de automatiek, waar alles achter
zat. Een paar kwartjes er in en hup, daar had je
de bal.
Opmerkelijke medeleerlingen
Waren er ook opmerkelijke medelee rl ingen naast
Hans Spijkerman? Ja, die waren er. Twee in ieder
geval, die al wat ervaring hadden met va ren: John
Westra en De Vries. Die John Westra had al geva-
Schoolreis van de schakelklas
UTS Zwolle,
1965. Vlnr. Holstein,
Veld, De Lange, Everaars.
(Collectie auteur)
11-
140 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Boven: Schoolreis van
de schakelklas UTS
Zwolle, 1965. Op de
achterste rij vlnr.:
Praas, Pasveer, Schoenmaker,
onbekend, De
Lange, onbekend, onbekend.
Zittend vlnr.:
Eshuis, meneer Sa tt ler,
Holstein, Veld,De Lange,
Everaars. Vooraan
vlnr.: onbekend, onbekend,
Van Goor, Everaars.
(Collectie auteur)
ren als stuurman bij zijn vader op de coasters De
IJssel en Overijssel. John moest zijn diploma
scheepswerktuigkundige halen. Dat leverde zijn
vader een flinke besparing van personeel op. John
was stuurman en mach inist in één persoon. De
andere klasgenoot, De Vries, kwam uit Zwartsluis.
Ook zijn fam ilie bezat enkele coaste rs, De Resnova
en Fem. Toen ik dit verhaal opsch reef heb ik mijn
studi eboeken, die op de vliering keur ig in een
sinaasappelkistje liggen, weer eens bekeken. En
wat vond ik er tussen? Boekjes over de kustvaart
en de Appingdammer Bronsmotorenfabrieken
van 1907 tot 1957. Volgens mij zijn die nog van de
fam ilie De Vries.
Twee gebeurtenissen die ik niet snel zal vergeten
hadden te maken met onze leraa r metaa l meneer
De eerste klas Werktuigkundige Theoretisch (WT) van de School voor Scheepswerktuigkundigen, 1965/66.
Vlnr. De Jong, Helders, onbekend, Ruitenberg, onbekend, onbekend, Groenendijk, Schoenmaker, Tehussa,
Op den Weegh, Groothedde, Veld, onbekend, Hoekerd, meneer Bresser, Westra . (Collectie auteur)
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 141
11 Bresser. Geen voornaam, die wist je helemaal niet.
Nee, allee n meneer Bresser. De ene gebeurtenis zal
in mei 1965 plaats hebben gevonden. Het ging om
een tentoonstelling over de Tweede Wereldoorlog,
in de Bethlehemse Kerk aan de Sassenstraat.
Met meneer Bresser zijn we daar heen geweest. En
hij ontmoette daar iemand die hij niet kende,
maar al pratend kwamen ze er achter dat ze beiden
in hetzelfde ‘verzet’ hadden gezeten. In die tijd
wist men kennelijk niet wie wie was, te gevaarlijk.
Wat bleek: meneer Bresser bracht ergens iets naar
toe en de man die hij tijdens de tentoonstelleng na
zoveel jaar weer ontmoette, bracht het vervolgens
weer ergens anders naar toe.
Een bijzondere en emotionele ontmoeting. Niet
lang na die tentoonstelling overleed meneer Bresser.
Hij was een geliefde leraar. Heel ontroerend was dan
ook het afscheid. Een grote stoet van leraren en leerlingen
begeleidde deze bijzondere man naar zijn
laa tste rustplaa ts op Kranenburg. Dat maakte heel
veel indruk op je, want je wist dat hij niet meer terug
kwam en ons nooit meer ui tleg zou geven of dingen
voordoen en je vaderlijk toespreken.
Leraren en auto’s
Leraren en auto’s, dat was ook geliefd onderwerp
op school. Zo reed Cor Luit, de kleine gymleraar,
in een hele grote Amerikaan. Ik heb een verhaal
gehoord, niet zelf meegemaakt, da.teen groep jongens
zijn auto hebben opgetild, vervolgens op een
paa r houten balken hebben gezet. Toen hij onder
veel belangstelling al zwaaiend weg wilde rijden,
kwam hij geen meter vooruit. En dan had je Johnny
van Woerkom met zijn prachtige Fords of
Opeis, nu antiek, toen al prachtig om te zien.
Brink, de jonge leraar Engels, kocht elk jaar een
nieuwe Diane (Luxe Eend), in alle kleuren kan ik
me nog herinn eren: oranje, groen, blauw en rood.
Later heb ik meneer Brink nog wel eens gesproken
en hij vertelde mij dat hij het toch wel bijzonder
vond les te geven aan een stelletje jongens dat wel
van wanten wist (hij bedoelde de jongens die al
hadden geva ren ). Hij kwam er al snel achter dat
zijn manier van lesgeven voor ons jongens niet
even va nzelfsp rekend was. Hij vond ons lastig,
maa r niet brutaa l. We wisten precies hoever we
konden gaan.
~b ~ L l:. ,,Jri
st1~,.,l
‘)\,i,rrl-
H.D 8,,.,, 1J . sed,e k’e lel
Tekening van een hoge druk Babcock en Wilcox sectie ketel uit het schooldictaat
‘Ketels’ van Albert Veld, tweede klas Werktuigkundige Theoretisch (WT) van de
School voor Scheepswerktuigkundigen, 1966/67. (Collectie auteur)
11-
142 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Voetbalteam School
voor Scheepswerktuigkundigen.
De foto werd
genomen op het
Gemeentelijk Sportpark
aan de Ceintuurbaan.
Staand vlnr.: N ijkamp,
De Groot, Van der
Veen, Schoenmaker,
onbekend. Zittend vlnr.:
De Vries, De Jong, Van
Asselt, Borst, Hoekerd,
Post, Veld. (Collectie
auteur)
Een andere bekende figuur was Nieuwenhuis,
de conciërge, beter bekend als ‘Joepi e’. Hij was een
belangrijke man op school, daa r kon geen directeur
Van Welzen, of de onderdirecteuren Luiten
(de houtbewerking leraa r) of Heida (Engels/
ederlands) tegen op. En je had altijd met hem te
maken, voora l als je klassenve rtegenwoordiger
was. Je moest pasjes bij hem halen om veroorloofd
te laat aanwezig te zijn, omdat je van ve rre moest
komen en je zo vroeg van huis moest.
Teun van der Veen
og een greep uit de legendarische leraren. In de
schakelklas van de UTS kreeg je vrij tekenen en
recl ameschilderen en dergelij ke van ni emand
minder dan Teun van der Veen, de bekende Zwolse
kunstenaar. Geweldig, wat kon die man tekenen,
een les bij hem volgen dat was letterlijk en
figu urlijk een feest. Van Sattler heb ik mijn eerste
interesse voor geschiedenis overgehouden. Wat
kon die man prachtig vertellen en wat moesten we
pennen, hele dictaten over het socialisme, communisme,
li beralisme, Mao en alle andere zaken
die hij belangrijk vo nd. Jammer dat ik dat niet heb
bewaard.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 143
11 Als je in staat was iets te snappen van de wiskundelessen
van Futse laa r, no u dan was je een
bolleboos. Over driehoeken , gelijkvo rmigheid en
all erlei bewij zen. Bij mij ging af en toe het licht
helemaal uit.
Prettige herinneringen
Het was een p rachtige peri ode, die schooltijd op
de UTS en de School voo r Scheepswerktuigkundige
n. Je werd er gevormd en je ve rdere leven kon je
er behoo rlijk op te ren. Waarden en no rmen wa ren
toen gemeengoed.
Tegenwoordig schijnt het iets bijzonders te
zijn. Pre ttige herinneri ngen heb ik aan al die leraren,
die het goed met je voor hadden. Je bent jo ng
en af en toe dwa rs, maa r we wisten wel hoe ver we
ko nden gaa n.
Na deze school ben ik terecht gekomen bij de
Koninklij ke Marin e, daa rna bij de IJsselcentrale in
Henge lo en in 1976 overgeplaa tst naa r de IJssel-
centrale in Harculo en toen was de cirkel weer
rond. Vanaf die tijd wonen we in Zwoll e.
De liefde voor geschiedeni s, die men eer Sa ttler
aan mij heeft overgedrage n, is gebleve n.
Geschiedenis in het algemeen en de laa tste ja ren
de plaatselijke geschiedenis. Lezen over Zwolle,
in dat prachtige boek van Jan ten Hove of in de
boeken van Bert Evenboer, Willem van der Veen
(de zoon van), Ach lieve Tijd en als De dag van
Gisteren en Zwolle mijn Stad. Boeken over het
Oude Eil and, Gedane Zaken van de Hogenkamps.
En n atuurlijk ben ik lid van de Zwolse
Histori sche Vereniging.
Regelmatig ben ik te vinden bij Waa nders en
de Slegte of op boekenmarkten , om iets over
Zwolle te kopen. En de laa tste twee jaa r volg ik de
Zwolse Taal en Cultuur cursus bij Minke Kraa ij er.
Zeg maa r mijn Zwolse inburge rin gcursus.
Want Zwolle is, na een geweldige schoolperiode
van 1964 tot 1968, alweer va naf 1976 mijn Stad.
De tweede klas Werktuigkundige
Theoretisch
(WT) van de
School voor cheepswerktuigkundigen,
1966/67. Staand vlnr.:
Ruitenberg, Veld, Op
den Weegh, Duikers,
Westra, Roelofs, Telussa,
Helders, De Jong,
Schoenmaker. Zittend
vlnr.: Schrier, Boonstra,
Meeuwes, De Vries,
Groothedde, Groenendijk,
Hoekerd. (Collectie
auteur)
11-
144 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Willem van der Veen
Ans Stroink in haar glorietijd,
vlak voor de
Tweede Wereldoorlog.
(Collectie Vis)
De Zwolse Nachtegaal
Ans Stroink: een van ’s lands beste zangeressen
Een bijzonder muzikaal talent ontlook aan
het begin van de twintigste eeuw in de
omvangrijke familie van Doyers en
Stroinks, die in een voorgaande aflevering van het
Zwols Historisch Tijdschrift figureerde. Ans
Stroink heette ze en ze werd in 1898 in Zwolle
geboren . Johan Doyer kon daarom in zijn onlangs
gepubliceerde jeugdherinner in gen nog geen aandacht
aan zijn achternichtje besteden, want hij
beschreef zijn mémoires tot 1885. Maar Ans
Stroink verdient zeker een apa rt verhaal in dit
blad.*
Zoals het publiek aan het einde van de negentiende
eeuw de wereldbefaamde Jenny Lind de eretitel
‘de Zweedse Nachtegaal’ had gegeven, zo werd de
jeugdige Ans een kwart eeuw later bedeeld met
een koosnaam die veel leek op die van de Zweedse
sopraan: de Zwolse Nachtegaal.
Tientallen jaren heeft Ans Stroink als stralende
mezzosopraan een belangrijke rol gespeeld in het
Nederlandse muziekleven. Dat haar naam in de
vergetelheid is geraakt, terwijl vocale evenknieën
als Jo Vincent en Gré Brouwenstein in de herinnering
voortleven, ligt ni et aan haar talent, maa r aan
het misfortuin dat zij al op 44-jarige leeftijd – vlak
na de oorlog – wegens gehoo rstoornissen haar
carrière als concertzangeres moest afbouwen.
Daarna bleef zij de muziek nog tientallen jaren
dienen als lera res aan het Amsterdamse conse rvatorium.
Vooruitstrevend als zij was, kon zij het
Nederlandse muziekleven in deze func tie zelfs
nieuwe impulsen geven.
De oude concertzaal van de nege ntiende-eeuwse
schouwburg Odeon – een nogal aftandse, in 1959
afgebroken pijpenla – was de plek waar Ans
Stroink voor het eerst op het podium stond. Dat
gebeurde in 1916 tijdens de jaarlijkse avond van
de Zwolse Gymnasiastenbond, waarvan zij als
achttienjarige lid was. De Zwolse Courant wijdde
er uitgebreid aandacht aan. De recensent was best
te spreken over haar aandeel: ‘Wij hebben zeer
genoten van de zang van Annie Stroink. Zij heeft
een hele mooie stem en een hoogst muzikale voordracht.

11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 145
11 Het meisje Annie of Anna, later Ans geheten,
kreeg muziekles van haar grootmoeder Anna
Piquet-van Kleef, ook verwant aan de DoyerStroink
familie. In haar geboorteplaats kreeg Ans
al spoedig haar flatteu ze bijnaam ‘de Zwolse
achtegaal’ en gaf zij regelmatig concertjes in
Zwolse zalen en kerken. Dat blijkt onder meer uit
een verslag in de Zwolse Courant van een optreden
in 1919 in de doopsgezinde kerk. De scribent stelde
vast dat de 21-jarige Ans Stroink haar eretitel
ten volle waa rd was.
Groot talent
Haar zangtal ent was te groot voor het zo nietige en
wat ingeslapen Zwolle. Ze ging studeren aan het
Amsterdamse co nservatorium – het meest vooraa
nstaande van het land – bij befaamde leraren als
Jos Tijssen en Jac. van Kempen. Ook de bekende
componist Hendrik C. van Oort, eveneens leraar
aa n het conservatorium, had een hoge dunk van
Ans Stroink. Hij schreef een aanbevelingsbrief,
waarin de vo lgende zin snede voorkomt: ‘Ondergetekende
bevee lt mejuffrouw Stroink met warmte
aan voor het geven van concerten. Zij heeft een
mooie stem en weet ook als artieste indruk te
maken.’
In 1923 kreeg ze haar getuigschrift met lof uit
handen van Julius Röntgen, de beroemde componist,
directeur en een van de oprichters van het
con ervatorium. Hij schreef: ‘Zij is een voortreffelijke
zangeres die ik aan alle concertbesturen en
verenigin gen met warmte kan aanbevelen .’
In de tussentijd trad Ans Stroink al met succes
in verschillende ederlandse steden op. Vele critici
waren het er over eens dat deze mezzo-sopraan
een bijzo ndere allure vertoonde en in verscheidene
facetten van de voca le kunst niet te overtreffen
was. In recitals werd ze vaak begeleid door de eerder
genoemde Julius Röntgen, maar ook door een
jonge pianiste, Lien Vitringa geheten, die evenals
zij Zwolse van geboorte was en samen met haar op
het gymnasium had gezeten. Lien was een dochter
van dokter C.L. Vitringa, een bekende huisarts in
de Overij sselse hoofdstad. Ook zij toonde haar
muzikale talent al vroeg, ging piano studeren aan
het Utrechtse conservatorium en vervolgde haar
studie in Parijs. Tot op hoge leeftijd was Lien
Vitringa, die in Bilthoven woonde, actief als lera res
en begeleidster.
Baanbrekend
Ans Stroink, die inmiddels door haar huwelijk als
Ans van der Bilt-Stroink bekend was geworden,
verrichtte in Nederland baanbrekend werk. Zij
vertolkte onder meer muziek van ni euwe Slavische
componisten als Moussorgsky en Strawinsky,
di e zij in het Russisch vertolkte, alsook Sibelius,
die zij in het Fins ten gehore bracht. Zo werkte zij
in 1925 in het Concertgebouw mee aan de eerste
concertuitvoering van
Moussorgsky’s opera
Boris Godounov, samen
met een aantal buitenlandse
solisten van
naam. In een recensie in
een van de landelijke
dagbladen stond:
‘Vooral Ans van der
Bilt-Stroink viel op
door haar muzikaliteit
en begrip voor de rol.’
Anna Piquet-van Kleef
Detail uit een foto van
een muziekgezelschap
in 1875. De volledige
foto stond afgedrukt in
het Zwols Historisch
Tijdschrift van december
2006, dat aan de
Jeugdherinneringen van
Johan Doyer gewijd
was. Anna Piquet zou
haar kleindochter Ans
Stroink later muziekles
geven. (Collectie HCO)
De in Zwolle geboren
Lien Vitringa begeleidde
haar vroegere schoolgenoot
dikwijls op de
piano. (Uit: Zwolse
Courant, 16-7-1983)
11-
146 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Het geboortehuis van
Ans Stroink, ‘De Spiekennand’,
de winkel
van haar vader, Jan
M.D. Stroink, op Diezerstraat
17. In de deuropening
staat haar
oom, medefirmant
Johan Th . Stroink.
Tegenwoordig zit hier
de koffiecorner van de
Hema. (Collectie P.
Jonkers-Stroink)
Ans Stroink met haar
broer en zussen in 191 7.
Vlnr.: To (Cato
Koning-Stroink), Jan
(laan Herbert Herman),
Ans (Catharina
Anna van der BiltStroink),
Saar (Sara
Johanna), Co (Jacoba
van den BerghStroink),
Truus (Geertruid
Kooi-Stroink).
(Collectie P. JonkersStroink)
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 147
11
Onda nks haa r s ti jge nde roe m die haar ove r d e
g re n ze n brac ht, ve rl oo r zij h aa r ge boortesta d
Zwo ll e ni e t uit he t oog. Dat blijkt uit ee n Zwol se
Courant va n 1925. Daari n s t o nd ee n recensie van
haar o ptred en in Odeo n vo or d e Alliance França ise
. Haa r bege leid er aa n d e pia n o was Co r Ponte n,
d e in Zwoll e legend arische toonkunstenaar.
A nd e re optred ende n van di e avo nd waren E. va n
Reed e en M.M. T ie bout.
In d a t ze lfde jaar kreeg An s sa m en me t haa r
begele id ste r Lie n V itr in ga h aa r ee rste optre d en
voor de rad io, ee n m edium dat in di e tijd n og
h oogst o ngewoon en m et ro ma n tiek omgeve n
was. Het was ee n reek s so lo recit a ls die d oo r midd
el va n e th ergolve n h et lan d werd en in gest uurd
en die minn aa rs va n voca le kunst m et hun o r en
aa n d e dikwijls krake nde luid spreke rs d ee d kl even.
Voora l in het beg in va n d e jaren d e rti g zon g
z ij regelm a ti g voor de microfoon s in Hilversum
e n voerd e d aa r hee l bij zo nd e re programma’s uit,
som s in due t m e t H é lèn e Lud o lph, een ander e
beroemdheid uit di e j a ren . Meestal werd Ans
Stro ink bege le id door de Duitse comp o nist en
diri ge nt Wi lh elm Rettich, di e voor d e n az i’s na ar
Ned erl a nd was gevlu c ht.
Veelzijdig
Ans Stroink stond in he t mu ziekl even van h et
vooroorl ogse Ne d erl and bekend o m haar veelzijdi
g h eid. Met h aa r o pvallend grote stembereik kon
ze ee n di epe a lt z in ge n , m aar oo k ee n hoge mezzo sopraa
n . Bovendie n be hee rste ze ve r scheidene
ge nres . Ze ga f li ed e renrecitals, zo ng in o ratoria en
was ook actief als opera za ngeres . Hoofdrollen vert
o lkte ze in Wagner-opera’s, in Carmen van Bizet
en in Samson en Delilah va n Be rli oz. D e kenne rs
waa rd ee rd en h aa r voo rui tstreven de programm akeu
ze. Beke nd e co m pon ist en a ls H e nk Badings en
H e ndrik Andri esse n droege n we rke n aa n haar op.
Ook betoonde z ij zic h ee n a mbassadrice va n h e t
we rk va n a nd e re ed erl a ndse comp o ni s t en als
Alp ho ns D iepenbrock e n Piet Ke tting. Toen zij
a ri a ‘ s uit Lohengrin va n W agn er verto lkt e, oordeelde
d e destijd s gevr eesd e cr iticus Frieso Molen
aa r ove r haa r: ‘A ns va n d er Bilt -Stro ink is ee n
va n d e beste za nge r esse n va n dit mom e nt in o ns
la nd .’
■ ■ ■ ■
Nog ee n gr eep uit h et grote sca la van arti stie ke
uitinge n , waarm ee An s zich in de jare n twinti g e n
de rtig onde rsc h eidde. Ze zo ng bij v rijwe l all e gro te
orkesten in Ned erland, m et vo orop he t Co n ce rtgebouworkest
onde r W ill e m M e n gelb e rg, P ierre
Monteux e n Edua rd van Beinum . Ze trad op me t
in hun tijd befaamde soli st en als Jo V in ce nt, La u r
ens Bogtm an, Annie H e rmes, W ill em Ravelli ,
Herman Sc hey, Louis va n Tuld e r, Ruth H o m a en
Gré Brouwenstein. Ze was de ee rs t e di e Ru ss isc he
opera voo r d e rad io
li et hore n en n am
daarvoor speciaal
Russische les . H aar
commentaar daarop:
‘ H et voo rd eel is
dat er ni ets ve rloren
gaa t va n de kracht
en beklemtonin g
va n het li ed.’ Om die
red en zo n g zij Sibeli
u s ook in de oor spronke
lijke, Finse
ta al.
Ruth Horna, Gré Brouwenstein
en Ans Stroink
in Mozarts opera ‘Die
Zaüberflöte’, 1939.
( Uit: Zwolse Courant
16-7- 198 3)
Ans Stroink in de tijd
dat z ij d e bijnaam ‘De
Zwo lse Nachtegaa l’
kre eg. (Collectie Vis )
11-
148 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Ans Stroink, in 1978
gefotografeerd in Bilthoven,
bij haar tachtigste
ve1jaardag. (Collectie
Vis)
Lesgeven
Als docente heeft Ans Stroink eveneens een
belangrijke bijdrage geleverd aan het Nederlandse
muziekleven. In 1926 werd ze reeds aangenomen
bij het Amsterdamse conservatorium, waarna in
1928 haa r aanstelling als hoofdlerares volgde.
Deze functie ve rvulde ze vijfentwintig jaar achtereen
tot de pensioengerechte leeftijd in 1963. Ze
vond het hee rlijk om haar gaven aan anderen door
te geven. Daarom had ze tot haar tachtigste jaar
nog verscheidene privé- lee rlingen.
De oorlog betekende een breekpunt in haar
concertca rrière. In 1978 bij haar tachtigste verjaa
rdag zei ze ervan: ‘Er begonnen zich tekenen
van li chte doofheid te vertonen en dat werd langzamerhand
erger. In een concertzaal moet je jezelf
honde rd procent kunnen horen. Zingen is zenuwenwerk.
Je moet er precies op het juiste moment
zijn. En dan ook goed!’
De mooiste zalen vo nd zij destijds de Hannonie
in Groningen en de concertzaal in Haarlem.
En de grote zaal van het Conce rtgebouw in
Amsterdam dan, waar ze regelmatig optrad?
‘Dat is niks. Daar sta je als een roepende in de
woestijn … ‘
Ans Stroink werd heel oud. De Zwolse achtegaal
van weleer overleed in 1994 op 96-jarige leeftijd
in Bilthoven.
Ans Stro in ks officiële naam luidde: Cathari na
Anna. In de fam iliekring werd ze meestal Annetje
genoemd.
De Jeugdh erinneringen va n Johan Doyer werden in
het ZHT23 (2006) nr. 4 gep ubliceerd.
Bronnen
Archief van dr. Pieter Vis te Houten
Zwolse Courant
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 149
11 Een ongewoon transport
Verslag van een bijzondere speurtocht
Lange tijd heeft mij een aantal foto ’s uit de
coll ectie van het Historisch Centrum Overijssel
geïntrigeerd. Op de foto ’s is te zien hoe
containers ui t Groot Brittann ië in de Zwolse
haven bij de Diezerkade ve rladen worden. Hoe
zijn die Britse co ntainers nu in Zwolle verzeild
~ –
… ,
‘ 1 1
geraakt en wat zou er in gezeten hebben. Die vragen
hebben mij jaren beziggehouden. Van mijn
speurtocht daarnaar doe ik in dit artikel verslag.
We zien op de foto ’s het verladen van conta iners
tussen een binnenvaa rtschip en wagons van
de Dedemsvaartse stoomtram aan de ste iger bij de
Peter Badcock
r
Een van de foto’s die de auteur hevig intrigeerden. Omdat de afbeeldingen ongeveer hetzelfde zijn, zijn er bij dit artikel maar twee daarvan
afgedrukt; hier en op pagina 151 . De containers werden met hulp van menselijke spierkracht vanaf het spoor op de juiste plek in het
schip getakeld. Op de achtergrond is de Diezerkade te zien. Ui terst rechts op het chassis van de goederenwagen tussen de spoorbeambte en
de scheepsmast staat het getal 04. Dit zijn de laatste twee cijfers. Het volledige nummer van de wagen was Hl 04, 1931 . (Collectie HCO)
11-
150 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 De steiger van de
Dedemsvaartse Stoomtra
mwegmaatschappij
(DSM). Links is het
goederenstation van de
DSM te zien aan het
Blekers wegje, 1914.
(Uit: Zwolle als industriestad
in 1914)
Brink in Zwolle. Maar wat zat er in de containers’
Waar zijn ze vandaan gekomen? Wat was
hun bes temming? De foto ’s zijn ongeveer tachtig
jaa r geleden gemaakt. Enkele fotografen vonden
het blijkbaar toch de moeite waard om dit tafereel
vast te leggen. In Zwolle bestond het vermoeden
dat het turfprod ucten zouden zijn op
weg naar Engeland. Vreemd, want ook daar zijn
uitgest rekte turfgebieden in het ooste n. H.F. van
der Gri endt, nazaat van de bekende turfstrooiselfamil
ie, vond in 2002 dat verhaal onwaarschijn lijk.
Containe rs werden (en worden) voornamelijk
gebruikt voor tran spo rt van hoogwaardige,
tijdgevoelige lad in gen die tevens kwetsbaar zijn
bij het verladen. H.D.J. Krikke, lid van de Historische
Vereniging Avereest, had het vermoeden
dat het iets te maken had met een lading NoordEngelse
naa i- en breimachines op weg richting
Dedemsvaart. In 1925 vond een flin ke uitbreid
ing plaats van het Dedemsvaartse texti elbedrij f
Dela na dat wollen goederen fabr iceerde. Maar
het archief van dat bedrij f is helaas verloren
gegaa n, zodat dat vermoeden niet meer bevestigd
kon worden.
Dedemsvaartse Stoomtram
In 1809 werd in Hasselt de eerste spade in de
grond gestoken voor de aanleg van de Dedemsvaart.
Bij de opening van de taatsspoo rlijn Zwolle
– Meppel in 1867 werd een station gebouwd bij
de overgang over de Dedemsvaart, d icht bij de
Lichtmis en met de naam ‘Dedemsvaart’ . Het sta tion
was voorzien van faci liteiten voor het verladen
van zwa re ladingen, bij voorbeeld balen turfstrooisel.
Dr. J.G.C. van de Meene heeft teken ingen
van het emplacement in zijn bezit uit zowel 1912
als 1937 waarop een loopkraan staat in getekend.
De achttien kilometer afstand naar Dedemsvaart
dorp werd overbrugd door de Dedemsvaartsche
Stoomtramweg-Maatschappij (DSM). De DSM
koos voor een spoorbreedte van 1067 mm en
opende in 1886 lijnen vanuit Avereest (Dedemsvaart
dorp) naar Heemse-Hardenberg en
Dedemsvaa rt SS. In 1895 legde de D Meen brug
over de Vecht in Berkum. De spoordijk is nog
altijd zichtbaar als een zijtak van de Maatgravendijk
tegenover de Berkumer kolk. Op die manier
werd Zwolle bereikt, met eindbestemming de
Vlasakkers voor reizigers en het Blekerswegje voo r
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 151
11 goederen. In het stadsverkeer (langs de Thomas a
Kempisstraat) waren de trams verplicht niet harder
dan stapvoets te rijden en bovendien liep er
voor de tram iemand met een luid klinkende bel.
iet all een het vervoer van personen, maar
ook dat van goederen en in het bijzo nder van turf
nam bij de DSM een belangrijke plaats in . Zo ontstond
een net met takken naar Coevord en (1897),
Hoogeveen (1905 ), Klazienaveen (1904) en Ter
Apel ( 1907) en, via dikwijls haa tliefde re laties met
zusterondern emingen, ook naar Meppel, Emmen,
Assen en, vanaf 1925, naar di verse plaa tsen in
Oost-Groningen. Het ro llend materieel bevatte
goederenwagens, ondermeer een aantal platte
zogeheten rongenwagens waarop deze contain ers
vervoerd werden, doorgaans met een lengte van
negen meter, maar enkele ook van twaalf meter.
Op de foto (zie afbee lding) zijn de cij fers 04 te
lezen, namelijk op het chass is van de wagen tussen
het hoofd van de spoorbeambte en de scheepsmast.
De eerste karakters zijn echter niet zichtbaar
door de schad uw van de scheepsmast. We hebben
hier te maken met wagen Hl04: ee n nege n meter
lange, twaalf tons rongenwagen op draaistell en,
geleverd door Pennock en in dienst gesteld in
1912. De DSM had in totaal 114 rongenwagens
van diverse leveranciers voor vervoer van turf,
evenveel als alle overige goederenwagens tezamen.
Trams reden af en aan naar de Diezerkade in
Zwolle, waar vele turfschepen lagen te wachten
om de toen zo belangrijke brandstof naar het westen
te vervoeren . In Holland gebruikte men de
turf ook voor de bollenvelden. Rond 19 l O werd
het zo’n gedrang dat de DSM plan nen ontwikkelde
voor een speci ale steiger in de gracht. De
gemeente Zwolle verklaa rde zich in 1912 bereid
ee n ho uten lossteiger met twee sporen te bouwen,
die door de DSM gehuurd werd. De Maa tschapp ij
moest bovendien in het onderhoud bijdragen.
Drie portaalkranen werd en gebruikt voo r het
overladen van de turf en balen turfstrooisel. De
portaalkranen werden niet gebruikt voor het verladen
van deze containers. Misschien waren die te
zwaar. Een baal turf of strooisel woog circa een
halve ton. Bij het overtak elen van co nta iners
maakte men gebruik van de giek van het schip.
De stoomtram mag dan in o nze ogen een vervoerm
iddel zijn waar je met enige nostalgie aan
terugdenkt, snelheidsduivels waren het zeker niet.
Over de afstand van Dedemsvaa rt dorp naa r
Het verladen van de
Engelse containers aan
de steiger hij het Blekerswegje.
Linksachter
is nog een stukje van de
huizen op de Brink te
zien, 1931 . (Collectie
j.H. S.M. Veen)
11-
152 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
Slechts een paar spoorstaven
van het voormalige
goede renstation van
de Dedemsvaartse
Stoomtramwegmaat schappij
(DSM) in het
wegdek va n het Blekerswegje
herinnert Zwo lle
aan de stoom tram , die
in de eerste helft va n de
vo rige eeuw voor plattelandbewoners
het ve rvoe
rsmidd el bij uitstek
was om snel in de grote
sta d te komen . (Foto
redactie )
Z woll e d ee d me n ee n kleine tw ee uur, dikwijls met
vertraging. Personen- en goederenvervoer reden
doorgaans geco mbineerd in dezelfde tram. De
stoomtram bestond, naast de locomotief, meestal
uit een personenwagen en twee goederenwagens.
Het goede renvervoer werd waar mogelijk met
afzo nd e rli jke goe derentrams uitgevoerd, mede
omdat reizigers klaagden over h e t opontho ud
onderweg door het laden en lo ssen van stukgoed
en het rangeren van wagenladingen. De officiële
toegestane snelh eid werd pas in 1925 verhoogd tot
35 km / u (10 à 20 km / u in de bebouwde ko m ) ,
maar h et was al te laat om nog succesvol te conc
urrere n tegen a ndere vormen va n vervoer. De
moeilijkheden ten gevolge van de Eerste Wereldoorl
og konden in de jaren twintig nauwelijks worden
overwonnen. Toen dan ook in 1929 de
were ldrecess ie uitbrak ging het met de DSM,
evena ls met ve le zusterbedrijven, snel bergafwaarts.
Het aantal personeelsleden moest inkrimpen
van 19 7 in 1927 tot 127 in 1934. Het vervoer
van turfstrooisel en andere massa goederen naar
Dedemsvaart SS en Zwolle liep hard achteru it.
Hoewel het personenvervoer lijn voor lijn in de
periode 1933-1935 compleet werd verbust ( de
eigen autobus wa s ander h alf à tweemaal zo sn el )
bleef het goede renvervoer per tramspoor voorlopig
nog wel rendabel. Na ee n korte op leving tij-
■ ■ J;c elk. :Djn bnto wemsohcn
i.e.o..la Tc.rvuld, \”‘

Lees verder

Zwolse Historisch Tijdschrift 2012, Aflevering 4

Door 2012, Aflevering 4, Afleveringen, Jaartal, Zoek in ons tijdschrift

29e jaargang 2012 nummer 4 – 8,50 euro
Zwols Historisch Tijdschrift
Special
Westenholte – Voorst –
Frankhuis Een geschiedenis
in vogelvlucht
Omslag: Frankhuis ten tijde van de Eerste Wereldoorlog.
(Particuliere collectie)
zwols historisch tijdschrift 143
Inhoud
Groeten uit Westenholte Wim Huijsmans 142
Voorwoord Bert de Vries 144
Westenholte is…?
Een geschiedenis in vogelvlucht
van Westenholte, Voorst en Frankhuis
Frank Inklaar 145
Westenholte – Voorst – Frankhuis;
geografische achtergrond
Gerrit van Vilsteren 162
De cornetmuts
Hoe een modemuts in de streekdracht
terecht kwam Aranka Wijnbeek 171
De Christelijke Mondharmonicavereniging
‘Excelsior’ in Westenholte Wim Huijsmans 179
WVF zal altijd dorpsclub blijven
Steven ten Veen 183
De Nederlandsche Gruyère Blokmelk
Fabriek N.V. Gerrit van Vilsteren 189
Zwolle in de jaren zestig
Aflevering 8: De ontwakende driften van de
Zwolse babyboomers (1962-1963)
Jan van de Wetering 198
Veelomvattende dissertatie van
dr. Philomène Bloemhoff
In anderhalve eeuw veranderde veel aan
het Zwolse dialect Willem van der Veen 200
Mededelingen 202
Auteurs 204
Groeten uit Westenholte
Petuniaplein, 1965
Bij gebrek aan een suikerzakje uit Westenholte
dit keer een prentbriefkaart van het Petuniaplein.
Het plein is ontworpen als winkelcentrum voor
het nieuwe Westenholte. Waar eerst koeien
graasden, moesten winkels komen met een buurtkarakter waar je je dagelijkse inkopen kon doen.
Het zou het dorpse Westenholte allure geven. Het
ontwerp van plein en winkels met bovenwoningen is van de hand van architect W. Geytenbeek,
die ook iets dergelijks aan de Campherbeeklaan
in Berkum had ontworpen. Eind 1964 werd het
complex aan het Petuniaplein opgeleverd.
Op de foto zien we uiterst links de houten noodkerk van de Nederlands Hervormde
Gemeente, de latere Stinskerk. Aan het plein kwamen van links naar rechts: de Centrawinkel van
Mannes Kluin, de Boerenleenbank, de textielzaak
van Johan Spijker, het technisch handelsbureau
van Jannes Willems met gereedschappen en ijzerwaren, de Spar supermarkt en Gosen ten Klooster
met een sigaren- en snoepwinkel. In zijn winkel
zat ook een postkantoortje. Opzij kwam een
snackbar.
Naast de winkels aan het plein had de Centrale
Plattelandsbibliotheek in juni 1964 een nieuw
filiaal geopend. Het gebouwtje rechts met daarop
in neon letters Spaarbank bood onderdak aan de
Raiffeisenbank.
Volgens de plannen van de architect werd het
Petuniaplein dat ongeveer tweeduizend vierkante
meter groot is, ingericht als parkeerruimte en
‘gestoffeerd’ met bloembakken. Het plein waar op
vrijdagmiddag ook een kleine markt gehouden
wordt, is nog steeds het kloppend hart van
Westenholte.
142 zwols historisch tijdschrift
Wim Huijsmans
Het Petuniaplein met vrijdagmiddagmarkt, november 2012.
(Foto Jan van de Wetering)
(Collectie HCO)
144 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 145
Het Historisch Centrum Overijssel heeft in
samenwerking met (oud)bewoners een
unieke tentoonstelling gemaakt over de
Zwolse buurten Westenholte – Voorst – Frankhuis.
De tentoonstelling geeft achtergrondinformatie aan de hand van prachtige door de bewoners
ingebrachte foto’s, maar ook de persoonlijke verhalen en herinneringen hebben een plek gekregen
in de tentoonstelling.
Het unieke van de tentoonstelling is dat mensen tijdens de duur ervan hun eigen foto en verhaal
toegevoegen. Hiervoor is een digitaal fotoalbum
gemaakt, waar foto’s in worden opgenomen en
mensen zelf hun verhaal kunnen plaatsen. Dit
album is ook vanuit huis in te zien en reageren op
foto’s en verhalen van anderen is mogelijk.
Het Historisch Café is toegankelijk op iedere
dinsdagochtend van 10.00 uur tot 12.00 uur
zolang de tentoonstelling loopt, een ontmoetingspunt voor iedereen die geïnteresseerd is in
de geschiedenis van deze Zwolse buurten, maar
in het bijzonder voor degenen die er wonen of
gewoond hebben en samen met anderen herinneringen willen ophalen.
Met de expositie, die loopt tot en met
4 januari 2013, wil het Historisch Centrum Overijssel mensen betrekken bij hun eigen geschiedenis. Je eigen verleden bepaalt immers voor een
groot deel ook je eigen identiteit. Zo willen wij een
bijdrage leveren aan leefbaarheid en welzijn in
buurten en wijken. Het project voegt iets belangrijks toe, namelijk de menselijke dimensie van
beleving en ontmoeting. Eerder door het Historisch Centrum Overijssel gerealiseerde wijkprojecten hebben dit ten volste bewezen!
Dit themanummer van het Zwols Historisch
Tijdschrift is het resultaat van al het moois aan
materialen en informatie dat het Historisch Centrum Overijssel vóór en tijdens de tentoonstelling
Voorwoord
heeft mogen ontvangen. Geweldig dan ook dat de
Zwolse Historische Vereniging een themanummer over deze prachtige Zwolse buurten heeft
willen maken, zodat als de tentoonstelling is
afgelopen, naast het digitaal fotoalbum er ook een
rijk geïllustreerd tijdschrift ligt als resultaat van
hoe samen met bewoners de geschiedenis van hun
eigen wijk in beeld is te brengen.
Zo levert een project met bewoners uit een
wijk ook weer een mooie samenwerking op met
onze aloude partner, de Zwolse Historische
Vereniging, waarvoor ik haar van harte wil
bedanken.
Bert de Vries
Directeur Historisch Centrum Overijssel
Wat zou een oer-Westenholtenaar er
van vinden dat een heel nummer van
het Zwols Historisch Tijdschrift aan de
geschiedenis van zijn woonplek is gewijd? Trots,
omdat er toch maar mooi aandacht is voor dit
unieke plekje? Bevreemding, omdat Westenholte
sinds de opheffing van de gemeente Zwollerkerspel in 1967 weliswaar bestuurlijk onderdeel is
van Zwolle, maar om het nu Zwols te noemen?
En aandacht in het Zwols Historisch Tijdschrift?
Hoe het ook zij, Westenholte (en Voorst en
Frankhuis), de buur(t)schappen ten noordwesten van Zwolle, hebben al eeuwenlang van doen
met deze stad en andersom. Om maar het meest
in het oog springende voorbeeld te noemen:
ongeveer de grootste catastrofe die Zwolle ooit
is overkomen heeft zijn oorsprong in Voorst.
In 1324 brandde vrijwel de hele stad af door
toedoen van de hoofdbewoner van het kasteel
van Voorst, kasteelheer Roderik van Voorst.
Maar het kan ook vreedzamer: in 1994 werd de
honderdduizendste inwoner van Zwolle, Kyra
Mepschen, geboren in Westenholte. Hoezeer
de bewoners van het gebied de eigenheid van
hun buurtschappen ook beleven, er zijn redenen
genoeg voor het Zwols Historisch Tijdschrift om
in de geschiedenis van deze drie buurtschappen
te duiken. Westenholte was oorspronkelijk het
gebied vanaf de Konijnenbelten tot en met de
Zalkerdijk; Voorst lag hier ten zuidoosten van en
Frankhuis meer richting Zwolle, vroeger bij het
Zwartewater, nu aan het Zwolle-IJsselkanaal. De
oude buurtschap Voorst is opgegaan in het huidige Westenholte.
Detail uit de topografische kaart rond 1900
met Westenholte, de
Konijnebelten, Voorst
en Frankhuis. Onder
de (nog zichtbare) letters van Westenholte
ligt de Zalkerdijk, waar
de lagere school staat
aangegeven. Duidelijk
zichtbaar is ook de
Kolk. (Collectie HCO)
Westenholte is…?
Een geschiedenis in vogelvlucht van
Westenholte, Voorst en Frankhuis
Frank Inklaar
146 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 147
Kasteel Voorst
Het vroegste begin van de bewoningsgeschiedenis is niet veel verschillend van andere nederzettingen in dit gebied. In een drassige omgeving
zoeken mensen een hogere plek op om droog en
veilig te kunnen wonen. De in deze buurt gelegen
hogere plekken waren rivierduinen. Daar vestigden zich de oer-Westenholtenaren. Of er sprake
was van een Friese nederzetting in een Saksische
omgeving, of dat de wortels te zoeken zijn op de
Noord-Veluwe is niet bekend. De rivierduinen
werden in de loop der eeuwen door de bewoners
aangeduid als de ‘Konijnenbelten’. De naam Westenholte komt van Wesderawalde. Dat verwijst
naar een bosrijk gebied. In oude archiefstukken
komt de naam al voor. Westenholte, eerst alleen
en later samen met Voorst, vormde al vroeg een
marke. Een marke was een soort middeleeuws
collectief van grotere boeren die gezamenlijk het
beheer en gebruik van hun gemeenschappelijke
gronden regelden. Het centrum van de marke
bestond uit cultuurgrond met boerderijen, omgeven door woeste gronden. De marke Westenholte-Voorst werd pas in 1903 opgeheven.
Aan de zuidzijde van de Konijnenbelten stond de
burcht van de machtigste heren uit de buurt, de
heren van Voorst. In 1224 werd de oude burcht
afgebroken en er kwam een nieuw, zeer imposant
exemplaar voor in de plaats. Net als alle adellijke
families in de Middeleeuwen streefde ook de
familie van Voorst naar een zo groot mogelijke
onafhankelijkheid. Twee obstakels vonden ze
hierbij op hun weg: de landsheer (de bisschop
van Utrecht) en de IJsselsteden in de buurt, die
andere belangen hadden dan de Van Voorsten.
Bij vlagen, als de belangen gelijk liepen, trokken
de bisschop van Utrecht en de steden als bondgenoten op. Voor Zwolle had dat in 1324 onaangename gevolgen. De stad werd toen getroffen door
een razendsnel om zich heen slaande brand en
werd praktisch geheel verwoest, kerk en stadhuis
incluis. Alleen het klooster Bethlehem en vijf
burgerhuizen bleven gespaard. Volgens de overlevering was Roderik van Voorst de aanstichter van
het vuur. In 1361 volgde een herhaling van zetten.
Zwolle wenste een gracht te graven van de stad
naar de IJssel en dat moest gebeuren over het land
van de Van Voorsten. Die waren daar niet blij
mee en weer stak een Van Voorst, nu Zweder, een
stuk Zwolle in brand. De ‘Nijstad’, de bewoning
buiten de Diezerpoort, ging in vlammen op. Het
was duidelijk: Zwolle moest zich ontdoen van de
burcht van de Van Voorsten om verlost te raken
van de machtige arm van deze heren. De stad riep
de hulp in van bisschop Jan van Arkel. Met hulp
uit Deventer en Kampen werd kasteel Voorst
belegerd. Vijftien weken bood de burcht weerstand, maar toen met blijden ‘drek en vuiligheid’
over de muur werd geworpen waardoor er in het
kasteel gebrek aan drinkbaar water en ziekte ontstond, was het afgelopen. Het kasteel werd met de
grond gelijk gemaakt om nooit meer opgebouwd
te worden. De ijzeren deur van het kasteel is nog
steeds te zien in het oude stadhuis van Kampen.
De beste stenen van het kasteel werden in Zwolle
hergebruikt bij de bouw van de toren van de
Grote Kerk. Nog in het begin van de negentiende
eeuw werd het laatste puin aangewend voor de
aanleg van zeeweringen tegen de Zuiderzee en
voor de verharding van de weg naar Kampen.
Het terrein waar eens het kasteel stond is nu rijksarcheologisch monument: het Stinspark. Een
houten speelkasteel is een ludieke herinnering
aan de eens zo machtige burcht.
De familie van Voorst bleef overigens niet
lang ‘dakloos’, de zonen van Zweder sloten een
verzoeningsverdrag met de bisschop van Utrecht
en bouwden vervolgens verderop in de toen net
omdijkte Mastenbroekerpolder een nieuw kasteel,
huize Werkeren. Ruim honderd jaar na de bouw
van Werkeren liet de toenmalige bewoner, Johan
van Ittersum, ook weer een huis in Westenholte
bouwen in de buurt van de plek waar het oude
kasteel had gestaan: Huis Voorst. Het gedeelte
van de Mastenbroekerpolder waar Werkeren
stond is tegenwoordig opgeslokt door Stadshagen. Werkeren werd in het begin, Huis Voorst
aan het eind van de negentiende eeuw gesloopt.
Negentiende eeuw
De zanderige rivierduinen werden eeuwenlang
vooral bewoond door twijgensnijders en landarbeiders, al dan niet met een klein keuterbedrijfje.
Het lagergelegen, vruchtbare land daaromheen
was het domein van enkele grotere boeren. Een
reiziger van Kampen naar Zwolle beschreef in
1819 het landschap als volgt: ‘Er loopen twee
wegen van hier naar Zwolle, de een geheel door
Boven: Luchtfoto van het Stinspark in Westenholte. Het Stinspark is gebouwd
op de plaats waar ooit de burcht van de heren van Voorst stond. Bij de aanleg
van het park is uitgegaan van de contouren van de grachten rond het kasteel.
Rechts zijn de velden van voetbalclub WVF zichtbaar. (Aerophoto Eelde)
Onder: Reconstructie van de plattegrond van het kasteel. (Informatiebord
Stinspark, foto Jan van de Wetering)
Boven: Tegenwoordig is
dit houten speelkasteel
in het Stinspark nog
een bescheiden herinnering aan vervlogen
tijden. (Foto Jan van de
Wetering)
Links: Verbeelding
door Teun van der
Veen van de belegering
van het kasteel in 1362.
(Uit: Zwolle 750 jaar
stad in woord en beeld
gevat, 1980)
148 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 149
de klei, doch te smal voor een gepakt rijtuig met
vier paarden. Ik reed dus den anderen, over den
Konijnenberg, eerst door lage weilanden, dan
heide, wederom weiland, en eindelijk open veld
… Ofschoon de heide hier meestal bedwongen
en vruchtbaar gemaakt is, ontmoet men nogtans
enkele duintjes. Dan ook deze ontsnappen niet
aan dien geest van ontginning, dien ik overal
aantrof, en men ziet dat de zandhoop sedert kort
kleiner is geworden en nog gedurig wordt.’* Desalniettemin zou het nog zeker een eeuw duren
voor de ‘konijnenbelten’ grotendeels verdwenen
waren, ook tegenwoordig vallen er nog rudimenten van terug te vinden. Veel van het land was in
handen van grootgrondbezitters, die meestal tot
de stedelijke elite behoorden. Bij Frankhuis lagen
de drie buitens Twistvliet, Ketelkolk en De Bildt.
De lagergelegen gebieden hadden met enige
regelmaat te maken met overstromingen. In 1825
verdronken bijvoorbeeld enkele van de toen
honderdvijftig inwoners van Westenholte. Toch
brachten de overstromingen niet alleen rampspoed. De vruchtbaarheid van het land werd er
ook door vergroot.
Tot ver in de negentiende eeuw vormden Westenholte en Voorst gesloten gemeenschappen, die
niet veel met de buitenwereld van doen hadden.
Zelfs niet met elkaar. De omwonende boeren
kwamen bijvoorbeeld niet op de volksfeesten in
Westenholte. Maar langzaamaan werden de contacten met de buitenwereld makkelijker en werd
de wereld wat groter, ook voor de buurtschappen. Meisjes gingen uit werken als dienstbode
in de stad, waar de jongens werk vonden in de
opkomende nijverheid. Frankhuis, wat dichter bij
Zwolle en aan doorgaande wegen naar Kampen
en Hasselt gelegen, kende een wat andere economische bedrijvigheid. Tussen Westenholte en
Voorst en Frankhuis hadden diverse tuinders en
warmoezeniers hun bedrijfjes. Zo vlak onder de
rook van de stad Zwolle hadden ze een stabiele
afzetmarkt. In Frankhuis woonden wat ambachtslieden, die vooral gericht waren op het boerenbedrijf. Zo waren er smederijen en wagenmakerijen.
Ook was er verzorgende middenstand: onder
meer een melkboer, een bakker, een kleermaker,
wat kruideniers en natuurlijk een café-tapperij.
Soms werd deze bedrijvigheid gecombineerd met
een klein boerenbedrijfje.
Grote bedrijven
Grotere economische bedrijvigheid buiten de
landbouw was er in Frankhuis. In de negentiende
eeuw ontstonden daar twee bedrijven, die elk
voor zo’n vijftig arbeidsplaatsen zorgden. Veel
inwoners uit de buurt vonden er werk. In 1825
vestigde houthandel Eindhoven en Zoon zich in
Frankhuis. Het bedrijf kwam uit Blokzijl. Door
de aanleg van de Willemsvaart was er een directe
verbinding gekomen tussen het Zwartewater
en de IJssel. Vlotten hout uit Duitsland konden
veel voordeliger via de IJssel naar Zwolle worden
getransporteerd dan via de Zuiderzee naar Blokzijl. Op buitenplaats Twistvliet liet Lambert Eindhoven een houtzaagmolen bouwen, aangedreven
door de wind. Vanaf 1857 werd gebruik gemaakt
van een stoommachine. In 1973 werd het familiebedrijf overgenomen door een van de grootste
Engelse houtimporteurs, The Southern Evans Ltd.
In 1989 kwam het bedrijf in handen van Stiho BV
te Nieuwegein.
Het andere grote bedrijf was de Blokmelkfabriek. In 1895 verleende de gemeente Zwolle
Uitsnede van het gebied
Zwolle, Zwartsluis en
Kampen met de Mastenbroekerpolder uit de
kaart ‘Transisalania
Provincia vulgo Overyssel’ uit 1743.
De kaart is gebaseerd
op de in 1648 vervaardigde kaart door
Nicolaas ten Have.
Zichtbaar zijn (op de
rode lijn) Westenholte,
Voorst en Frankhuis.
(Facsimile bij ‘Een
perfecte Lantcaerte van
Overijssel’ 2012)
Rechts: Boerderij met
hooiberg in Frankhuis.
Anoniem, achttiende
eeuw. (Collectie SMZ)
Frankhuis eind negentiende eeuw. Tekening
door J.W. Meijer. (Collectie SMZ)
150 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 151
een vergunning aan de Stoomzuivelfabriek Mastenbroek VOF voor de bouw van een roomboterfabriek. In 1926 werd de stoomzuivelfabriek
overgenomen door NV Nederlandse Gruyère
Blokmelkfabriek uit Den Haag. De Blokmelkfabriek verwerkte melk van boeren uit de verre
omgeving tot blokmelk. Blokmelk was een mengsel van melk en suiker, dat na afkoeling stijf werd
en in blokvorm in kisten werd verpakt voor
verzending naar Zwitserland. Daar diende het
als grondstof voor chocolade. In 1977 werd het
bedrijf onderdeel van Coberco Isoco BV. Sinds
1999 is het onder de naam Sensus Operations een
producent en groothandel in voedingsmiddelen
en voedingsmiddeleningrediënten.
Frankhuis was inmiddels door de aanleg van
het Zwolle-IJsselkanaal in het begin van de jaren
zestig van de twintigste eeuw compleet veranderd.
Het was de directe verbinding met Zwolle verloren. Een fiets-voetgangerspontje moest dit gemis
compenseren. In 1985 kwam er weer een vaste
verbinding in de vorm van een voetgangersbrug
op de hoogte van zo’n negen meter boven het
kanaal. Het kanaal bracht ook aan de zuidrand
van Westenholte en in Voorst grote veranderingen. Langs het kanaal kwamen insteekhavens en
industrieterreinen, die tot op heden het beeld
bepalen van wat nu bekend staat als het industriegebied Voorst.
Het personeel van de firma Eindhoven in 1905. (Particuliere collectie)
Het personeel van de firma Eindhoven in 1938. De foto werd gemaakt op 14 maart, ter gelegenheid van het vijftig jaar in dienst zijn
van Egbert Drost. Staand achterste rij vlnr.: Jo Drost, Jan Willem ten Hove, Jan Huizen, Gerrit Drost, Dorus Heres, Reindert Drost,
Sip Heres, Albert van Rijssen, Jan Lubbers, Berent Jan Brinkman, Berent Kluinhaar, Wiechert Bastiaan, Rinus van Duuren, Gait Jan
Hultink, Jan Bastiaannet, Frederik Drost, Hein van Leiden, Jaap Schinkel, Roelof Lemstra, Reize Lemstra, Kees van der Molen, Derk
Drost, Mannes Heideveld, Bert Borst, Coen Nijmeijer, Jacob Palm, Albert Dijkslag, Jo Wever. Voorste rij: Jochem Ammer, Herman
Drost, Bos, Wiechert Korpershoek, Henzen, Arend Zijlstra, Van Buren, Herman Halfwerk, Van Hall, Van Hall, ? , Jannes Drost, Gijs
Kloot, Derk Voeten, Jo Korpershoek, Eikelboom. Zittend de jubilaris Egbert Drost. (Particuliere collectie)
Links: Luchtfoto uit
1948 van de houthandel Eindhoven in
Frankhuis. Het water
op de voorgrond is
de Trekvaart, op de
achtergrond is de Blokmelk-fabriek zichtbaar.
(Foto Aviodrome)
De Gasthuisdijk richting Frankhuis. Rechts zijn de
graafwerkzaamheden voor het Zwolle-IJsselkanaal
zichtbaar. Op de voorgrond staan Tonnie en Marja
Hullen, begin jaren zestig (Particuliere collectie)
152 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 153
Keren we terug naar Westenholte rond 1900. Ook
daar drong de moderne tijd steeds meer door.
Niet alleen gingen Westenholtenaren werken in
Frankhuis, of zelfs in de stad, maar ook kwamen
geschoolde arbeiders uit Zwolle in Westen

holte wonen. Op kleine schaal werden er nieuwe
woningen gebouwd, oude verhoudingen verdwe

nen. Het accent van de nieuwbouw lag vooral in
Voorst. Met name langs de Voorsterweg was wat
middenstand (bijvoorbeeld rijwielhandel Schutte
en kruidenier Kluin) en nijverheid in de vorm
van een smederij, een timmermansbedrijf en een
houtzagerij. Houtzagerij Van Dijk groeide na de
oorlog uit tot een bloeiend bedrijf. Aan dezelfde
Voorsterweg kwam ook het klompenbedrijf van
de gebroeders Van Vilsteren, GeVaVi. Tussen
1962 en 1978 groeide dit bedrijf uit tot een grote
werkgever voor maar liefst zo’n honderd man
personeel. In 1993 werd de productie overgehe

veld naar de firma Nijhuis in Beltrum. GeVaVi
is anno 2012 een groothandel in de verkoop van
klompen, klompschoenen, veiligheidssneakers
en trendy slippers. Ook werkkleding en bescher

mingsmiddelen behoren tot het assortiment.
Na de aanleg van het
Zwolle-IJsselkanaal
begin jaren zestig was
Frankhuis afgesneden
van Zwolle. Een fietsvoetgangerspontje
vormde toen de directe
verbinding. Deze foto
dateert uit 1985, het
pontje werd een jaar
later vervangen door
een voetgangersbrug.
(Collectie HCO,
Redactiearchief
Zwolse Courant)
De werkplaats en het
woonhuis van Jan Hen

drik Schutte, rijwiel

handelaar en -herstel

ler aan de Voorsterweg.
Het rijmpje:
‘N fietse van Skutte
En loop…’n det dutte
Met de wind in ’e rugge
Over d’Iesselbrugge’
was van deze familie
Schutte afkomstig. De
familie Schutte die de
autobusmaatschappij ging exploiteren
maakte daar later de
veel bekender geworden
variant ‘De busse van
Skutte’ op. (Particuliere
collectie)
De Essopomp aan de Voorsterweg van Schutte, begin jaren zestig.
(Particuliere collectie)
Kapsalon Tielenburg aan de Voorsterweg,
jaren veertig. (Particuliere collectie)
Gerrit van Dijk, met
sigaar in de hand,
met al zijn zonen,
omstreeks 1950. De
houthandel werd opge

richt in 1924 en was
gevestigd aan Voorster

weg 60. (Particuliere
collectie)
Links: Houthandel van
Dijk, omstreeks 1960.
(Particuliere collectie)
Rechts: GeVaVi in
1982. (Collectie HCO,
Redactiearchief Zwolse
Courant)
154 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 155
Een eigenstandig dorp
Na de Tweede Wereldoorlog werd Westenholte
onbetwist de grootste bevolkingskern. In de jaren
vijftig kwamen er nieuwe huizen, eerst als opvulling tussen de bestaande bebouwing (bijvoorbeeld
langs de Westenholterweg, maar ook in het stukje
van de Korenbloemweg en de Anjerweg tot aan de
Rozenweg) en later op verworven terreinen op de
Konijnenbelten. Er werd gebouwd van de Lupineweg tot aan het Petuniaplein en later tussen de
Ridder Zwederweg en de Papaverweg. Westenholte begon meer en meer op een eigenstandig
dorp te lijken en daar horen ook meer voorzieningen bij. In 1965 kwam er een echt winkelcentrum
op het Petuniaplein. Kruidenier Kluin opende
daar een Centra en er kwam ondermeer een slagerij, een textielwinkel en een sigarenwinkel annex
postagentschap. Ook de bibliotheek kreeg een
vestiging aan het Petuniaplein. Vlakbij werd ook
in 1961 de Stinskerk in gebruik genomen. Deze
kerk was de opvolger van het Eben Haëzergebouw
aan de Westenholterweg. Dit gebouw dat door
de weeks in gebruik was voor vergaderingen en
voorstellingen, bood Westenholtenaren op zondagavond en vanaf 1958 ook op zondagochtend
gelegenheid ter kerke te gaan. De Stinskerk maakte het gebruik van Eben Haëzer voor kerkdiensten
echter overbodig.
Bij een eigenstandig dorp hoort ook een
gemeenschapshuis, zeker in een dorp als Westenholte waar het bruiste van het verenigingsleven.
De verwevenheid van het verenigingsleven en het
gemeenschapshuis blijkt uit de ontstaansgeschiedenis van De Ark. Dit gebouw komt rechtstreeks
voort uit de organisatie van schaatswedstrijden op
De Kolk aan de noordwestkant van Westenholte
bij de Zalkerdijk. In 1939 was de ijsvereniging
WVF opgericht. Tot 1947 werden de schaatswedstrijden op De Kolk gehouden. Hierna kwam er
een ijsbaan, die door de Westenholtenaren zelf was aangelegd. De baan werd in 1968 zodanig vergroot dat er een wedstrijdbaan van vierhonderd
meter kon worden uitgezet. Bij een ijsbaan hoort
een koek-en-zopie tent. Ook deze werd door de
leden van de ijsvereniging in 1953 zelf gebouwd.
Door het groeiend aantal leden werd dit bouwsel
al snel te klein. Opvolger werd De Ark die in 1959
gereed kwam. Naast de ijsvereniging vond ook de
volleybalclub hier zijn onderkomen. Vergaderingen, voorstellingen, bruiloften, feesten en partijen
zorgden ervoor dat De Ark als een echt gemeenschapshuis voor Westenholte diende.
De Ark werd aanvankelijk geëxploiteerd door
de leden van de ijsvereniging, maar dit werd juist
door het succes en de hoge bezettingsgraad van het
gemeenschapshuis voor deze vereniging een veel
te zware belasting. In 1973 werd De Ark vervangen door het moderne ontmoetingscentrum Het
Anker. Dit jaar, 2012, worden plannen ontwikkeld
voor Het Nieuwe Anker, dat moet worden ondergebracht in het nieuwe zorgcentrum Westenhage.
Naoorlogse nieuwbouw, de Lupineweg en
Papaverweg in 1965.
(Particuliere collectie)
In 1961 werd de nieuwe Stinskerk in gebruik genomen. Op de foto staat de leiding van de zondagschool ‘Waakt en bidt’. Staand vlnr.: Rince Pasen, Jan Bos,
Gerrit Zwakenberg, Henk Dol. Zittend de dames: Jennie Bredewout, Dienie
van Voorst, Riek van Weeghel , Anneke Docter en Klaasje Riezebos . (Particuliere collectie)
Gasten op het veertigjarig huwelijksfeest van Geurt
Borst (1899-1976) en Marie Knol (1898-1981).
Zij waren op 23 juli 1925 in het gemeentehuis
van Zwollerkerspel getrouwd. Het huwelijk bleef
kinderloos. Het feest werd in 1965 gevierd in hun
boerderij aan de Zalkerdijk nr. 16. (Particuliere
collectie)
Bouw van De Ark, 1959. (Particuliere collectie)
De Ark. (Collectie
HCO, Redactiearchief
Zwolse Courant)
Opening van het
nieuwe wijkcentrum
Het Anker, door wethouder Ter Bekke,
jaren zeventig. (Collectie HCO, Redactiearchief Zwolse Courant)
156 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 157
De Kolk was niet alleen de oorsprong van de
ijspret in Westenholte. ’s Zomers was het de plek
om te zwemmen, te vissen, of bootje te varen. Een
ideale plek voor een echte recreatieplas zou je zeggen. Al in 1959 waren er plannen in deze richting.
Ook de wijkvereniging WVF spande zich in voor
dit idee. Maar er waren ook andere, economische,
belangen. In 1970 bleek dat houthandel Van Dijk
De Kolk nog steeds mocht gebruiken om boomstammen te laten wateren. De wijkvereniging zag
af van verdere plannen tot het maken van een
recreatieplas.
Westenholte was (en is) een gemeenschap met veel
reuring. De ijsvereniging WVF en de volleybalclub
kwamen al ter sprake. Op sportgebied is er verder
de voetbalvereniging WVF. Dit jaar bestaat deze
vereniging vijfenzeventig jaar. De club werd opgericht door vijf twaalf- en dertienjarige schooljongens die graag een balletje trapten op het grasveld
naast de openbare school. Binnen een maand hadden ze een voetbalclub met de naam Quick geregeld. En wat is een voetbalclub zonder wedstrijden?
De eerste wedstrijd was tegen het Kampense KHC.
Helaas was het resultaat niet positief… De club
sloot zich aan bij de KNVB en met ingang van
het seizoen 1941-1942 kon het aan de competitie
meedoen. Nog wel een mits: de Duitse bezetter
stelde de eis dat de naam veranderd moest worden.
Zo kwam de naam WVF, naar de buurtschappen
Westenholte, Voorst en Frankhuis. De club kreeg
een nieuw voetbalveld bij boer Jacobs, waar nu
het ontmoetingscentrum Het Anker is. In 1979
verhuisde WVF naar het nieuwe sportcomplex De
Weide Steen. En WVF is nog steeds springlevend,
getuige de 850 leden in 2012.
Ook muzikaal laat Westenholte van zich
horen. De oudste nog bestaande vereniging
in Westenholte is het gemengde koor Zang en
Vriendschap, dat al van 1918 dateert. Maar vlak
daarna, in 1920, is de oprichtingsdatum van
muziekvereniging Excelsior. Weliswaar opgericht
als fanfarekorps in ’s-Heerenbroek, was het toch
al snel een Westenholtense vereniging. Pas bij het
veertigjarig jubileum in 1960 kregen de muzikanten voor het eerst een uniform. Nu is Excelsior
een volwaardige muziekvereniging die heel actief
is. Geregeld worden concerten gegeven en neemt
men deel aan concoursen, festivals en optochten.
De naam Excelsior heeft in Westenholte nog een
muzikale invulling gehad: de Christelijke mondharmonicavereniging Excelsior. Dit Excelsior
werd als onderafdeling van de Christelijke Jongemannenvereniging in 1929 opgericht. Een paar
decennia zat er muziek in de mondharmonica,
maar rond 1960 viel het doek.
Roeien op De Kolk, Eva
Zwakenberg en Janna
ter Stege, jaren dertig.
(Particuliere collectie)
Rechts: Zwemmen in
De Kolk, Eva Zwakenberg en Willem en
Janna ter Stege, jaren
dertig. (Particuliere
collectie)
Schaatsen op de baan van ijsvereniging WVF in 1995. IJsvereniging WVF werd
in 1939 opgericht. Dankzij de belangeloze inzet van veel vrijwilligers leidt de vereniging al jaren een bloeiend bestaan. In de beginjaren werd er geschaatst op De
Kolk. Omdat het ijs daar lang niet altijd betrouwbaar was werd er na de oorlog
een eigen ijsbaan gerealiseerd. De opening vond plaats in december 1946. Eind
jaren zestig kon met medewerking van de gemeente en de eigenaar van een aangrenzend perceel de baan vergroot worden tot een 400 meter baan, deze werd in
jan. 1970 in gebruik genomen. (Collectie HCO, Redactiearchief Zwolse Courant)
Meisjes van de ijsvereniging omstreeks 1950.
(Particuliere collectie)
Kortebaanwedstrijd op de ijsbaan Westenholte op
4 januari 1993. (Collectie HCO, Redactiearchief
Zwolse Courant, foto Freddy Schinkel)
Het gemengde koor Zang en Vriendschap in de jaren twintig. Het vaandel
dateert uit 1926, misschien werd toen deze foto gemaakt. Het koor werd in
1918 opgericht. Initiatiefnemers waren drie jongemannen, Van Zuthem,
Heddema en Breunis, leden van de christelijke jongemannenvereniging. Zij
wilden echter een gemengd koor oprichten. Zang en Vriendschap ging van
start met achttien dames en vijftien heren. In 1924 ging men voor het eerst op
concours. Het koor heeft in de loop der jaren veel prijzen in de wacht gesleept.
Er werd en wordt allerlei soorten muziek gezongen, zoals geestelijk, opera, operette, klassiek en musical. (Particuliere collectie)
In 1995 bestond de volleybalvereniging Westenholte veertig jaar.
Daarom werd er een
stratenvolleybalevenement georganiseerd
met 120 teams. Burgemeester Jan Franssen
opende het toernooi
met het oplaten van
ballonnen. (Collectie
HCO, Redactiearchief
Zwolse Courant)
158 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 159
En dan is er nog de actieve buurtvereniging.
Sinds 1954 kende Westenholte de vereniging voor
Plaatselijk Belang die de belangen behartigde van
de buurtschappen Westenholte, Voorst en Frank

huis. Zo maakte men het zwemmen in De Kolk
mogelijk en regelde men de eerste telefooncel. De
vereniging stond aan de wieg van de bejaarden

sociëteit en van de speeltuinvereniging. En men
richtte een buurtvereniging op, speciaal bestemd
voor het organiseren van jeugdactiviteiten, bin

go’s, droppings en de jaarlijkse bejaardentocht.
Men koos hiervoor de originele naam WVF…
maar nu in de betekenis van Wij Vieren Feest.
In 1972 fuseerden Plaatselijk Belang, de speel

tuinvereniging en Wij Vieren Feest. De krachten
werden gebundeld in de Wijkvereniging WVF. In
1974 verscheen het eerste exemplaar van het wijk

blad De Stins. De wijkvereniging kent tegenwoor

dig een groot aantal werkgroepen, zoals de werk

groep Badminton, de werkgroep Dierenweide, de
werkgroep Huttendorp, de werkgroep Jeugdland,
de werkgroep Kinderactiviteiten, de werkgroep
Volkstuinen en de Vrouwenwerkgroep. De werk

groep Toneel gaf haar eerste voorstelling in 1984.
De toneeluitvoeringen zijn nu een vast jaarlijks
evenement.
Westenholte-Stins
Het is duidelijk dat Westenholte een actief vereni

gingsleven kent en dat men veel samen doet. Dat
zelfs nadat eind jaren zeventig, begin jaren tachtig
het dorp naar verhouding explosief is gegroeid
en er veel nieuwe bewoners bij heeft gekregen.
‘Nieuw-Westenholte’, het deel ten zuidwesten van
de Steenboerweg tot aan de Stinsweg heet offi

cieel Westenholte-Stins. De uitbreiding was een
voortvloeisel van de gemeentelijke herindeling
van 1967, waarbij de gemeente Zwollerkerspel
werd opgeheven. Westenholte, Voorst en Frank

huis kwamen bij de gemeente Zwolle. Onder de
vleugels van Zwolle kreeg Westenholte zijn eigen
variant van de bouwmode uit de jaren zeventig.
Ook hier onder meer een bloemkoolwijk met
woonerven, maar wel op de schaal van Westen

holte. Tussen 1978 toen de eerste steen voor de
woning Akkerhoornweg 1 werd gelegd en 1985
verdubbelde in Westenholte het aantal woningen.
Overigens was het niet allemaal steen wat de klok
sloeg. Zoals dat betaamt in een nieuwe wijk kreeg
Westenholte ook een open recreatieruimte, het
Stinspark. Precies op de plek waar eens het mach

tige kasteel van de heren van Voorst stond.
Net als in de groeiperiode in de jaren vijftig bete

kende meer inwoners meer voorzieningen. De
Stinskerk werd te klein en er kwam een nieuwe,
die in 1992 met een speciale eredienst in gebruik
Zang en Vriendschap
tijdens een optreden in
maart 1993. (Particu

liere collectie)
Duivenvereniging
‘De Vriendenkring’
in de jaren dertig.
(Particuliere collectie)
werd genomen. Na een reconstructie breidde het
winkelcentrum Petuniaplein zich in 1983 uit met
een cafetaria, een drogisterij en een bloemen

winkel. Dat oud-Westenholte nog niet helemaal
gewend was aan al die nieuwkomers kreeg een
symbolische vertaling in de paaltjes die werden
geplaatst tussen het Petuniaplein en de Arnicaweg
Links: De kinderboer

derij in het Stinspark,
1993. (Collectie HCO,
Redactiearchief Zwolse
Courant)
Rechts: De volkstui

nen Westenholte aan
de Zalkerdijk, 1983.
(Collectie HCO, Redac

tiearchief Zwolse Cou

rant)
In 1979 werden de
eerste huurwoningen
aan de Arnicaweg in
Westenholte-Stins
opgeleverd. Op de foto
een van de twee inge

richte modelwonin

gen. (Collectie HCO,
Redactiearchief Zwolse
Courant)
De scheiding tussen
oud en nieuw Wes

tenholte kreeg een
symbolische vertaling
in de paaltjes die wer

den geplaatst tussen
het Petuniaplein en
de Arnicaweg om het
doorgaande verkeer te
voorkomen. In 1992
werd het plein opnieuw
heringericht en ver

dween deze barrière
die in de volksmond
de ‘Berlijnse muur’
was gedoopt. (Collectie
HCO, Redactiearchief
Zwolse Courant)
160 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 161
om het doorgaande verkeer te voorkomen. In
1992 werd het plein opnieuw heringericht en verdween deze locale variant van de Berlijnse muur.
Westenholte was nu echt één.
Ook voor het onderwijs had de grote uitbreiding gevolgen. In 1979 werd in Westenholte-Stins
een nieuw scholencomplex geopend waar de openbare school en de christelijke school een plekje
kregen. Al op de kadastrale kaart van 1832 staat
een openbare school vermeld aan de Zalkerdijk.
In de jaren zestig van de twintigste eeuw kwamen
er een openbare kleuterschool en lagere school,
de prof. Kohnstammschool en de Knienenbelt
aan de Papaverweg. In 1979 verenigde het hele
openbare onderwijs zich in De Ridderspoor in het
nieuwe schoolcomplex aan het Korianderplein. De
geschiedenis van de christelijke school begon in
1922 toen aan de Westenholterweg een drieklassige lagere school kwam te staan. In 1963 werd
het gebouw zodanig vergroot dat er wel van een
nieuwe school kon worden gesproken. Het bood
huisvesting aan De Wiekslag, zoals de school was
gaan heten. Door het toegenomen aantal leerlingen verhuisde de naastgelegen kleuterschool Het
Hummeltjeshonk naar de Rozenweg en betrok De
Wiekslag de vrijgekomen lokalen. In 1979 opende
een nieuwe christelijke school, De Akker, op het
Korianderplein de deuren. De fusiegolf in het
onderwijs ging ook Westenholte niet voorbij. In
1995 gingen De Wiekslag en De Akker op in De
Morgenster. Waar de openbare en de christelijke
basisschool hun plek hebben gevonden aan het
Korianderplein is de katholieke basisschool gevestigd aan de Papaverweg. De geschiedenis van het
katholieke lager onderwijs in Westenholte is kort.
Pas in 1962 startte men in De Ark. In 1965 nam
De Kerspel een nieuw houten noodgebouw aan de
Korenbloemweg in gebruik. Daar bleef men tot de
verhuizing in 1979 naar het oude schoolgebouw
van de openbare lagere school aan de Papaverweg.
In 1998 ging De Kerspel op in een grote katholieke
basisschool, De Vlieger, die de hoofdvestiging in
Stadshagen heeft.
Met het noemen van Stadshagen is wellicht de
grootste recente verandering genoemd. In een
mum van tijd heeft Westenholte een grote Vinexbuurwijk gekregen. Frankhuis is zelfs grotendeels
door deze wijk opgeslokt. Westenholte is verder
ontsloten met een futuristische fietsbrug en een
fietstunnel naar Stadshagen. In het buitengebied
tussen dorp en IJssel is een prachtig natuurgebied
ontstaan, de Vreugderijkerwaard. De nieuwste
aanwinsten voor Westenholte zijn het woonzorgcentrum Westenhage aan de Voorsterweg en de
biologische schapenboerderij De Vreugdehoeve
aan de Zalkerdijk. Binnenkort zal er een begin
worden gemaakt met de bouw van het nieuwe
ontmoetingscentrum.
Er is veel veranderd, maar ondanks alle veranderingen bestaat het oude dorpsgevoel nog steeds.
Er is een grote betrokkenheid van de gemeenschap bij alles wat er in Westenholte gebeurt,
wat zich uit in het bloeiende verenigingsleven.
De wijkvereniging is buitengewoon actief en er
wordt van alles in Westenholte georganiseerd. Als
de vraag in de titel van dit artikel moet worden
beantwoord, dan is misschien wel het beste antwoord: Westenholte is een Zwols dorp.
* Uit: Mr. C.W. van der Pot, Zwolle’s omgeving
omstreeks 1900, Zwolle z.j.
Koninginnedag in
Westenholte, 1970.
(Particuliere collectie)
Tante Sien
Dan regelde Klaas chocolademelk via de Blokmelkfabriek. Die
verkocht Sien voor de ijsclub, aanvankelijk gewoon op het ijs,
later vanuit een schuurtje en nog later vanuit De Ark. Sien en
Klaas konden erg boos worden als anderen de chocolademelk
met water verdunden om zo meer te kunnen verkopen. Sien
hield zelf ook erg van schaatsen. Dochter Klaasje: ‘Een paar
zwarte gympen aan, een rok en een zwart alpinopetje op en
rijden maar. Mijn ouders schaatsten altijd kruislings. Heel
vroeger deed mijn vader met wedstrijden mee op de sokken op
de schaats.’ In de tijd dat de ijsvereniging De Ark exploiteerde,
hielp Sien ook altijd volop mee bij bruiloften en partijen.
Tante Sien was ondermeer een actief lid van de Plattelandsvrouwen Zwollerkerspel. Zij en Klaas werden medio
jaren negentig door carnavalsvereniging ‘De Knienebelters’
gehuldigd omdat ze zoveel voor Westenholte hadden gedaan.
Bij de viering van hun 50-jarige en 55-jarige bruiloft in respectievelijk Wientjes en Het Anker kwam muziekvereniging
Excelsior hen ook huldigen. Klaas overleed op 13 augustus
1995. Sien woonde daarna alleen op de Tippe. Ze vierde haar
negentigste verjaardag nog uitgebreid bij Krisman in het
Engelse Werk. Ze was toen onder de indruk van alle mensen
die speciaal voor haar daar naar toe gekomen waren. Tante
Sien overleed op 5 januari 2004 op 93-jarige leeftijd. Ze was op
dat moment de oudste inwoner van Westenholte.
Sien en Klaas
Riezebos -de
Haan met hun
twee dochtertjes
Gerrie en Klaasje,
eind jaren veertig.
(Particuliere
collectie)
De Tippe aan de voet van de Zalkerdijk omstreeks 1980.
Vanaf de Tippe kon je vroeger, voor de bouw van Stadshagen,
Hasselt zien liggen. (Particuliere collectie)
Gesiena (Sien) Blommetje Riezebos-de Haan werd op 25 oktober 1910 in Amsterdam geboren. Toen Sien acht jaar was verhuisden haar ouders naar Overijssel. Het gezin woonde eerst
in ’s-Heerenbroek en vestigde zich vervolgens in Westenholte.
Sien trouwde op 30 april 1937 met Klaas Riezebos (geb. 25
oktober 1909), de jongste zoon uit het gezin Riezebos-Slendebroek (zie pagina 175). Het jonge stel ging wonen op het boerderijtje van de familie Riezebos, de Tippe, aan de voet van de
Zalkerdijk. Klaas werd overigens geen boer, hij begon in 1926
als gewoon arbeider te werken bij de Blokmelkfabriek en bleef
daar zijn hele werkzame leven. In 1951 ontving hij, samen met
zes andere jubilarissen, een koninklijke onderscheiding bij zijn
25-jarig jubileum. Sien en Klaas kregen twee dochters, Klaasje
in 1940 en Gerrie in 1946. Volgens dochter Klaasje JongmanRiezebos ‘verstonden’ haar ouders elkaar goed, ‘wij komen uit
een warm nest.’ Dat er maar twee kinderen waren had een
praktische reden: ‘Onze ouders gebruikten hun verstand.’
Sien en Klaas waren centrale en graag geziene figuren in
Westenholte, hartelijk, sociaal voelend en zeer actief in het
dorpsleven. Ze stonden bekend als tante Sien en ome Klaas.
Vooral Sien was open, vrolijk, opgewekt en pittig, ze liet niet
over zich lopen. Klaas was wat gemoedelijker. Hij was met
name actief in de schaatsvereniging WVF, hij was jarenlang
bestuurslid en werd daarvoor tot erelid benoemd. Dochter
Klaasje: ‘Hij “kon” nooit vrij krijgen, behalve als er ijs lag.’
162 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 163
Gerrit van Vilsteren
Westenholte – Voorst – Frankhuis;
geografische achtergrond
Het is algemeen gebruik te spreken over
WVF: Westenholte – Voorst – Frankhuis. In deze achtergrondschets over de
geografie van dit gebied draai ik de volgorde van
de kernen graag om: Frankhuis – Voorst – Westenholte. Historisch is Frankhuis/Voorst namelijk
lange tijd van veel groter belang geweest dan Westenholte. In dit gebied, dat vanuit de stad Zwolle
achtereenvolgens ongeveer een kwartier tot een
half uur gaans was, waren behalve in Frankhuis
geen concentraties van huizen en mensen te vinden. In de eerste helft van de negentiende eeuw
telde Frankhuis/Voorst ongeveer 45 huizen en
250 inwoners.1 De buurtschap Frankhuis was
gelegen op het kruispunt van de wegen naar Hasselt en naar Kampen. Frankhuis hoorde deels
tot de gemeente Zwolle. Dat deel werd ook wel
het eerste Frankhuis genoemd. Het andere deel
behoorde tot de gemeente Zwollerkerspel. Beide
delen samen telden toen ongeveer 30 huizen en
160 inwoners.
De buurtschap Westenholte lag op een uur
gaans vanuit de stad. Dit qua omvang veel grotere
gebied telde circa 150 inwoners. Westenholte
omvatte globaal het terrein van de Konijnenbelten
tot aan de IJssel via de Stouwdijk (later Zalkerdijk).2
Ontstaansgeschiedenis
De wording van het gebied is het meest bepaald
door de ‘ontmoeting’ van het water vanuit het
land en het water vanuit de zee. Beide watersystemen kwamen (komen) hier regelmatig met elkaar
in botsing.
De basis van het landschap valt terug te voeren
op de ijstijd, die de stuwwallen van de Veluwe en
Salland naliet en een diep dal waarin de rivier de
IJssel stroomde. Dit stroomdal vulde op en het
overige terrein van Salland werd bedekt met door
de wind aangevoerde lagen dekzand. Droogte en
wind zorgden voor de vorming van stuifduinen
langs en in het rivierengebied van de IJssel. Salland vond zijn afwatering in een groot aantal
van zuidoost naar west en noordwest lopende
beken en weteringen. Enkele daarvan – de Kleine
en de Grote Aa – kwamen bij Zwolle samen en
vervolgden hun weg als Zwartewater naar de Zuiderzee. Deze zee was in de loop van de tijd door de
afkalving van de veenmoerassen in het oorspronkelijke ‘Almere’ een steeds groter wordende open
zee geworden.
De voortdurende wisselende waterafvoer aan
landzijde en de groter wordende zee gecombineerd met een algemene zeespiegelstijging maakten ingrijpen van de mens steeds meer noodzakelijk. Van wezenlijk belang was bijvoorbeeld de
inpoldering van Mastenbroek in de veertiende
eeuw. We moeten ons hiervan overigens ook weer
niet te veel voorstellen. Het ging waarschijnlijk
om niet meer dan de aanleg van een dijk rondom
het gebied, om het gevaar van het water in te dammen. Van belang was daarbij een verkaveling en
toedeling in 1364 aan meerdere eigenaren, waaronder de heer van Voorst.
In dezelfde periode kwam ook de zorg voor
bescherming tegen de rivier op. Langs de IJssel
werden dijken tot stand gebracht. Het begin van
een lange geschiedenis, die uiteindelijk tot waterschappen heeft geleid, begon toen.
Illustratief is dat de westzijde van de polder
van Mastenbroek werd beschermd door de al in
de veertiende eeuw aangelegde Stouwdijk. Het
systeem vanuit landzijde werd beschermd door
een reeks van aaneengesloten dijken. Dit begon
bij de poort en stadsgracht van Zwolle met de
Hoogstraat, overgaand in de Gasthuisdijk en
Frankhuisdijk. In Voorst was er de natuurlijke
bescherming door de stuifduinen – de Konijnenbelten. De polder van Katwolde werd vanaf
de stadsgracht omsloten door de Pannekoekendijk en de Katerdijk en aan de westzijde door de
Hoogstraat en Gasthuisdijk. Die twee laatsten
kwamen bij Frankhuis bij elkaar.
Dit landschap komt duidelijk naar voren op
de kaart van Hottinger.3 Deze kaart is gemaakt
aan het eind van de achttiende eeuw, uiteraard
voor militaire doeleinden. Het geeft een gedetailleerd beeld: wegen, rivieren, dijken, meren,
bebouwing, molens en grondgebruik zijn vrij
nauwkeurig weergegeven. De dijken en de strook
stuifduinen en oeverwallen langs de IJssel (Konijnenbelten, Spoolderberg, Kortenberg) zijn goed
herkenbaar. In de Konijnenbelten is geen dijk
zichtbaar.
Confrontatie met het water
Een en ander hield in dat door de eeuwen heen de
confrontatie met het water het leven van de mensen in deze omgeving voortdurend heeft bepaald.
Vele aspecten hebben hierbij in meer of mindere
Eind achttiendeeeuwse kaart uit de
Hottingeratlas waarop
Westenholte, Voorst
en Frankhuis duidelijk
staan afgebeeld.
(Collectie HCO)
Frankhuis en Westenholte – Voorst, twee
aansluitende fragmenten uit de kaarten 303
en 304 uit de ‘Grote
Historische topografische Atlas 1905 Overijssel’.
164 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 165
mate gespeeld. Zonder op alle details in te gaan,
noemen we enkele. Van grote invloed zijn de zeespiegelstijging vanaf circa het jaar 1000 met minimaal één meter en een voortdurende gronddaling
in de polder Mastenbroek geweest. De afkalving
van het Almere en daardoor de vergroting van de
ondiepe Zuiderzee deden het gevaar toenemen.
De afkalving tot aan de verplichte evacuatie en
ontruiming van het veeneiland Schokland in 1859
is het ultieme bewijs daarvan.
De beteugeling en beheersing van de watertoevoer in de rivier de IJssel zijn evenzeer van grote
betekenis. Overvloedige en snellere aanvoer door
ontbossing in het achterland, kanalisering, regeling
van verdeling over Waal, Rijn en IJssel aan het eind
van de achttiende eeuw spelen alle een rol.
Feitelijk betekende dit voor onze omgeving
een continue bedreiging door het water van twee
zijden. Vluchtige inspectie van literatuur toont
overstromingen in dit gebied in 1774, 1775,
1776, 1784, 1824 en de ‘kampioen’ in deze, die
van 1825. Soms kwam het water van landzijde,
zoals in 1774, soms van zeezijde zoals in 1825. In
het laatste geval vielen er in Overijssel alleen al
305 doden te betreuren. Daarvan woonden 26 in
Zwollerkerspel, waarvan het merendeel in de polder Mastenbroek, 3 in Veecaten en 2 in Schelle.4
Er waren voortdurend aanpassingen, maar steeds
weer bleek het niet afdoende te zijn. Sinds 1776
werd door de provincie het systeem van overlaten
ingevoerd. Dat hield aan landzijde (Salland) in dat
bij Deventer een overlaat in de Snippelingsdijk
werd gemaakt. Dan kon het water zich over heel
Salland verspreiden richting Zwolle. Ook werden
waden in de Konijnenbelten open gelaten en in de
Stouwdijk enkele overlaten gemaakt. Aan zeezijde
gebeurde hetzelfde in de vorm van een overlaat bij
Grafhorst en een bij Genemuiden in de zeedijk.
Zo kon het water enigszins beheerst zowel aan de
ene zijde (Salland 1774 en 1784) als aan de andere
zijde (Mastenbroek 1825), binnenstromen. Overigens, vergeet niet dat het water ook wel gewenst
was voor slibvorming op de weiden, de basis voor
vruchtbare grond.
Ondanks dit ingrijpen, gingen de overstromingen door. In 1835, 1862, 1863 en 1877 kwamen
deze in onze omgeving voor. Na 1835 werd het systeem van overlaten en waden aangepast. De Stouwdijk werd gedicht, evenals de waden in de Konijnenbelten. Na de overstromingen in de tweede
helft van de negentiende eeuw werd de ringdijk van
de polder van Mastenbroek over de gehele lengte
verhoogd tot 2.90 m boven NAP. In Frankhuis
werd het dijkvak in 1888/1889 verhoogd.5
Waakzaamheid voor het water was in het leven
van onze grootouders verankerd en overgeleverd.
Zij hebben de betekenis van de ‘bescherming’ door
de ophoging van terpen – in Mastenbroek in de
loop van de tijd wel 8 keer 30 centimeter6 – van
de dijken en overlaten mee gemaakt. Zij hebben
aan de generatie van mijn ouders (begin twintigste
eeuw) de grote betekenis van de afsluiting van de
Zuiderzee met de Afsluitdijk, 1927-1932, mee kunnen geven. De laatste grote overstroming was in
1926. Het was een koud kunstje voor de Duitsers
om de polder van Mastenbroek in 1944 nog te laten
vollopen met water.
Ondanks de vele maatregelen is er een hogere
mate van garantie van veiligheid nodig gebleken.
Het gevaar vanuit zeezijde, nu het IJsselmeer,
is bestreden door de aanleg van de balgstuw bij
Ramspol in 2002. Deze opblaasbare dam tussen
het Ketelmeer en het Zwarte Meer is al twee keer
nodig geweest tegen het opstuwende water van
een noordwesterstorm (2007, 2012). Het gevaar
van de landzijde is nog eens aangetoond door de
gevaarlijk hoge waterstanden in 1995 en 1998.
Dijken zijn nu op deltahoogte gebracht en met
het huidige project ‘Ruimte voor de rivier’ zijn
nieuwe antwoorden op de bedreigingen gegeven.
Bewoning
In deze context van water, dijken en bedreigingen moeten we in het begin van de negentiende
eeuw de bewoners van ons gebied plaatsen.
Een periode, direct na de Franse tijd, van grote
armoede. Het hele land telde toen ongeveer twee
miljoen inwoners. Verharde wegen waren er
nauwelijks, transport en vervoer ging over het
water, met paard en wagen, met hondenkar en
te voet. Iedereen was druk doende om aan de
kost te komen. Eigen of gepachte grond vormde
de basis voor zelfvoorziening. We kunnen de
samenleving in Westenholte en Voorst globaal
typeren als een omgeving van dagloners, al dan
niet met een eigen keuterbedrijfje, van ambachtsDe overstroming van
1825, hier de dijkdoorbraak bij Hasselt, op
4 februari 1825. Gravure, anoniem.
(Collectie HCO)
Biezensnijders in
Westenholte, omstreeks
1910. (Particuliere
collectie)
Veel kleine (keuter) en
enkele grote(re) boerderijen in Westenholte.
(Particuliere collecties)
166 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 167
lieden, al dan niet met een boerenbedoening, en
van enkele grote boeren, die ook voor de markt
werkten met verkoop van boter en vlees. Veel van
de betere grond was in handen van grootgrond

bezitters, meestal behorend tot de stedelijke elite.
In de structuur van Frankhuis zien we dat heel
duidelijk terug. Ambacht en verzorging met een
boerenbedoening en ook warmoezerij bevonden
zich langs de dijkwegen. Rondom het gehucht
Frankhuis lagen drie buitens van elite uit de stad
(Twistvliet, Ketelkolk, De Bildt). Het gehucht lag
tegen het grote open gebied van de polder van
Mastenbroek, dat was verkaveld in grote percelen
en met ‘grote’ boeren. In de Konijnenbelten was
het overheersende beeld dat van dagloners of dag

huurders, keuterboertjes op de schrale zandgron

den en enkele grotere boeren bij de laaggelegen
wei- en hooilanden. Dat beeld treffen we ook aan
langs de Stouwdijk: een afwisseling van kleine
keuterbedrijfjes (van arbeiders en dagloners) met
enkele grotere boerderijen.
Opkomende nijverheid
Het geschetste beeld ondergaat nauwelijks ver

andering in de negentiende eeuw. Beweging
komt er pas aan het einde van de negentiende en
het begin van de twintigste eeuw. De groeiende
bevolking was meer en meer aangewezen op de
opkomende nijverheid en industrie. De betekenis
van de stad Zwolle als bron van werkgelegenheid
nam toe. Naast het beroep van boerenarbeider en
boerenmeid werden meisjes van het platteland nu
dienstbode in de stad, jongens werden arbeider
in de industrie. Dichtbij huis was dat in de tweede
helft van de negentiende eeuw de houthandel
en houtzagerij Eindhoven en Zn, en vanaf circa
1900 de melkfabriek ‘Mastenbroek’, die in 1926
werd overgenomen door de NV Nederlandsche
Gruyère Blokmelkfabriek. Zo bleven de mensen
in de eigen omgeving en bleef de sociale horizon
beperkt tot de grens van het eigen dorp.
Er veranderde wel wat. De stoomtrein kwam
eind negentiende eeuw op, de stoomtram begin
twintigste eeuw. Deze werd al vrij vlug door de
auto(bus) afgelost.
Kenmerkend is dat er vanaf ongeveer 1930 in
sociaal-economisch opzicht niet veel verandert.
Alom in Nederland komen we in een periode
van stilstand en achteruitgang, die inclusief de
Tweede Wereldoorlog tot zo ongeveer 1950
voortduurde.
Frankhuis was toen de locatie van twee grote
bedrijven – de Blokmelkfabriek en Eindhoven en
Frankhuis in 1914- Zn – , beide goed voor meer dan vijftig arbeids

1918. Vooraan een
petroleumboer met
hondenkar. Rechts
met smokmuts staat
Elsemeuje (Elsje) van
Munster, voor haar
café annex winkel. Na
het overlijden van haar
man Harm in 1919
was het alleeen nog een
winkel. Hij werd later
voortgezet door haar
dochter Jans. (Particu

liere collectie)
Werknemers van de
houthandel Eindhoven
en Zn in 1905. (Parti

culiere collectie)
168 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 169
plaatsen. Frankhuis was ook een concentratie van
verzorgende en ambachtelijke bedrijfjes. Denk
daarbij aan enkele kruideniers, een bakker, enkele
smederijen, enkele wagenmakerijen, kappers,
een schoenmaker, een timmerman en aannemer,
een fietsenwinkel/fietsreparatie en verkoop, een
tabakswinkel, een tapperij en café, een bloemisterij. Frankhuis telde daarnaast een concentratie
van tuinders en warmoezeniers, alle gericht op
Zwolle en de coöperatieve groenten- en fruitveiling. Gelegen aan de doorgangsroute was het van
centrale betekenis voor Voorst en Westenholte.
Ook in Voorst en Westenholte was de tijd natuurlijk niet blijven stilstaan. Naast enkele verzorgende bedrijfjes – een kleine concentratie langs
de Kamperweg voorbij de Werkerallee – was het
overheersende beeld dat van verspreide keuterbedrijfjes van arbeiders met een baan elders. Langs
de Kamperweg bestond nog enige nijverheid in de
vorm van een smederij, een timmermansbedrijf
en een houtzagerij. Werkgelegenheid op wat grotere schaal kwam voor in de klompenindustrie,
het snel groeiende bedrijf van de Gebroeders Van
Vilsteren (GeVaVi). Daarnaast waren er enkele
grotere boerenbedrijven.
Draaipunt jaren vijftig
Na lange tijd van langzame verandering – stilstand
zelfs – kwam er een periode van snelle en grote veranderingen. Dit liep uiteraard parallel aan de nationale ontwikkelingen van verandering en vooruitgang. Ons gebied werd meer en meer onderdeel
van de ontwikkeling van de stad Zwolle. Aanvankelijk nog als woongebied van eigen aanwas werkzaam in de stad, vrij vlug daarna als voorstad van
Zwolle met nieuwe bewoners van elders, die werkzaam waren in de stad. Dit kwam tot uitdrukking
in de nieuwbouw van woningen. Eerst waren dat
nog nieuwe woningen als opvulling langs bestaande wegen (met name de Westenholterweg), daarna
werd gebouwd op bouwrijp gemaakte verworven
terreinen in de Konijnenbelten met projecten van
tien tot twintig woningen. Er werd gestreefd naar
een ‘compleet’ dorp, met een eigen winkelcentrum,
kerken, scholen, dorpshuis en voetbalvelden. Dat
was echter nog lang niet het einde.
De aanleg begin jaren zestig van het ZwolleIJsselkanaal met industrieterreinen, de samenvoeging van de gemeenten Zwollerkerspel en
Zwolle in 1967 vormden de basis voor weer een
grote uitbreiding van Voorst en de definitieve
inkapseling in de nieuwe stedelijke structuur. In
de jaren zeventig werd de woonwijk De Stins met
750 woningen gebouwd, een verdubbeling van de
bestaande huizenvoorraad. Vervolgens werd de
context compleet veranderd met de aanleg van de
Vinexwijk Stadshagen in de polder Mastenbroek.
Het einde hiervan komt nu in zicht.
Huidige situatie
Westenholte is de naam geworden voor Voorst
en Westenholte. Maar het grootste deel van het
oorspronkelijke Westenholte is ogenschijnlijk
niet veel veranderd: verspreide bebouwing langs
de Zalkerdijk, zij het dat het agrarisch karakter
daarvan is verdwenen.
Voorst is van een gebied met verspreide
bebouwing een woonwijk geworden in het
tegenwoordige Westenholte. Het geheel telt circa
tweeduizend woningen met ongeveer vijfduizend inwoners. Het maakt de indruk een dorp
te zijn, wat nog wordt versterkt door de recente
afscherming met geluidswallen en een beperkt
aantal toegangen vanaf de wegen naar Kampen
en Stadshagen. De naam ‘Voorst’ is aan de wandel
Boven: Het klompenbedrijf van de gebroeders
Van Vilsteren, GeVaVi, omstreeks 1950.
(Particuliere collectie)
Onder: De smederij
van A. Hullen op de
kruising Hasselterdijk
en Frankhuisweg. Op
de achtergrond ligt
Twistvliet. Jaren vijftig.
(Particuliere collectie)
De Ridder Zwederlaan
en omgeving in Westenholte, gebouwd op
de voormalige Konijnenbelten. 2005 (Particuliere collectie)
De Knoopkruidweg
in Westenholte-Stins,
2004. (Particuliere
collectie)
De cornetmuts
Hoe een modemuts in de streekdracht terecht kwam
170 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 171
geraakt als aanduiding van de uitgestrekte industriegebieden ten westen van de stad. Frankhuis is
na stilstand in de jaren zestig, grote achteruitgang
en verwaarlozing door bewoners en overheid tot
in het begin van de eenentwintigste eeuw, een
vergeten, geïsoleerd woongebiedje geworden, aan
de rand van Stadshagen. De historie is er op vele
plekken nog zichtbaar.
Noten
1. In de eerste registraties van huizen in de gemeente
Zwollerkerspel omvatte het gebied Voorst/Frankhuis Frankhuis tot in Voorst aan de Werkerallee,
thans het Westenhage
2. Van der AA, 1851, pag. 19, deel XII pag. 288
3. Versfelt, 2003, Kaarten van Overijssel en Gelderland, pag. 31
4. Ter Pelkwijk, 2002, p. 164
5. Van der Schrier, 1995, p. 219
6. Boerderij Nieuwe Wetering 18, J. Kroes. Bijlage van
Tijlsbladen, zaterdag 4 juli 1992
Literatuur
– AA, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek
der Nederlanden, Vierde Deel E-G, Gorinchem,
1843
– Drupsteen, Th.G., H.J.M. Havekes, H.F.M.W. van
Rijswick (red.) Weids water. Opstellen over waterrecht. Den Haag, 2006
– Grote Historische topografische Atlas, 1905 Overijssel, schaal 1 : 25.000. Tilburg, 2005
– Hove, Jan ten, Geschiedenis van Zwolle, Waanders
Zwolle
– Pereboom, Freek, Jeroen Kummer, Harry Stalknecht (red.) Omarmd door IJssel en Zwartewater,
zeven eeuwen Mastenbroek. IJsselacademie Kampen, 1995
– Pelkwijk, J. ter, Overijssels Watersnood. Een heruitgave van het verslag van de ramp van 1825. Stichting IJsselacademie, Kampen 2002
– Schrier, D.M. van der, Mastenbroek en de strijd tegen het water; in: Pereboom, Freek etc. pp. 195-222
– Spek, Theo, Frits David Zeiler en Edwin Raap, Van
de Hunnepe tot de zee. De geschiedenis van het Waterschap Salland. IJsselacademie. Kampen, 1996.
– Ven, Gerard van de, ‘De dijkzorg in Overijssel
1800-1880’, in: Drupsteen 2006, pp. 39-70.
– Versfelt, H.J., De Hottinger-atlas van Noord- en
Oost-Nederland 1773-1794. Groningen, 2003
– Zeiler, Frits David, ‘1825: de ‘vergeten’ watersnood’, in: Tijdschrift voor Waterstaats Geschiedenis,
16 (2007) 1, pp. 19-26
Boven: Tegenwoordig ligt Westenholte afgeschermd door geluidswallen en zijn
er maar een beperkt aantal toegangen vanaf de wegen naar Kampen en Stadshagen. Hier de aanleg van de fietsbrug naar Stadshagen/Frankhuis in 2006.
(Particuliere collectie)
Onder: De Voorsterweg in 2009, rechts zijn de geluidswallen te zien langs de
weg richting Kampen. (Particuliere collectie)
Klederdracht, ach dat is allemaal hetzelfde,
is een veel gehoorde opmerking. Maar
niets is minder waar. De streekdracht is
wel degelijk door de tijden heen veranderd. Het
vertelde bovendien veel over de drager en draagster. Waar je vandaan kwam, of je rijk of arm was,
getrouwd, of in de rouw. Onze voorouders konden die kledingtaal feilloos lezen. Droeg men een
muts gemaakt van batist en ouderwets opgemaakt
dan was men in de zware rouw. Bij lichte of halve
rouw was de muts van tule gemaakt. De zondagse
muts was van kant.
Het valt nauwelijks meer voor te stellen dat
nog geen honderd jaar terug de vrijdagmarkt in
Zwolle een complete streekdrachtenshow was. Uit
de wijde omgeving kwamen de boeren met hun
familie naar Zwolle om te markten. Maar ook veel
Zwolse vrouwen droegen de streekdracht. Paard
en wagen werden geparkeerd in de Smeden, achter in de Diezerstraat, of bij een van de stalhouderijen in de Hoogstraat of Thomas a Kempisstraat.
Vrouw en dochters gingen naar de vrijdagmarkt
en vader en zoons naar de veemarkt. De vrijdagmarkt kronkelde zich door de hele Zwolse binnenstad. Een feest van fladderende knipmutsen
die het straatbeeld beheersten. Het was een bonte
show van klederdrachten uit Zwolle en omgeving,
de Noordwest-Veluwe en natuurlijk Staphorst en
Rouveen.
Ook door de week maakte de streekdracht
met de cornetmuts een vast onderdeel uit van
het straatbeeld, onder meer op de dagelijkse
Bezoeksters van
de Zwolse markt,
omstreeks 1910.
(Collectie SMZ)
Aranka Wijnbeek
172 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 173
warenmarkten, de zogeheten disjesmarkt. Voor
de Harmonie op de Grote Markt werd ’s ochtends
en ’s avonds de melk verkocht door boerinnen uit
de omgeving. Ook op de eiermarkt (Voorstraat),
de botermarkt (Voorstraat, later Nieuwe Markt)
en de groente- en fruitmarkt waren de boerinnen in streekdracht rijk vertegenwoordigd. De
dienstmeisjes droegen ook een cornetmutsje. Het
verbergen van het lange haar was het voornaamste doel. Haren waren vies en zeker die van de
dienstbode.
Waar komt de streekdracht vandaan.
Wanneer de streekdracht precies is ontstaan
weten we niet. Wel kunnen een aantal onderdelen
van de dracht, vooral de vrouwendracht, worden
teruggevoerd op de zestiende- en zeventiendeeeuwse kleding. Zo werd aan het eind van de
zestiende eeuw een klein mutsje gedragen met een
beugeltje voor de stevigheid. Hieruit ontwikkelde
zich later het oorijzer. De kleding bestond uit een
rok met onderrok, een jak met daarover heen een
kraplap, een schort, een schouderdoek en een
muts.
Het in 1857 verschenen boek Nederlandsche
kleederdragten en zeden en gebruiken van Bing en
Von Ueberfeldt laat een kleurrijke dracht zien.
Bonte jakken en kraplappen, kleurrijke schorten
en omslagdoeken. Het geeft ons een goed beeld
van de toen in Overijssel gedragen streekdracht.
De verscheidenheid is groot. Ook de streekdracht
was aan mode onderhevig en veranderde wel
degelijk. In de negentiende eeuw zijn veel invloeden van de op dat moment heersende stadsmode
er in opgenomen.
Terwijl de stadsmode vrij snel veranderde,
bleef de dracht op het platteland vaak lang
nagenoeg ongewijzigd. Veranderingen bleven
niet helemaal uit, maar beperkten zich tot kleinigheden zoals aanpassingen onder de muts en
het jak. De streekdracht was in het begin van de
negentiende eeuw nog kleurrijk. Na 1880 zijn veel
streekdrachten onder invloed van de stadsmode,
maar ook door de nieuwe godsdienstige bezinning uit die jaren, de Doleantie (de kerkscheuring
in de Nederlands Hervormde Kerk in 1886 onder
leiding van dominee Abraham Kuyper), somberder geworden. Vooral het laatste gold sterk voor
Overijssel.
De hoofdkleur van de kleding was zwart. De
vrouwen droegen een jak met een lange schoot die
over de rok viel. De jongere generatie koos voor
een kort jak, een lief, en een rok. Het voorpand
van het jak werd rijk versierd met kraaltjes, kantjes, bandjes en plooien, maar alles in het zwart.
Opvallend is dat in Staphorst en Rouveen de
dracht het minst veranderde en nog altijd kleurrijk is. De meeste veranderingen vonden plaats
in de periode 1850 tot circa 1950. Na de Tweede
Wereldoorlog verdween de streekdracht in snel
tempo.
Wat droeg je waar en wanneer?
Streekdracht kende een soort kleding etiquette.
De dracht valt in drie soorten te verdelen:
1. Het zondagse goed
Dit werd gedragen op zon- en feestdagen en bij
bijzondere gelegenheden, zoals bruiloften, officiële visites en bezoeken. Bij rouw werd de dracht
aangepast. Bij zware rouw was de muts van wit
batist met een stijf geplooide achterstrook. Alle
versiering op de kleding was sober, soms van
crêpe. De hoed was eveneens van crêpe. De sieraden waren van zwart been, ebbenhout of bakeliet.
Bij halve rouw werd de muts van tule gemaakt
in hetzelfde wat ouderwetse model. De kleding
bleef vrijwel ongewijzigd, droeg men een halsdoekje dan kon men nu kiezen voor een patroon
in zwart met een beetje wit. De hoed bleef zwart .
De sieraden daar mocht nu zilver aan toegevoegd
worden.
Was men niet in de rouw dan droeg men een
kanten muts met een breed vallende achterstrook.
‘Wie het breed heeft laat het breed vallen’, zo luidt
het hiervan afgeleide gezegde. Het geheel werd
afgemaakt met sieraden, dat mochten goud en
bloedkoralen zijn.
2. Het opknapgoed
Dit vertoonde veel overeenkomst met de z

Lees verder

Zwolse Historisch Tijdschrift 2013, Aflevering 3

Door 2013, Aflevering 3, Afleveringen, Jaartal, Zoek in ons tijdschrift

30e jaargang 2013 nummer 3 – 8,50 euro
Zwols Historisch Tijdschrift
Als een balletje
rollen gaat …
ZHT3 2013.indd 1 15-10-13 09:08
Suikerhistorie
Hotel café restaurant Muthert
Op 28 oktober 1963 opende Christianus Muthert
(geb. 1919) zijn horecazaak aan het Rodetorenplein nr. 11. Hij had het pand overgenomen van
Hendrik Beijer, die hier vanaf begin jaren dertig
een café en expeditiebedrijf dreef. In die jaren
stond het pand bekend als Beijer’s Bestelhuis.
Het vertrek van Beijer hing nauw samen met
de verplaatsing van het Bodecentrum van het
Rodetorenplein naar de Boerendanserdijk. Het
Bodecentrum moest vertrekken omdat er in 1961
een doorgaande weg om het Hopmanshuis heen
aangelegd was, die aansloot op de Jufferenwal.
Daardoor werd het plein stukken kleiner.
Het Bodecentrum was onder de blote hemel
op het Rodetorenplein ‘gevestigd’. Vrachtauto’s
uit de wijde omgeving voerden goederen aan
en namen andere spullen weer mee. Tot na de
Tweede Wereldoorlog gebeurde dat ook nog wel
per schip. Het plein stond de hele dag vol met
vrachtauto’s, omgeven door stapels kisten, dozen
en ander vrachtgoed. De ‘bodes’ (chauffeurs)
waren te vinden naast hun wagen of in een van de
cafés rond het plein. Het was er altijd een gezellige
boel, maar voor een buitenstaander een ‘ordeloze
troep’. Na veel plannenmakerij ging in april 1965
het nieuwe Bodecentrum officieel van start aan de
Boerendanserdijk, nu onder dak.
De zaak van Muthert draaide goed. Volgens
een reclameleus ‘was je uit … en toch thuis in HCR
Chr. Muthert’. Voor dertig gulden konden kamerbewoners er een hele week warm eten van 6 tot 8
uur. In 1976 kwam in dit pand het eerste Joegoslavische restaurant in Zwolle. Nu kun je er op zijn
Spaans eten en zit hier het City Hotel. Op het terras
heb je een prachtig uitzicht. De bodes van vroeger
hadden er in hun schafttijd lekker kunnen chillen…
122 zwols historisch tijdschrift
Wim Huijsmans
Het pand aan het Rodetorenplein waar Muthert gevestigd was,
tegenwoordig voorzien van ‘chill’terras. (Foto Jan van de Wetering)
(Collectie ZHT)
ZHT3 2013.indd 2 15-10-13 09:08
Omslag: Het Zwolse balletjeshuis, oktober 2013. (Foto Jan van de Wetering)
zwols historisch tijdschrift 123
Inhoud
Suikerhistorie Wim Huijsmans 122
Als een balletje rollen gaat…
Alet Boukes-Okkels 124
Beeldhouwer en activist Guiseppe Ceracchi
Maker van het grafmonument van
Joan Derk van der Capellen
Lydie van Dijk 135
De Republiek belaagd en Zwolle bezet
door Bommen Berend:
Gesprek met historicus Luc Panhuysen
over het Rampjaar 1672 Wouter Geerling 143
Twee eeuwen de krant van Tijl
Aflevering 2: Een venster op de wereld in een
achttiende-eeuws tuintje
Willem van der Veen 153
Boekbesprekingen en Recent verschenen 158
Mededelingen 160
Auteurs 162
Redactioneel
Voor u ligt het derde nummer van het
Zwols Historisch Tijdschrift van 2013.
Ook dit keer weer met een leeslustopwekkende variëteit aan artikelen. We beginnen met
een smakelijk verhaal over de oorsprong van het
(in zijn voortbestaan bedreigde) Zwolse balletje,
een snoepje dat in 150 jaar geen steek is veranderd. Dat de oorsprong van dit Zwolse zoetigheidje in Kampen te zoeken is, bewijst maar weer
eens hoe vreemd een balletje kan rollen.
Vervolgens nemen wij u mee naar Italië, waar
een monumentaal beeldhouwwerk ter ere van
‘onze’ patriot Joan Derk van der Capellen al meer
dan twee eeuwen wacht op verscheping naar
Zwolle. Nu schijnt het er dan toch daadwerkelijk
van te komen.
Op basis van een gesprek met de in Zwolle
woonachtige historicus Luc Panhuysen, die een
boek schreef over het Rampjaar 1672, beschrijft
ons redactielid Wouter Geerling vervolgens deze
roerige periode vanuit een landelijk en een Zwols
perspectief. Willem van der Veen tot slot gaat verder met zijn serie over de geschiedenis van Tijl en
de Zwolse Courant.
Verder zijn er weer nieuwe boeken verschenen, en vragen wij uw speciale aandacht voor
twee in de Mededelingen behandelde items, het
aanstaande concert van het Haarlems Klein Koor
in november in de Statenzaal (zie ook de bijgevoegde flyer) en de oprichting van de Stichting
Zwolse Stolpersteine.
De redactie wenst u veel leesplezier!
ZHT3 2013.indd 3 15-10-13 09:08
124 zwols historisch tijdschrift
Als een balletje rollen gaat …
De recente berichtgeving over het (mogelijke) einde van de productie en verkoop van de Zwolse
Balletjes en daarmee ook het einde van het Zwolse Balletjeshuis aan het Grote Kerkplein 13 heeft
veel losgemaakt in Zwolle en daarbuiten.
Voor mij was het bericht de aanleiding om me te verdiepen in de geschiedenis van het pand, zijn bewoners en het geheime recept van de balletjes. Hoewel het pand hoogstwaarschijnlijk dateert uit de late
Middeleeuwen, heb ik er voor gekozen om de geschiedenis vanaf 1815 in kaart te brengen. Volgens de
folder die wordt uitgereikt bij aankoop van een zakje worden de balletjes sinds 1845 vervaardigd en verkocht in de winkel. Maar wat was de bestemming van het pand vlak daarvoor? Van wie kocht toenmalig
eigenaar Jan van der Kolk het pand? En heeft Jan daadwerkelijk het geheime recept van zijn schoonvader
gekocht? Is daar nog iets van te vinden?
Bij mijn onderzoek werd ik ter zijde gestaan door Jan Wigger van het Historisch Centrum Overijssel,
een uiterst plezierige samenwerking met een kundig en bevlogen archivaris. Ik ben hem zeer erkentelijk
voor zijn professionele ondersteuning.
Het werd een hele ontdekkingstocht. Zo stuitte ik bij voorbeeld op twee Anthony’s van der Kolk, hetgeen
aanvankelijk voor veel verwarring zorgde. Dan zijn er ook nog twee Jannen en drie personen met de achternaam Rei(j)nders. En dan speelt ook nog eens een uit Kampen afkomstige persoon een prominente rol.
Het Zwolse Balletjeshuis aan het Grote
Kerkplein omstreeks
1970. Op de foto is
goed te zien dat de
achterkant van het
huis eigenlijk gevormd
wordt door een ander
pand. (Collectie HCO)
Alet Boukes-Okkels
ZHT3 2013.indd 4 15-10-13 09:08
zwols historisch tijdschrift 125
Van der Kolk I, 1815-1832
Op 18 mei 1815 kopen Anthony van der Kolk
en Aaltje Rupsina van Magteld van der Baan te
Zwolle het huis aan het Grote Kerkhof (nu Grote
Kerkplein) en de Prauwenstraat (nu Praubstraat)
2e
Wijk Sassenstraat nr. 226 voor 800 gulden.1
Het gaat hier om het voorste deel van het huidige
Zwolse Balletjeshuis, dat rechtstreeks aan het
Grote Kerkplein is gelegen. In dit pand was reeds
sinds mensenheugenis een winkel gevestigd.
In 1812 worden de winkelier Lucas Pals en zijn
vrouw en dochter als bewoners genoemd.2 Bij de
totstandkoming van het kadaster in 1832 krijgt dit
pand het kadastrale nummer Gemeente Zwolle,
sectie F nr. 1842.3
Anthony van der Kolk blijkt tot de aankoop
van het huis gewoon Teunis Kolk, bediende van
beroep, te hebben geheten. Hij is op 7 september
1783 te Zwartsluis geboren als zoon van Jacob
Gerrits Kolk, arbeider, en Aaltjen Jochems Boes.
Als Teunis op 15 januari 1813 trouwt met Aaltje
Rupsina, heet hij Teunis van Kolk. Later blijkt
hij zowel zijn voornaam als achternaam ‘sjieker’
te hebben gemaakt: hij noemt zich dan Anthony
van der Kolk. Dat paste beter bij zijn status als
winkelier, moet Anthony gedacht hebben. De
bruid, Aaltje Rupsina, geboren te Deventer op 28
oktober 1789, is een dochter van Jelle Rupsina,
schoenmaker, en Gardina Florijns. Aaltje is ten
tijde van haar huwelijk dienstmaagd van beroep.
De koopsom voor het pand wordt in de vorm
van een hypotheek tegen 5 procent per jaar van de
verkoopster Magteld van der Baan geleend.4 Deze
hypotheekinschrijving wordt in 1825 vernieuwd
voor ƒ 920,-.5 Ondanks de nog niet afgeloste
hypotheek op de winkel aan het Grote Kerkhof
en de zorgen die naderhand aan het licht komen,
kopen Anthony en Aaltje in 1828 een huis op het
adres Buiten de Sassenpoort nr. 65 voor ƒ 250,-.6
In 1831 worden door Anthony en Aaltje nog twee
hypotheken op het pand aan het Grote Kerkhof
opgenomen, de eerste ten bedrage van 600 gulden
bij de firma Doijer en Kalf op 23 april 1831,7 en
de tweede van 300 gulden bij notaris W.H. Roijer
op 24 oktober 1831. Bij de laatste hypotheek dient
óók het in 1828 gekochte huis buiten de Sassenpoort als onderpand.8
In 1832 wordt Anthony van der Kolk als
eigenaar van beide panden met ‘winkelier’ aangeduid. Echter, de zaak loopt niet zoals gehoopt,
waardoor hij niet meer aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Op 25 oktober 1831, slechts
één dag ná de opname van de tweede hypotheek,
wordt Anthony failliet verklaard. Als oorzaken
voor het faillissement voert Anthony de volgende
redenen aan: – hij was niet tot de handel opgeleid;
– hij was met heel weinig vermogen (800 gulden)
een handel begonnen; – hij had geen journaal
gehouden, noch jaarlijks een inventarisatielijst
gemaakt; – hij had snel veel kinderen gekregen en
dus veel monden te voeden; – er waren veel ziekteen sterfgevallen geweest, die het nodige hadden
gekost; en tenslotte, er was veel concurrentie als
kruidenier.
Door dit faillissement wordt ook een inventarisatie opgemaakt van de baten en schulden.
Behalve de twee huizen (de winkel aan het Grote
Kerkhof en het huis Buiten de Sassenpoort) wordt
de inventaris in de kruidenierswinkel ook tot de
baten gerekend. Deze bestaat onder meer uit:
een toonbank met een vaste koffiemolen, 6 paar
koperen winkelschalen, diverse trechters, tinnen
maten, blikken maten, strooptrommen, winkeltonnen, theekistjes, mandjes met pijpen, 3 kluwens katoen, een vijzel en stamper, bussen, een
koperen aker, een winkeltrap, een olietrom, een
zeef. Het totaal van de baten bedraagt ƒ 2.699,72.
Dit bedrag valt in het niet bij de totale schuld,
die op ƒ 11.130, 03 gesteld wordt. Naast de drie
hypotheken zijn de niet betaalde rekeningen aan
leveranciers van winkelwaren onderdeel van de
schulden. Er is een lijst met namen van in totaal
54 crediteuren. Daarop treffen we onder meer
aan: B.L. Conink Boddendijk uit Doetinchem,
eigenaar van een branderij waar men aardappelmoutwijn en aardappelbrandewijn maakt;
Stadlander, een tabaksfirmant uit Amsterdam;
de blauwselhandelaar Walig Meijn uit Zaandijk;
de chicorei-fabrikant H.A. Röbken uit Albergen;
de fa. Heerkens en Schaepman (fabriek in azijn
en kaarsen) uit Zwolle; Frans Willem Visscher,
koopman te Zwolle als gemachtigde van de in
Oostzaan wonende Cornelis Avis, koopman en
ZHT3 2013.indd 5 15-10-13 09:08
126 zwols historisch tijdschrift
fabrikant in ‘stijfzel en blaauwzel, zoo op deszelfs eigennaam als ter firma van de Sociëteit der
Blauwselfabriek’ te Westzaan. Ook Jelle Rupsina,
vader van Aaltje is één der crediteuren. Heel
dichtbij zit ook een crediteur, namelijk Magteld
van der Baan uit de Praubstraat, van wie Anthonij
in 1815 de koopsom van het winkelpand leende.
Voor nog hetzelfde bedrag als in 1815, te weten
800 gulden, staat zij als crediteur genoteerd. De
balans, die van de failliete boedel wordt opgemaakt, geeft ons een inkijkje in de voor Anthony
uitzichtloze situatie.9
De door de Zwolse Rechtbank gelaste executoriale verkoop van de beide panden en de winkelinventaris geschiedt ten overstaan van de rechter
op 21 februari en 6 maart 1832 in het – eveneens
aan het Grote Kerkhof staande – Stadswijnhuis
door notaris W.H. Roijer.10 Daartoe wordt door
de notaris op 14 februari 1832 de volgende advertentie in de Zwolse (voluit: Provinciale Overijsselsche en Zwolsche) Courant geplaatst:
‘Mr. W.H. Roijer, Notaris te Zwolle, als
daartoe benoemd, is voornemens, ten overstaan
van het Vredegeregt van het Kanton Zwolle, op
Dingsdag den 21sten Februarij 1832, des avonds
te vijf uren, op het Stad Wijnhuis te Zwolle, in te
zetten, en 14 dagen daarna, op tijd en plaats voorschreven, te verkoopen: Een Huis en Where te
Zwolle, bij het Groote Kerkhof, op den hoek der
Praauwenstraat, zeer geschikt tot het doen van
Het Grote Kerkplein,
op de kaart aangeduid
als ‘De Kerkhof’ op de
kadastrale kaart (uitsnede) van 1832. Daarop is te zien dat het
tegenwoordige Balletjeshuis uit drie kadastrale panden bestaat.
(Collectie HCO)
ZHT3 2013.indd 6 15-10-13 09:08
zwols historisch tijdschrift 127
Winkel Affaire, bewoond geweest door Antoni
van der Kolk. Nog een Huisje te Zwolle, buiten de
Sassenpoort, S.P. No. 65, ter Meulen ter eenre en
de Ruiter ter andere zijde. Nadere informatie ten
kantore van den Notaris, en dagelijks te bezien.’
Na de executoriale veiling van hun bezittingen
verhuist het echtpaar Van der Kolk-Rupsina naar
de Diezerstraat. Aaltje overlijdt op 6 april 1856 op
de leeftijd van 66 jaar. Anthony sterft ruim twee
en een half jaar later, op 27 november 1858 op
75-jarige leeftijd.
Naamgenoten Van der Kolk en Rei(j)nders
Op 6 juni 1832, enkele maanden na de veiling,
overlijdt een naamgenoot van Anthony van der
Kolk in zijn huis aan de Ossenmarkt, op loopafstand van het Grote Kerkhof. Het gaat hier om
Anthony (veelal Teunis genaamd) van der Kolk,
geboren op 3 februari 1771 te Zwollerkerspel
als zoon van Harm van der Kolk, schipper, en
Geertruid Jansen. Anthony is jong wees geworden en hij wordt met zijn broer en twee zusjes in
het Kinderhuis ondergebracht. Op 1 juni 1793
doet hij belijdenis. Hij wordt timmerman en op
4 januari 1796 huwt hij in de Bethlehemkerk
met Johanna Gesina Reinders. Op 9 juli 1805
verkrijgen Teunis en Johanna Gesina van hun
respectievelijke zwager en broer Jacob Reinders
de helft van hun gemeenschappelijke huis aan
de Korte Kamperstraat. Zeven dagen later, op 16
juli, nemen de echtelieden een hypotheek op van
325 gulden tegen 5 procent rente per jaar van
Hendrikus Smeing te Amsterdam, met het eerder genoemde huis als onderpand.11 Ofschoon
de situering van dit huis een week later gewijzigd
wordt in de Ossenmarkt, betreft dit hetzelfde
huis. Op 3 maart 1806 wordt volgens het Patentregister Zwolle van dat jaar aan Teunis patent
verleend als ‘timmermansknegt’. Later valt ook
te lezen ‘winkelier’. Hierbij moet worden opgemerkt dat winkelier in de negentiende eeuw een
ruim begrip was. Het betekende vaak dat iemand
aan huis een winkeltje had. Uit dit huwelijk zijn
een aantal kinderen geboren, onder wie Jan in
1812. Teunis overlijdt op 6 juni 1832 en zijn
weduwe Johanna Gesina volgt hem op 1 maart
1837 in de dood.
Naar alle waarschijnlijkheid is er geen sprake
van directe familiebanden tussen de beide
Anthony’s, en Pieter Reijnders (zie hierna) en
Johanna Gesina Reinders, al bestaat natuurlijk de
mogelijkheid dat ze elkaar gekend hebben. De in
1812 geboren zoon Jan van Teunis van der Kolk
en Johanna Gesina Reinders zal in 1845 de koper
worden van het winkelpand aan het Grote Kerkhof en sindsdien prijkt zijn naam op de voorgevel.
Opschrift op de voorgevel van het Zwolse
balletjeshuis. (Foto Jan
van de Wetering)
ZHT3 2013.indd 7 15-10-13 09:08
128 zwols historisch tijdschrift
Reijnders-Van Santen, 1832-1845
Het pand aan het Grote Kerkhof wordt bij de veiling van de failliete boedel van Anthony van der
Kolk op 21 februari en 6 maart 1832 voor 1540
gulden verkocht aan Pieter Reijnders, koopman
te Zwolle. De nieuwe eigenaar is ter wereld gekomen op 29 april 1808 te Deventer, als het zesde en
jongste kind van Harmen Jan Reinders, hovenier
van het huis Den Berg te Dalfsen, later cipier van
het huis van Bewaring te Deventer, en Johanna
Werff. Pieter huwt te Zwolle op 24 maart 1831,
achttien dagen ná de aankoop van het winkelpand, met Johanna van Santen, die op 26 december 1807 in Zwolle als dochter van de looier Evert
van Santen en Hilligien Mandemaker is geboren.
Zij is een telg van een geslacht waarin zich vele
meesterbakkers bevinden.
Lang heeft de nieuwe eigenaar Pieter Reijnders niet van zijn aankoop kunnen genieten. Op
1 januari 1835 sterft hij, 27 jaar jong, in zijn huis
aan de Praubstraat met achterlating van zijn
zwangere weduwe Johanna en hun twee jonge
kinderen Hermen Jan en Hillegien. Johanna
blijft de winkel voortzetten. Op 31 augustus 1837
hertrouwt zij als ‘winkeliersche’ met Jan Antonie
Visscher, sergeant-majoor, die naderhand winkelier wordt. Johanna overlijdt op 26 december
1844. Zij laat vijf kinderen achter, waarvan twee
van haar tweede man Jan Antonie Visscher. Al
deze vijf kinderen, naast de reeds genoemde
Herman Jan en Hilligien zijn dit Pieter, Derk Jan
en Evert Johannes, zijn nog minderjarig en worden onder de voogdij van hun ooms uit de families Reijnders, Van Santen en Visscher gesteld.
Ter afwikkeling van de moederlijke nalatenschap moet het een en ander verkocht worden,
zo ook de winkel aan het Grote Kerkhof, alsmede
de inboedel en de winkelinventaris en -waren.
De veiling van het winkelpand vindt op 22 april
en 6 mei 1845 plaats in het koffiehuis Belle Vue,
getuige de advertenties welke de notaris Van
Roijen in de Zwolse Courant van 18 en 25 april
en 2 mei 1845 heeft laten plaatsen. De verkoop
van ‘mobilaire goederen, winkelinventaris en
-waren’ geschiedt op 7 mei 1845 door de deurwaarders Koeroo, Jansen en Voetelink in het
winkelpand zelf.12
Van der Kolk II, 1845-1919
Bij de eerste veilingsdag op 22 april 1845 wordt
1700 gulden voor het winkelpand geboden. Twee
weken later kan dit pand gemijnd worden door
Jan van der Kolk te Zwolle voor het bedrag van
ƒ 2150,-.13 De nieuwe eigenaar is winkelier van
beroep en heeft reeds sinds 1841 een kruidenierswinkel aan de Drietrommeltjesteeg te Zwolle.
Of Jan van der Kolk ook wat gekocht heeft bij
de verkoop van de aangeboden inventaris op 7
mei daaropvolgend, is niet bekend. Aan het flink
hogere bedrag van ƒ 2.724,-, dat Jan van der Kolk
kort daarna van D.J. Storm Buijsing als hypotheek
op het winkelpand heeft geleend, kan mogelijk
afgeleid worden dat hij inderdaad een deel daarvan heeft overgenomen.14
Zoals al aangegeven, is Jan van der Kolk een
in 1812 geboren zoon van de timmerman Teunis (Anthony) van der Kolk en Johanna Gesina
Reinders. Jan huwt op 23 juli 1840 in Zwolle met
Elsje Arink, dochter van Gerhardus Jansz. Arink
en Maria van Olst uit Kampen, die in hetzelfde
jaar naar Zwolle verhuist. Op de huwelijksakte
staat bij de bruidegom kastenmaker als beroep
vermeld, bij de bruid naaister. Van 1840 tot en
met 1845 wonen Jan en Elsje in het ouderlijk huis
2e wijk Voorstraat 169 (kadastrale nummer F
1746, nu aan de Kamperstraat). In dat huis wonen
ook kostgangers uit diverse windstreken. In 1841
hebben Jan en Elsje voor 725 gulden een kruideniersaffaire aan de Drietrommeltjessteeg op het
Eiland gekocht.15 Deze winkel wordt na vier jaar
weer van de hand gedaan en op 5 september 1845
overgeschreven naar Hendrik van der Hoogte.16
Jan en Elsje en hun kinderen verhuizen in
1845 dus van de ene naar de andere kruidenierszaak, ofwel van de Drietrommeltjessteeg naar het
Grote Kerkhof. De prominentere ligging van het
laatste pand, zo dicht bij het stadhuis en het Stadswijnhuis en vlakbij de voorname Koestraat zal bij
die keuze ongetwijfeld een rol gespeeld hebben.
Om het eigentijds te zeggen: een A-locatie.
Achter het pand aan het Grote Kerkhof dat Jan
en Elsje bezitten, bevinden zich twee kleinere
panden, sinds 1832 kadastraal bekend onder de
nummers F 1841 en F 1843. Eén van die panden,
ZHT3 2013.indd 8 15-10-13 09:08
zwols historisch tijdschrift 129
het pand op de hoek Praubstraat / Papendwarsstraat staat van 1585-1774 bekend onder de huisnaam ‘De Pelgrim’. In 1832 wordt de koopman
Jan Vredeveld vermeld als eigenaar van beide
panden.17 Hij overlijdt op 4 mei 1858 te Zwolle
en zijn weduwe Cornelia Plattel verkoopt beide
panden op 9 mei 1860 voor 1150 gulden aan Jan
en Elsje.18 Nu hebben Jan en Elsje drie aangrenzende panden in bezit. Het hoofdpand, dus de
winkel met het perceelsnummer F 1842 aan het
Grote Kerkhof, wordt in dienstjaar 1869 (= 1868)
verbouwd en het perceelsnummer wordt gewijzigd in F 3614. Vier jaar later, in 1872, wordt het
pand F 1843 afgebroken en opnieuw herbouwd,
het kadastrale nummer blijft echter ongewijzigd.
Door bouwkundige aanpassingen worden de
drie panden in 1877 kadastraal hernummerd
van F 1841, F 3614 (= oud 1842) en F 1843 tot F
4266.19 Jan en Elsje hebben tussen 1860 en 1872
vier hypotheken opgenomen, te weten: ƒ 1380,- in
1860, ƒ 2875 in 1865, ƒ 5750,- in 1867 en ƒ 3304,-
in 1872.20
Jan en Elsje van der Kolk-Arink krijgen vier
kinderen, maar drie ervan verlaten Zwolle. Het
gaat om de zoons Teunis (geb. 1841) en Jan jr.
(geb. 1853), en de dochters Maria (geb. 1856) en
Johanna Gesina (geb. 1860). De beide dochters
trouwen in Amsterdam. Teunis, vroeg weduwnaar geworden, overlijdt uiteindelijk in Den
Haag. Elsje Arink overlijdt in december 1882 en
haar man Jan in augustus 1886. Bij de boedelscheiding van de ouderlijke nalatenschap krijgt
Jan jr. per 1 november 1886 de winkel met toebehoren, waarvan de waarde op 8000 gulden wordt
getaxeerd, toebedeeld.21 Jan jr. is op 25 augustus
1881 met de ruim vijf jaar oudere Cornelia Weerts
uit Zwolle getrouwd. Uit dit huwelijk komen twee
zoons voort, namelijk Jan (III) en Daniël. Jan jr.
overlijdt op 14 november 1918 aan de Rhijnvis
Feithlaan, waarschijnlijk in het Sophia Ziekenhuis. Het winkelpand met de winkelinventaris
wordt verkocht en ruim acht maanden na de
verkoop vertrekt Cornelia van der Kolk-Weerts
uit Zwolle. Op 5 mei 1919 wordt ze uitgeschreven
naar de gemeente Arnhem.22
De familie Arink uit Kampen of de oorsprong
van de Zwolse Balletjes
Om de loop van het verhaal goed te kunnen volgen, is het nodig om een uitstapje naar Kampen
te maken. In deze voorname Hanzestad wordt op
14 oktober 1788 Gerhardus Jansz. Arink geboren
en vijf dagen later in de Bovenkerk gedoopt. Hij is
een zoon van Jan Arink (1748-1836), trijpwever
en kostkoper en vanaf 1796 ook aanspreker, en
Elsien Schreuder, ook wel Schruedter genoemd
(1750-1823). Beiden zijn geboren en getogen
Kampenaren, maar de familie Arink komt van
oorsprong uit de omgeving van Groenlo en Eibergen. In 1810 trouwt Gerhardus, die (banket)bakker van beroep is, met Maria van Olst, geboren
te Hattem, maar dan al wonende te Kampen. Er
Op de gevel van het
huis dat vroeger bekend
stond als ‘De Pelgrim’
staat tegenwoordig dit
opschrift. (Foto Jan van
de Wetering)
ZHT3 2013.indd 9 15-10-13 09:08
130 zwols historisch tijdschrift
worden minstens tien kinderen geboren, waarvan
velen niet in leven blijven of op zeer jeugdige leeftijd overlijden. Drie kinderen zullen het beroep
van hun vader voortzetten. Het zijn Elsje (1818-
1882), Lambertus (1815-1900) en Berend Jan
(1830-1904). Elsje trouwt met de eerder genoemde Jan van der Kolk. Gerhardus Arink wordt zo
de schoonvader van Jan. Hij wordt in diverse
bronnen met verschillende beroepen aangeduid:
als winkelier, koopman, bakker, banketbakker,
suikerbakker en ook stekenbakker. In 1831 vertrekt hij met zijn gezin naar Amsterdam, maar
keert al gauw weer terug in Kampen. In 1840
verhuist de bakkersfamilie Arink van Kampen
naar Zwolle. In 1840, worden de echtelieden Gerhardus en Maria tot lidmaten van de Nederlands
Hervormde Gemeente van Zwolle aangenomen.
Hun dochters Elsje en Maria, dan wonende aan
het Grote Kerkhof – dus niet ver van de winkel
van Johanna van Santen en haar tweede echtgenoot Jan Anthonie Visscher – worden in juni van
dit jaar lidmaten.23 De familie woont aanvankelijk
aan het Grote Kerkhof, om naderhand naar de
Broerenstraat te verhuizen.24 In 1845 koopt Gerhardus het huis op de hoek van de Kamperstraat
(nu het pand van Olland), en gaat daar wonen en
werken. In 1851 verhuist hij weer, dit keer heeft
hij een huis gekocht bij de Roopoort.25
In de folder die iedere klant bij aankoop van een
zakje of blikje Zwolse balletjes ontvangt staat te
lezen dat de heer J(an) van der Kolk in 1845 het
geheime recept voor de ouderwetse specialiteit
‘steken’ heeft gekocht van zijn schoonvader. De
vraag is echter of deze bewering juist is. Een akte
van de aankoop van het recept is bij het onderzoek niet boven tafel gekomen, maar er komt wel
iets anders aan het licht. In de Zwolse Courant
van vrijdag 9 september 1853 staat een kort verslag van de zitting van het Kantongerecht aan de
Blijmarkt op 8 september afgedrukt. Daarin valt
te lezen:
‘Veroordeeld
G.A., stekenbakker te Zwolle, tot uitoefening van
zijn bedrijf eene stookplaats te hebben gebruikt,
dewelke niet door den stadsarchitect was goedgekeurd. Een geldboete van ƒ 10.’
G.A., hij/het zal toch niet..? Een korte samenvatting uit het proces-verbaal van de rechtbankzitting op 8 september 1853: het kantongerecht acht
Gerhardus Arink schuldig aan de onrechtmatige
uitoefening van zijn bedrijf van stekenbakker in
de tuin achter het door hem bewoonde huis aan
het (Klein) Weezenland (nu Burgemeester Van
Roijensingel), bij de Roopoort, waar hij ‘een vroegere steltenberg [hooiberg] heeft ingerigt tot eene
rookplaats om steeken te bakken en daarin heeft
geplaatst een ijzere stookmachine waarop de suiker benoodigd tot het vervaardigen van steeken
gekookt werden, waarvan de rook door eene pijp
naar buiten werd uitgeleid.’ Deze stookplaats is
in de nacht van 9 op 10 augustus 1853 afgebrand.
Doordat de stookplaats, in strijd met de stedelijke
voorschriften uit 1825, niet door de stadsarchitect gekeurd en dus clandestien gebouwd is, is
Gerhardus gedaagd voor het kantongerecht en
veroordeeld tot de geldboete.26
In 1853 vervaardigt Gerhardus Arink dus
steken in de illegaal gebouwde stookplaats in
zijn tuin van het in 1851 verworven huis bij de
Roopoort. Steken, die hij waarschijnlijk levert aan
diverse winkeliers onder wie zijn schoonzoon Jan
van der Kolk. Of er vanaf 1845 door Jan in de kelder van het pand aan het Grote Kerkhof al steken
gebakken worden, moet dan ook ernstig betwijDe zwarte steek, het
meest oorspronkelijke
balletje, beschikt zelfs
over medicinale krachten …. (Foto Jan van de
Wetering)
ZHT3 2013.indd 10 15-10-13 09:08
zwols historisch tijdschrift 131
feld worden. Het zou ook heel goed kunnen dat er
steken aan het Grote Kerkhof worden gebakken
vanaf het moment dat de clandestiene stookplaats
van Gerhardus verbrand is, dan wel dat de beide
zoons en later kleinzoons van Gerhardus zich
niet meer toeleggen op het steken bakken. Daar
speelt ook nog mee dat Gerhardus in 1854 definitief naar Amsterdam vertrekt. Zijn vrouw Maria
overlijdt namelijk op 11 oktober 1854 en al op 30
oktober daaropvolgend wordt het huis en erf aan
het Weezenland bij de Roopoort door Gerhardus en zijn kinderen voor 1325 gulden verkocht
aan Hendrik Klinkert, meester-timmerman te
Zwolle.27 Anderhalve maand later trouwt Gerhardus te Amsterdam – slechts twee maanden na het
overlijden van Maria – met Johanna Ziegelaar.
Hij is dan 66 jaar, zij 30. Uit het tweede huwelijk
worden drie kinderen geboren. In 1870 overlijdt
Gerhardus in Amsterdam. Zijn weduwe hertrouwt aldaar twee jaar later met de schoenmaker
en weduwnaar Anthonie Wedemeier. Zij overlijdt
in 1891.
In het pand hoek Kamperstraat / Van Hattumstraat is in de jaren 1854-1916 de banketbakkerij van Berend Jan (de broer van Elsje) Arink
gevestigd. Nicolaas Christiaan Arink, de zoon van
Berend Jan en Dominika Magdalena Taverne,
neemt deze zaak later over. In diverse adressenboeken van Zwolle, waaronder dat van 1898,
wordt hij stekenbakker genoemd. Ook de andere
broer van Elsje, Lambertus, verhuist in 1860 van
Kampen naar Zwolle. Hij is eveneens balletjesbakker van beroep. Lambertus en zijn tweede
vrouw Fennigje Tusveld wonen tussen 1860 en
1900 op verschillende adressen in Zwolle. Lambertus sterft op 11 maart 1900 en Fennigje op 7
augustus van datzelfde jaar. Hun zoon Marinus
Johannes (geb. Zwolle 1846) is eveneens balletjesbakker. Hij komt in 1900 vanuit Amsterdam in
Zwolle wonen en hij verhuist in 1902 naar Zwollerkerspel.28
Concluderend kunnen we stellen dat diverse
leden van de familie Arink als balletjes- ofwel stekenbakkers in Zwolle blijven, ook nadat vader cq.
grootvader Gerhardus in 1854 naar Amsterdam
verhuist. Het zou daarom heel goed kunnen dat
de beide Jannen van der Kolk de balletjes geleverd
krijgen van respectievelijk eerst schoonvader en
na 1854 van zwagers / neven Arink, dan wel dat ze
deze door hen in de kelder van hun winkelpand
laten vervaardigen. Mocht het laatste niet het
geval zijn, dan is het niet ondenkbaar dat de firma
J. van der Kolk op den duur – vermoedelijk begin
twintigste eeuw – balletjes voor zichzelf ging steken.
Van 1918 tot heden
Ruim zes maanden na het overlijden van Jan II
van der Kolk op 14 november 1918, wordt het
huis met de winkel aan het Grote Kerkhof ten
overstaan van de Zwolse notaris W.C. van Reede
door zijn erfgenamen, te weten zijn weduwe Cornelia Weerts en haar twee zoons Jan III en Daniël
van der Kolk, verkocht aan Albertus Worst, winkelier te Meppel, en zijn echtgenote Margje van
Werven. De koopsom bedraagt 10.000 gulden en
het pand wordt op 6 mei 1919 op hun naam overgeschreven.29
Na ruim 39 jaar de winkel gedreven te hebben,
verkoopt het echtpaar Worst-van Werven op 15
september 1958 de zaak voor 17.500 gulden aan
Wolter Vaartjes, bakker van beroep.30 Wolter
Vaartjes, geboren te Oldemarkt in 1901 als zoon
van een turfmaker, is aangesloten bij het Leger
Prijslijst omstreeks
1920. (Foto Jan van de
Wetering)
ZHT3 2013.indd 11 15-10-13 09:08
132 zwols historisch tijdschrift
des Heils. Met de Zwolse Klazina Oosterbroek
trouwt Wolter te Zwolle op 16 november 1926
en uit dit huwelijk komen vier kinderen voort.
Vaartjes overlijdt op 10 december 1985 en na een
herdenking in het gebouw van het Leger des Heils
aan de Geert Grootestraat wordt hij begraven
op de begraafplaats Kranenburg. Zijn erfgenamen dragen kort daarop de winkel over aan hun
neef Klaas Kappers. Sinds 1999 zijn de heer en
mevrouw Van Wegen eigenaars van het Zwolse
Balletjeshuis. Maar zij zijn nu op de leeftijd dat ze
met de winkel willen stoppen en de zaak graag aan
een jongere generatie willen overdragen. Of dit
lukt is echter de vraag. De huidige stekenbakker,
Bert Hulshof, heeft inmiddels de leeftijd bereikt
dat hij het ‘geheime’ recept en de bereidingswijze
graag door wil geven aan een opvolger. Zijn
vrouw Henny Hulshof is verkoopster in de winkel, tot 1 oktober nog samen met Marjolijn van
Rens, nu alleen.
De ‘fabricage’ van de Zwolse balletjes.
De Zwolse balletjes, die eigenlijk steken zijn,
worden op ambachtelijke wijze in de kelder van
het Zwolse balletjeshuis gemaakt. Het recept is al
eeuwenoud en nog steeds geheim.
Tegenwoordig kunnen de balletjes allerlei
kleur en smaak hebben, maar ook het meest oorspronkelijke balletje wordt nog steeds gemaakt, de
zwarte steek. Vroeger werd een balletje gebruikt
om de koffie te zoeten. De steek werd achter een
De Zwolse Balletjes zijn
al decennialang een
Zwols icoon: zo kreeg
ook koningin Juliana
in 1962 een doosje aangeboden toen zij de
miljoenste naoorlogse
woning in Nederland
bezocht, een huis aan
de Hogenkampsweg.
(Collectie HCO)
Het deels nog authentieke winkelinterieur,
achter de toonbank
staat Henny Hulshof.
(Foto Jan van de Wetering)
ZHT3 2013.indd 12 15-10-13 09:08
zwols historisch tijdschrift 133
kies geklemd en de koffie er langs gespoeld. Het
was de bedoeling dat het snoepje meerdere kopjes
meeging. Toppunt van zuinigheid was daarbij na
ieder kopje even de steek uit de mond nemen en
op een schoteltje leggen tot het volgende kopje zich
aandiende. Mogelijk komt de naam steek van dit
‘achter de kiezen steken’, maar het zou ook kunnen
duiden op het afsteken van het suikerdeeg.
De smaken zijn pepermunt, vanille, citroen,
roomboter, anijs, mokka, kaneel, honingmenthol,
reine claude, framboos en mandarijn. Alle balletjes worden bereid met suiker en daaraan toegevoegde natuurlijke smaakstoffen. Aan de laatste
vier worden natuurlijke kleurstoffen toegevoegd.
Een oud snoepje te koop in een oud interieur.
Want ook de inrichting van de winkel, die wellicht nog ten dele uit 1845 dateert, is het waard
behouden te blijven. Onder het pand bevindt
zich de kelder, waarschijnlijk evenals het casco
laat middeleeuws. Twee luiken leiden naar de
kelder van het pand. Daarin worden de balletjes
gemaakt, vermoedelijk pas vanaf het begin van de
twintigste eeuw.
De balletjes worden gepresenteerd vanuit een
trommeltje, iedere bezoeker krijgt een balletje.
De trommeltjes, met beelden van Zwolle erop,
zijn ook te koop. Daarnaast worden de balletjes
verkocht in katoenen zakjes met daarop een oud
gedicht .
Stekenbakker, het moet al een heel oud
ambacht zijn. Ik vermoed dat er in Nederland
geen stekenbakkers meer zijn. Misschien staat
daarom in Zwolle nog wel de enige Nederlandse
stekenbakkerij. Een oud ambacht, dat naar mijn
bescheiden mening doorgegeven, gekoesterd en
verzekerd zou mogen en moeten worden. Opdat
er in 2045 en lang daarna ook nog Zwolse balletjes
mogen zijn. De smaak van vroeger, Zwols culinair
en cultureel erfgoed. Culturinair – woord van
mezelf – erfgoed, dus.*
Bij dit alles blijft het opmerkelijk en toch ook
wel bijzonder te noemen dat de receptuur van de
steken (Zwolse Balletjes) oorspronkelijk van de
familie Arink uit Kampen komt. Als een Zwols
Balletje rollen kon (maar dat kan het gelukkig
niet), rolde het richting Kampen. Naast het verhaal van de Blauwvingers kan dit verhaal en dit
product ook met Kampen verbonden worden.
Uit Zwolle, en ja, ook een heel klein beetje uit
Kampen. Alleen dat gegeven al…
* Goed nieuws! Op 1 oktober meldt de Stentor dat
er een stichting opgericht is en dat het Zwolse Balletjeshuis een doorstart gaat maken. De toekomst
van de balletjes lijkt, in ieder geval op korte termijn,
verzekerd.
Noten
Tenzij anders vermeld bevinden de onderstaande bronnen zich op het HCO te Zwolle
1. Archieven Zwolse Notarissen, toegang 828, inv.nr.
620 (notaris LHC. Nilant d.d. 18 mei 1815, akte nr.
157)
2. Archief Stad Zwolle, 1230-1813, toegang 700, inv.
nr. 1019 Volkstelling 1812, Wijk 2e Sassenstraat nr.
226
3. Archieven Kadaster Overijssel, toegang 145, inv.
nr. 760 (Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel der
Grondeigenaren van de gemeente Zwolle, sectie
E-F)
4. Arch. Kad. Ov., inv.nrs. 123 (Register van Inschrijvingen, deel 13/242)
5 Arch. Kad. Ov., inv.nr. 152 (Reg. van Inschrijvingen, deel 30/354)
6. Arch. Kad. Ov., inv.nr. 35 (Reg. van Overschrijvingen, deel 21/49)
7. Arch. Kad. Ov., inv.nr. 152 (Reg. van Inschrijvingen, deel 42/242)
Zwolse balletjes… (Foto
Jan van de Wetering)
ZHT3 2013.indd 13 15-10-13 09:08
134 zwols historisch tijdschrift
8. Arch. Kad. Ov., inv.nr. 153 (Reg. van Inschrijvingen, deel 43/247)
9. Archief Rechtbank van Eerste Aanleg Zwolle, toegang 91, inv.nr. 163a
10. Archieven Zwolse Notarissen, inv.nr. 1035 (notaris
W.H. Roijer, d.d. 21 februari en 6 maart 1832, akte
nr. 4506)
11. Archief Stad Zwolle, 1230-1813, inv.nr. 2032
12. Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van
29 april 1845
13. Arch. Kad. Ov., inv.nr. 2370 (Reg. van Overschrijvingen deel 66/107)
14. Arch. Kad. Ov., inv.nr. 5678 (Algemeen Register
deel 29/358)
15. Arch. Kad. Ov., inv.nr. 2330 (Reg. van Overschrijvingen deel 26/36)
16. Arch. Kad. Ov., inv.nr. 2372 (Reg. van Overschrijvingen deel 68/13)
17. Arch. Kad. Ov., inv.nr. 760 (OAT Gemeente Zwolle
E-F)
18. Arch. Kad. Ov., inv.nr. 2535 (Reg. van Overschrijvingen deel 231/26)
19. Arch. Kad. Ov., inv.nrs 1417 en 1424 (Artikelgewijze Kadastrale leggers Gem. Zwolle, delen 6 en 1,
art.nr. 1955 J. van der Kolk)
20. Arch. Kad. Ov., inv.nrs. 5663 en 5678 (Algemeen
Register delen 14/43 en 29/358)
21. Arch. Kad. Ov., inv.nr. 2851 (Reg. van Overschrijvingen, deel 547/6)
22. Bevolkingsregister Zwolle, 1860-1940, blz. K 187
23. Archief N.H. Gemeente Zwolle, toegang 1140, inv.
nr. 144, p. 319
24. Archief Gemeente Zwolle, 1813-1923, toegang 702,
inv.nr. AAZ01-443 (Wijkboek 2e Diezerstraat, 712
zijnde kadastraal perceel F 862)
25. Archief Gem. Zwolle, 1813-1923, inv.nr AAZ 01-
499 (Wijkboek 2e Voorstraat) en Arch. Kad. Ov.,
inv.nr. 5678 (Algemeen Register deel 29/341)
26. Archieven Kantongerecht Zwolle, toegang 109, inv.
nrs. 5432 én 5474, rolnr. 1067
27. Archieven Zwolse Notarissen, inv.nr. 821 (notaris
W.S. van der Gronden d.d. 30 oktober 1854, akte
nr. 3119)
28. Bevolkingsregister Zwolle 1860-1940, blz. A 77
29. Arch. Kad. Ov., inv.nr. 5502 (Reg. van Overschrijvingen, deel 929/107)
30. Arch. Kad. Ov., inv.nr. 11473 (Reg. van Overschrijvingen, deel 1435/108)
Het Zwolse balletjeshuis, oktober 2013.
(Foto Jan van de Wetering)
ZHT3 2013.indd 14 15-10-13 09:08
zwols historisch tijdschrift 135
Beeldhouwer en activist Guiseppe Ceracchi
Maker van het grafmonument van
Joan Derk van der Capellen
Over niet al te lange tijd zullen beelden die
al meer dan tweehonderd jaar in Rome
staan en die onderdeel uitmaken van het
grafmonument voor de patriot Joan Derk van der
Capellen eindelijk naar Zwolle komen.
Wie was de beeldhouwer en hoe kwam het
dat dit monument nog in Rome staat? Waarom is
het niet direct nadat het voltooid was naar Zwolle
getransporteerd?
Joan Derk van der Capellen
Joan Derk baron van der Capellen tot den Pol
(1741-1784) was de bekendste patriot in Overijssel. Hij was lid van de Staten van Overijssel en
profileerde zich daar nadrukkelijk als verlicht
man. Hij maakte zich onder meer sterk voor
vlootversterking – tegen de wens van de stadhouder –, een grotere vrijheid van meningsuiting en
afschaffing van de drostendiensten. Dit waren
diensten die de drosten twee maal per jaar aan
de boeren konden opleggen, onder meer tijdens
het zaaien en oogsten. Vooral de drost in Twente,
Van Heiden Hompesch, maakte hier gebruik van.
De strijd liep hoog op. Door de uitlatingen van
Van der Capellen in de Staten en het publiceren
van zijn toespraken, soms voor hij ze had uitgesproken, werd hij in 1778 als Statenlid geschorst.
In 1782 werd hij weer toegelaten en uiteindelijk
werden de drostendiensten in 1783 afgeschaft. In
pamfletten die hierna verschenen werd hij binnen en buiten Overijssel uitbundig bejubeld. Ook
penningen werden geslagen om vast te leggen dat
de drostendiensten beëindigd waren.
Van der Capellen schreef ook geschiedenis
vanwege zijn steun aan de Amerikaanse vrijheidsstrijd. Door zijn inspanningen erkende het soevereine gewest Overijssel in april 1782 de jonge
Amerikaanse Republiek. En tenslotte schreef hij
in 1781, tijdens zijn schorsing als Statenlid, een
felle aanklacht tegen Willem V in het pamflet Aan
het volk van Nederland, dat overigens anoniem
verscheen. Pas ruim een eeuw later werd met
zekerheid vastgesteld dat hij dit geschreven had.
Van der Capellen had een zwakke gezondheid.
Hij overleed op 6 juni 1784, slechts 42 jaar oud,
in zijn huis in de Bloemendalstraat 12 in Zwolle.
Ook naar aanleiding van zijn overlijden verschenen veel pamfletten en vooral in Twente werden
de kerkklokken lang geluid.
Joan Derk van der
Capellen tot den Pol,
1741-1784, omstreeks
1780. Pastel, anoniem.
(Particuliere collectie)
Lydie van Dijk
ZHT3 2013.indd 15 15-10-13 09:08
Zeven jaar later, in 1795, voltrok zich de
Bataafse Omwenteling. Er kwam een einde aan
de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Het bestuur, zowel in de steden als in de provincie,
werd samengesteld uit volksrepresentanten. Toen
pakte men de ideeën van de patriotten weer op.
Roerige periode
Het was dus een onrustige periode na de dood van
Van der Capellen. Aanvankelijk hadden de patriotten veel invloed op het politieke terrein, maar
dat veranderde door de Pruisische inval in 1787.
In 1784 was al het plan opgevat een monument ter nagedachtenis aan Joan Derk van der
Capellen te laten ontwerpen. Daarvoor werd
door inwoners van Zwolle contact opgenomen
met een comité van vooraanstaande patriotten in
Amsterdam. Dat waren bekenden van Van der
Capellen. Er werd een nationaal fonds opgericht
waarvoor op grote schaal inzamelingen werden
gehouden. De Amsterdammers lieten de Italiaanse beeldhouwer Guiseppe Ceracchi drie ontwerpen maken. Uit de drie, in grootte verschillende ontwerpen, werd uiteindelijk gekozen voor
een ontwerp met vier beelden. Dit zou in Zwolle
in de Grote Kerk geplaatst moeten worden. Door
misverstanden op financieel gebied, het rusteloze
leven van de beeldhouwer en vooral door de veranderde politieke omstandigheden is de beeldengroep nooit naar Zwolle gekomen.
Guiseppe Ceracchi
Een overzicht van het leven van Ceracchi toont
aan dat hij niet alleen beeldhouwer was, maar
ook politiek zeer betrokken. Ceracchi werd in
1751 geboren. Toen hij twintig jaar oud was,
ontving hij een prijs voor beeldhouwen in de
Accademia de San Luca in Rome voor een terracotta beeld dat hij gemaakt had. Zijn carrière
begon in Rome, maar vanwege zijn rusteloosheid
en vanwege lucratievere opdrachten verliet hij
de Kerkelijke Staat. Hij ging eerst naar Milaan
en Florence. In beide steden kreeg hij opdrachten. In Florence ontmoette hij Sir Horace Mann,
een Engelse consul, die hem aanmoedigde naar
Engeland te gaan. In Londen, waar hij in 1773
aankwam, raakte hij bevriend met Italiaanse en
Patriotten
Eind jaren zeventig van de achttiende eeuw begon
een aantal gegoede burgers zich af te zetten tegen
het beleid van stadhouder Willem V, zowel in
het westen van de Republiek van de Verenigde
Provinciën als in het oosten. Zij wilden een einde
maken aan het bewind van de stadhouder en
streefden naar meer democratie. De patriotten
vormden vrijkorpsen, verenigingen van gewapende burgers, om de macht over te nemen en zich
te verdedigen. Door de onrust die hun acties veroorzaakten, voelden stadhouder Willem V en zijn
vrouw Wilhelmina van Pruisen zich niet meer
veilig. Zij riepen in 1787 de Pruisische troepen te
hulp en zo kwam een abrupt einde aan de patriottenbeweging. Velen vluchtten naar Frankrijk.
Hoe groot de tegenstellingen tussen patriotten en prinsgezinden waren geworden, bleek ook
uit wat er gebeurde met het familiegraf van Joan
Derk. Dit graf op het Gorsselse veld, waarin Van
der Capellen met zijn vrouw, die een jaar na hem
stierf, was begraven, werd in 1788 door orangisten
met buskruit opgeblazen. Hun lichamen waren
kort daarvoor al door hun schoonzoon, de graaf
van Rechteren tot Westerveld, uit de graftombe
gehaald en elders begraven.
Portret van Giuseppe
Ceracchi, circa 1792,
door de Amerikaanse
schilder John Trumbull. (Collectie Metropolitan Museum of Art,
New York)
136 zwols historisch tijdschrift
ZHT3 2013.indd 16 15-10-13 09:08
van keizerin Maria Teresia en keizer Joseph II
mocht uitvoeren in 1781 en 1783. De keizer bood
hem het directeurschap van de beeldhouwschool
aan, maar Ceracchi weigerde dat.
De werken die Ceracchi in de jaren in Rome,
Londen, Berlijn en Wenen maakte, worden
gekenmerkt door een continu door elkaar lopen
van zijn werk als portrettist en als kunstenaar van
beelden, die als antieke figuren zijn uitgebeeld.
Amerikaanse kunstenaars. Met de beeldhouwer
Agostino Carlini, afkomstig uit Genua, voerde
hij decoraties uit in Somerset House. Dit ligt
in Londen aan de Theems. Bij het maken van
beelden volgde hij de vorm van antieke beelden,
maar gaf er een totaal andere betekenis aan. Tussen 1776 en 1779 poseerde hij twaalf werken in
de Royal Academy. Een van die beelden was van
Anne Seymour Damer, een van zijn leerlingen,
uitgebeeld als de muze van de beeldhouwkunst.
Zijn grootste succes was het portret van Joshua
Reynolds, geïnspireerd op de buste van Caracalla
in de Farnese collectie. Deze collectie was verzameld door kardinaal Alessandro Farnese, de
latere paus Paulus III (1543-1549). De collectie
met de buste van Caracalla bevindt zich nu in het
Archeologisch Museum in Napels. Reynolds was
kunstschilder en de eerste voorzitter van de Royal
Academy. Ceracchi maakte ook modellen voor
de Wedgwood Company. Na Londen verbleef hij
kort in Nederland en Pruisen. In 1779 was hij in
Wenen, waar hij met een introductiebrief van de
Oostenrijkse ambassadeur in Londen opdrachten
Anne Seymour Damer
als de muze van de
beeldhouwkunst,
Guiseppe Ceracchi,
omstreeks 1779, marmer. (© Trustees of
the British Museum,
Londen)
Links: Buste van Joshua
Reynolds, Guiseppe
Ceracchi, 1778-1779,
marmer. (© Royal Academy of Arts, Londen)
zwols historisch tijdschrift 137
ZHT3 2013.indd 17 15-10-13 09:08
In 1785 was hij terug in Rome. Maar nog in
datzelfde jaar verruilde hij deze stad voor Berlijn,
waar hij een portret maakte van Frederik de Gro

te, en vervolgens voor Nederland, waar hij een
contract tekende voor het monument van Joan
Derk van der Capellen. Drie jaar later was hij weer
in Rome. Hij kreeg opdracht een portret van paus
Pius VI te maken.
De jaren negentig van de achttiende eeuw
waren de meest turbulente jaren in zijn leven. Hij
werd politiek actief en nam deel aan de opstan

den in Frankrijk. Na in 1790 even in Nederland
geweest te zijn voor overleg over het monument
voor Van der Capellen, vertrok hij naar de Ver

enigde Staten. Ceracchi had een introductiebrief
voor Thomas Jefferson gekregen van de ban

kiers N. en J. van Staphorst in Amsterdam. Hij
ging daar niet alleen heen omdat hij de nieuwe
Republiek een goed hart toe droeg, maar ook
omdat hij wist dat het Congres een monument
voor George Washington wilde oprichten. De
opdracht ging niet naar hem. In juli 1792 was hij
weer in Amsterdam. Een jaar later was hij terug in
Rome. Wegens een aanval op zijn atelier, een ont

moetingsplaats van kunstenaars en intellectuelen,
moest hij vluchten. Eerst naar München, toen
naar Florence, vanwaar hij uiteindelijk in 1794
naar de Verenigde Staten vluchtte. Hij werd daar
niet meer zo plezierig ontvangen als voorheen
en keerde daarom een jaar later weer terug naar
Europa.
In Parijs raakte hij bevriend met de schilder
David. Daar maakte hij ook een portret van de
jonge generaal Napoleon Bonaparte. Aanvanke

lijk kon Ceracchi het goed met Napoleon vinden.
In 1796 trok Napoleon triomferend Milaan bin

nen en wilde Ceracchi bij zich hebben. Hij gaf
hem opdracht een portret in marmer te maken,
wat echter nooit is voltooid. Ook in Parijs werd
hem weer een officiële functie aangeboden, net als
eerder in Wenen, namelijk ‘Eerste beeldhouwer
van de regering’. Maar ook deze keer weigerde hij.
Napoleon voerde een machtsgreep uit op
9 november 1799 en trok langzamerhand alle
macht naar zich toe. Toen Ceracchi zich reali

seerde dat Napoleon zo een autoritair regime
vestigde, keerde hij zich tegen hem. Met enkele
Plaquette van dr.
Joseph Priestley, door
Josiah Wedgwood
en Thomas Bentley
naar een model van
Guiseppe Ceracchi,
1779. Priestley was een
verlichte Brits/Ameri

kaanse wetenschapper.
(© Trustees of the Bri

tish Museum, Londen)
Buste van George
Washington, Guiseppe
Ceracchi, 1795, mar

mer. (Collectie Metro

politan Museum of Art,
New York)
138 zwols historisch tijdschrift
ZHT3 2013.indd 18 15-10-13 09:08
Ceracchi was hiervan op de hoogte, want hij
bezocht Amsterdam eind 1788, dus na de Pruisische invasie van het jaar daarvoor. Hij presenteerde drie ontwerpen voor het monument aan het
comité. De keuze van de aanwezigen viel op het
tweede ontwerp met vier beelden. Dat was niet
het goedkoopste, dat uit drie beelden bestond,
maar wel veel goedkoper dan het ontwerp nummer drie met zeven beelden. Dit kostte ƒ 90.000,-.
Ceracchi zelf ging ervan uit dat hij dit laatste ontwerp als opdracht voor het monument zou krijgen. Een collega beeldhouwer in Rome, Vincenzo
andere kunstenaars voerde hij op 10 oktober 1800
een aanslag uit op Napoleon toen deze de Opera
verliet. Hij werd gevangen genomen en ter dood
veroordeeld. Op 30 januari 1801 verloor hij zijn
leven onder de guillotine.
Ceracchi was dus vooral in zijn latere leven
een politiek geëngageerde kunstenaar. Zijn werken behoren tot de stijl van het neoclassicisme.
In het begin van zijn artistieke loopbaan maakte
hij beelden geïnspireerd op de klassieken, elegant
gemanipuleerd. Daar vroegen zijn klanten om.
Later gebruikte hij in zijn ontwerpen allegorieën
en symbolisme in de monumentale sculpturen
met een sterke politieke en educatieve lading.
Het monument
Ceracchi heeft drie ontwerpen gemaakt voor het
monument van Joan Derk van der Capellen. Het
gekozen ontwerp bestond uit drie figuren en een
leeuw. De staande man gekleed in een Romeinse
toga met in zijn linkerhand een zwaard is de classicistische uitbeelding van Joan Derk van der Capellen. De twee andere figuren zijn zittende vrouwen.
De ene vrouw draagt een helm en houdt met haar
linkerhand een schild vast, de andere wijst met
haar rechterhand omhoog naar Van der Capellen.
De eerste stelt de godin Minerva als de Vrijheid
voor, de tweede is de verpersoonlijking van de
provincie Overijssel of de Dankbaarheid. De leeuw
houdt zeven pijlen vast, wat staat voor de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Het was
Ceracchi’s eerste opdracht voor een monument na
de vele portretten die hij had gemaakt.
In het contract, opgesteld op 17 en 19 maart
1785 in Amsterdam, werd het bedrag van
ƒ 45.000,- genoemd voor het monument, vervaardigd van marmer. Aan Ceracchi werd, in fases,
een bedrag van ƒ 30.000,- gegeven om marmer
te kopen. Als de beelden klaar waren zou hij
ƒ 7.500,- ontvangen, en bij transport van de werken nogmaals ƒ 7.500,-.
De beelden waren in 1789 klaar, maar ze
konden niet naar de Republiek getransporteerd
worden omdat de politieke situatie veranderd
was. Stadhouder Willem V had de touwtjes weer
stevig in handen en de patriotten konden alleen
nog ondergronds zaken regelen.
Ontwerp nummer
twee voor het monument voor Joan Derk
van der Capellen,
Guiseppe Ceracchi,
1785. (Nationaal
Archief, Den Haag)
zwols historisch tijdschrift 139
ZHT3 2013.indd 19 15-10-13 09:08
Pacetti, schreef in augustus 1787 in zijn dagboek
dat Ceracchi een grote opdracht voor Holland
had, bestaande uit zeven figuren waarvoor 90.000
gulden werd betaald. Toen had het Amsterdamse
Comité er echter nog niets over beslist!
Op 20 december is met de toen nog aanwezige
leden van het Amsterdamse Comité, een aantal
was naar het zuiden gevlucht, een tweede, aanvullend contract afgesloten. Gezien de politieke
situatie werd hierin de naam van Joan Derk van
der Capellen niet meer genoemd. Ook de locatie
waar het monument zou komen werd niet vermeld. In dit tweede contract wordt ook ingegaan
op de financiële kant. Ceracchi verklaarde in dit
contract dat hij al ƒ 30.000,- had ontvangen. Bij
ondertekening zou hij ƒ 7.500,- krijgen. Het restant van ƒ 7.500,- zou hij ontvangen wanneer de
beelden voltooid waren. Gezien de moeilijke politieke situatie waarin de patriotten zich bevonden,
was nog een bonus in het contract opgenomen: er
zou nog eens ƒ 7.000,- worden uitbetaald wanneer
het monument op de plaats van bestemming werd
geplaatst. Wanneer het elders zou kunnen worden geplaatst zou hij de helft van de bonus krijgen, maar wanneer de beelden in Rome moesten
blijven, had hij geen recht op een bonus.
De laatste ƒ 7.500,– zijn waarschijnlijk
nooit betaald. En de bonus ook niet, omdat de
beelden nooit in Nederland zijn aangekomen.
In protestbrieven beschuldigde Ceracchi zijn
opdrachtgevers van een wanprestatie en dat zij
ƒ 45.000,- niet hadden betaald. Mogelijk ging hij
uit van het bedrag voor het derde ontwerp, waarvan de uitvoering ƒ 45.000,- duurder was dan de
beelden van ontwerp nummer twee. Zou hij dan
de ƒ 7.500,- toch ontvangen hebben?
Ook na de stichting van de Bataafse Republiek
in 1795 hebben vrienden en bewonderaars geen
pogingen gedaan de beelden naar Nederland te
krijgen. Ceracchi zat toen in Amerika en later in
Frankrijk en Italië waar hij zich naast zijn beeldhouwwerk met politiek bezighield. Zoals boven
vermeld kostte dit hem in 1801 zijn leven.
De beelden bleven in Rome
Tot enkele jaren geleden stonden de vier beelden
verspreid in de tuinen van de Villa Borghese in
Rome. Hoe kwamen ze daar terecht?
Het was duidelijk dat de beelden na de inval
van de Pruisische troepen niet afgeleverd konden
worden. En na de dood van de beeldhouwer bleven ze in zijn werkplaats staan. In een beschrijving uit 1830 blijkt dat de beelden er nog steeds
stonden, samen met delen van het onderstel
bestaande uit drie stukken wit marmer die als
voetstuk voor het belangrijkste onderdeel van het
monument, het standbeeld dat Joan Derk van der
Capellen moet voorstellen. Verder waren er nog
ongeveer dertig platen van verschillende soorten
en kleuren marmer. Ceracchi moet van zijn oorspronkelijk ontwerp zijn afgeweken en een meer
lineair voetstuk hebben bedacht, opgebouwd uit
verschillende kleuren marmeren platen.
De werkplaats bevond zich niet ver van het
Piazza del Popolo, in de Via della Penna, in een
pand dat eigendom was van de familie Borghese.
In 1827 begonnen onderhandelingen tussen een
vertegenwoordiger van prins Camillo Borghese
Van der Capellen als
Romein, onderdeel van
het monument; beeld in
de tuin van het Museo
Canonica in Rome.
(Uit: A marble revolutionary)
140 zwols historisch tijdschrift
ZHT3 2013.indd 20 15-10-13 09:08
en Ceracchi’s zonen over de beelden als compensatie voor de vele jaren waarin geen huur was
betaald. Maar er werd geen overeenkomst bereikt
over het bedrag dat prins Borghese wilde betalen
voor de beelden. De broers Ceracchi vonden het
bedrag veel te laag. Na de dood van prins Camillo
probeerden de Cerracchis met zijn broer prins
Francesco de onderhandelingen weer op gang
te krijgen. In 1838 leek de overdracht plaats te
gaan vinden, maar ook nu ging het niet door
omdat de beelden niet als monument zouden
worden geplaatst, maar afzonderlijk in de tuin.
Door een architect van de familie Borghese werd
voorgesteld de zaak dan maar zo snel mogelijk
op een andere manier te regelen door de beelden
te verkopen en ze tot dit plaatsvond maar in het
atelier te laten staan. Ondanks de publiciteit die
hier in een Romeinse krant in het jaar daarop aan
gegeven werd, bleef de groep beelden onverkocht.
Geen enkele maal is in de papieren de naam van
Joan Derk van der Capellen genoemd.
De erfgenamen van de beeldhouwer hadden
geen andere keus dan de beelden van het monument toch aan de familie Borghese te verkopen.
Dat gebeurde, maar helaas is niet bekend onder
welke voorwaarden. Op 10 maart 1845 werden
drie standbeelden, een leeuw en diverse marmeren platen afgeleverd aan de Villa Pinciana. Daar
is nu de Galleria Borghese gevestigd.
Het gehele complex van de familie Borghese
werd in 1901 door de Staat aangekocht en in 1903
overgedragen aan de stad Rome. Sindsdien zijn de
tuinen voor het publiek toegankelijk.
Voor de beelden van het monument van Joan
Derk van der Capellen was dat niet altijd gunstig:
op het marmer werd geschreven, kinderen gingen
op de rug van de leeuw zitten, vingers van de beelden werden afgebroken, en dergelijke.
De stad Rome heeft hiertegen actie ondernomen en de beelden in 1993 uit de tuin van de Villa
Borghese gehaald en in een afgesloten tuin, een
soort depot, achter het Museo Canonica geplaatst.
Ze zijn schoongemaakt en gerestaureerd. Toch
ontbreken er onderdelen wanneer je de huidige
beelden vergelijkt met het ontwerp. Zo heeft
Van der Capellen alleen nog het handvat van het
zwaard in zijn hand.
De marmeren vrouwen hebben een enigszins
andere houding dan op de ontwerptekening:
Vrouwe Overijssel kijkt niet omhoog naar Van
der Capellen en Minerva kijkt hem wel aan, maar
heeft haar rechter hand omlaag. Op het ontwerp
heeft zij haar arm gebogen omhoog en houdt
hierin een lange speer vast met een vrijheidshoed
daar bovenop. Op de tekening die de erfgenamen
van Ceracchi van het monument maakten om de
beelden te verkopen heeft zij haar hand, net als
het beeld dat in de tuin van het Museo Canonica
staat, omlaag.
Reconstructie van het
monument door de
zonen van Ceracchi in
verband met verkoop,
gravure 1839. (Museo
Napoleonico, Rome)
zwols historisch tijdschrift 141
ZHT3 2013.indd 21 15-10-13 09:08
142 zwols historisch tijdschrift
Plaatsing in de Grote Kerk in Zwolle
De opdracht aan beeldhouwer Ceracchi was om
een monument te maken dat in de Grote Kerk in
Zwolle geplaatst moest worden. Door de veranderde politieke situatie was het niet mogelijk de
beelden in Zwolle af te leveren. Ondanks het feit
dat ze betaald waren, is er nadien geen poging
meer gedaan ze naar Nederland te krijgen.
Ook rond 1984 toen in Overijssel de tweehonderdste sterfdag van Joan Derk van der Capellen
werd herdacht met tentoonstellingen en lezingen,
bleek het Rijk, degene die de eerste contacten met
Rome zou moeten leggen, geen belangstelling te
hebben om zich hiervoor in te spannen. Al vier
jaar daarvoor werden door vier Kamerleden van
het CDA vragen gesteld over de beelden en de
regering verzocht pogingen te doen om de beelden alsnog naar Nederland te laten komen. De
regering voelde hier toen weinig voor.
Een paar jaar geleden is dat veranderd. Dagblad de Stentor publiceerde verschillende artikelen over de beeldengroep. Als vervolg daarop
werden in mei 2009 opnieuw Kamervragen
gesteld, nu door de voormalige leden van de
Zwolse gemeenteraad Eddy van Heijum en Arie
Slob. Minister Plasterk wilde pogingen om de
beelden naar Nederland te halen ondersteunen.
Ook de provincie Overijssel en de gemeente
Zwolle waren bereid contacten te leggen met
huidige eigenaren, de stad Rome, om de beelden
in bruikleen te krijgen en in de Grote Kerk in
Zwolle te plaatsen, de plaats waar het monument
volgens de opdrachtgevers voor bedoeld was. Het
maken van afspraken over het bruikleen van de
beelden met de stad Rome bleek geen eenvoudige
zaak. Maar na een paar jaar lijken de afspraken nu
voor beide partijen, de stad Rome en de gemeente
Zwolle, vast te liggen. De beelden zullen, als alles
volgens plan gaat, in het voorjaar van 2014 naar
Nederland komen.
Literatuur
De wekker van de Nederlandse Natie, Joan Derk van der
Capellen 1741-1784, Waanders, 1984
A marble revolutionary, The Dutch Patriot Joan Derk
van der Capellen and his Monument, Royal Netherlands Institute Rome, 2011
Vrouwe Overijssel, in
de tuin van het Museo
Canonica in Rome.
(Uit: A marble revolutionary)
ZHT3 2013.indd 22 15-10-13 09:08
zwols historisch tijdschrift 143
De Republiek belaagd en Zwolle bezet door
Bommen Berend:
Gesprek met historicus Luc Panhuysen over
het Rampjaar 1672
Begin jaren negentig zat ik als jong broekie in
twee Atheneum, op het Meander College te
Zwolle. Ik was een echte leerbal, al ontkende
ik dat altijd heftig. Geschiedenis was toen al een van
de vakken waar ik me het meest voor interesseerde.
Later zou het mijn studie worden. Onze docent
Geschiedenis op het Atheneum, de heer Bakker, gaf
ons de opdracht een werkstuk te maken. Ik koos voor
het Rampjaar 1672, want ik vond het intrigerend
dat Nederland destijds van alle kanten werd aangevallen en toch op wonderbaarlijke wijze overeind
bleef. Als kind had ik in het Groningse Vlagtwedde
gewoond. Het werkstuk behandelde daarom ook de
lotgevallen van het nabijgelegen fort Bourtange, als
een persoonlijke noot. Bourtange was de vesting die
net als de grote stad Groningen stand hield tegen
Bommen Berend, een van de agressoren tijdens het
Rampjaar. Ik was een aantal keer in Bourtange
geweest en dat had grote indruk gemaakt; de verdedigingswallen, de grachten, de kanonnen, de oude
bebouwing, enzovoort.
1
Luc Panhuysen
Nu, zo’n twintig jaar later, schrijf ik weer over dat
bijzondere jaar 1672, waarin ‘het volk redeloos, de
regering radeloos en het land reddeloos’ was. Dit
keer heb ik gekozen voor het Zwols perspectief
en een interview met de Zwolse historicus Luc
Panhuysen (1962), schrijver van het boek Rampjaar 1672. Hoe de Republiek aan de ondergang
ontsnapte. In dit boek beschrijft Panhuysen aan
de hand van de correspondentie van het vooraanstaande gezin Van Reede – een vader, een moeder
en hun zoon – deze dramatische periode in het
bestaan van de Republiek.
Het gesprek vindt plaats in Panhuysens fraaie
huis. We zitten in zijn werkkamer, tussen de
boekenkasten, vol prachtige geschiedenisboeken
en andere bronnen. Wat begint als een interview
over zijn boek, wordt al gauw een geanimeerd Wouter Geerling
gesprek met een gepassioneerd historicus. Panhuysen haalt zo nu en dan enthousiast een boek
uit de kast of wijst op een landkaart om zijn verhaal over het Rampjaar te illustreren.
Waarom schreef Panhuysen een boek over dat
Rampjaar? ‘Ik schrijf graag over mensen van het
verleden. Geschiedenis is niet een ontwikkeling
van instituties, ook niet van gebouwen, maar van
mensen! Mensen worden interessant als ze in uitzonderlijke situaties terecht komen.
Rampjaar 1672. Hoe de Republiek
aan de ondergang ontsnapte
Hoe kwam het dat de Republiek het Rampjaar overleefde? De briefwisseling van de adellijke familie Van Reede brengt het Rampjaar tot leven.
Godard Adriaan, baron van Reede (1621-1691) en vader van het gezin,
werkt als ambassadeur in Berlijn aan de belangrijkste opdracht van zijn
leven: het redden van zijn vaderland.
Zijn vrouw, Margaretha Turnor
(1613-1700), bevindt zich in de
stroom vluchtelingen op zoek naar
veiligheid in het gewest Holland. En
Godard, heer van Ginkel (1644-1703),
de zoon, vecht als officier mee in het
leger van stadhouder Willem III.
Auteur Luc Panhuysen baseerde zijn
boek voornamelijk op de brieven die
de drie gezinsleden elkaar schreven en
bestudeerde daarnaast de kranten uit
die tijd. [De VPRO maakte in 2009 de
OVT-radiodocumentaire Rampjaar
1672, gebaseerd op het boek. Deze
documentaire is te beluisteren op
http://www.geschiedenis24.nl.]
Luc Panhuysen
ZHT3 2013.indd 23 15-10-13 09:08
144 zwols historisch tijdschrift
Oorlog is zo’n uitzonderlijke situatie.’ Bovendien had de historicus prachtige bronnen tot zijn
beschikking; de briefwisseling binnen een vooraanstaande familie. ‘De bronnen die ik had, waren
fantastisch. De ervaringskant komt sterk naar
voren, dat is leuk voor de lezer. Het gaat in mijn
boek om overleven, het is de overlevingsstrijd van
het gezin Van Reede. Die gebruik ik als spiegel
voor het grotere geheel.’
Wat gebeurde er ook alweer in dat beruchte
jaar 1672? En hoe onderging Zwolle deze beproevingen?
Nederland van alle kanten belaagd
Het was de zeventiende eeuw, een tijd van constante oorlogsvoering in Europa. En nu moest
ook de Republiek er aan geloven. In 1672 begon
de Hollandse Oorlog. De Republiek der Zeven
Verenigde Nederlanden werd aangevallen
door Frankrijk, Engeland en de Duitse bisdommen Münster en Keulen, met de Franse koning
als grootste antagonist. Het was een aanval op
ongekende schaal: de Zonnekoning, Lodewijk
XIV, liet niets aan het toeval over. Hij wilde wraak
nemen op de ketterse Republiek, nadat raadpensionaris Johan de Witt hem tijdens de Devolutieoorlog (1667-1668) had verhinderd de Spaanse
Nederlanden in te lijven. De koning had daarom
middels sluwe diplomatie en aanzienlijke geldbedragen zowel Karel II van Engeland als de twee
Duitse bisschoppen Christoph Berend van Galen
en Maximiliaan Hendrik van Beieren aan zijn
zijde gekregen. Daarnaast sloot hij met de Duitse
keizer Leopold I in 1671 een geheim neutraliteitsverdrag, waarin de keizer beloofde bij een Franse
invasie van de Republiek afzijdig te zullen blijven.
Nadat hij alles tot in de puntjes had voorbereid,
viel Lodewijk in 1672 vanuit het zuiden aan met
een ongekend groot leger van 120.000 soldaten.
De Engelse vloot bestookte de Republiek in het
westen en het noorden en de twee Duitse bisschoppen vielen aan vanuit het oosten. De Republiek was totaal omsingeld en het land leek ten
dode opgeschreven.
Blitzkrieg
Het Franse leger had niet de geijkte korte route
door de Spaanse Nederlanden (België) kunnen nemen, omdat Lodewijk de machtige Duitse keizer (familie van het Spaanse koningshuis)
niet in de oorlog wilde betrekken. Frankrijk had
daarom de Duitse bisdommen tot bondgenoot
gemaakt, zodat de Zonnekoning via hun grondgebied de Republiek kon binnenvallen. Het enorme
Franse leger was pijlsnel opgetrokken, als een
Blitzkrieg avant la lettre. ‘Lodewijk had een walk
over gepland,’ vertelt Panhuysen. ‘Het begin van
die veldtocht is uniek, vanwege de hoge snelheid
door gebruik van het zogenaamde “magazijnstelsel”.’ Langs de route van de optrekkende troepen
Overzicht van de aanvallen op de Republiek
in 1672. Niet ingetekend is de EngelsFranse vloot die vanaf
de Noordzee kwam.
(Uit: De Bosatlas van
de geschiedenis van
Nederland)
ZHT3 2013.indd 24 15-10-13 09:08
zwols historisch tijdschrift 145
waren opslagplaatsen aangelegd met voorraden
voedsel, wapens en uitrusting. ‘De Fransen
konden daardoor veel sneller optrekken dan de
Nederlanders dachten.’
Nadat de troepen van Lodewijk XIV de Republiek waren binnengevallen, staken zij in juli 1672
onverwachts de Rijn over, bij Lobith. Door de IJssellinie op die manier te omzeilen was Frankrijk in
staat op snelle wijze veel grondgebied te bezetten.
Ook de twee bisschoppen lieten zich niet onbetuigd en veroverden grote delen van het noorden
en oosten van het land. Ondertussen bedreigde de
Engelse vloot de Nederlandse kusten.
Wat vo

Lees verder