
…–: ..
‘ C.J. Vrieiis
een architect in ‘Zwolle
J :,,,. • …. t – .
,
–
Ook ontwerper van de muziektent
——· op llet Assendorperplein
27e jaargang 2010 nummer 2 – 7,50 euro
46 | jrg. 27 – nr. 2 zwols historisch tijdschrift
Wim Huijsmans Suikerhistorie
Café-restaurant De Kleine
Luttekestraat 22
Voor deze rubriek ontving de redactie vier
suikerzakj es van ca fé- restaurant De Klein e. In
1935- dus precies 75 jaar geleden – nam An ton
de Kleine lunchroo m Halfwerk over. In 1938
kreeg hij een tapvergunn ing. Er mocht van toen
af ook bier geschonken word en. Het pand ligt in
de schaduw van de Peperb us. Het is dan ook ni et
verwonderlijk dat op drie van de vier suikerzakj es
de Peperbus domineert. Het suikerza kje uit 1960
(Collectie ZHT) too nt een lauwerkrans met daa rin het jaartal 25
en daaronder ‘ tot uw dienst’. Op een ander za kje
Café-restaurant De Kleine aan de Luttekestraat 22 is tegenwoordig een eetcafé.
(Foto Jan van de Wetering)
‘koffie ons visitekaartje’.
Op het afgebeelde suikerzakje zien we een keu
en drie biljartballen. Anton was een voortreffelijk
biljarter. De Zwolse biljartve reniging SAS (Steeds
aan Stoot) had hier haar thuishonk. Zoon Henk,
die de fij ne kneepjes op het groene laken van zijn
vader leerde, was nog talentvoller. Zo deed hij in
december 1960 mee aan het Nederlands ka mpioenschap
ereklasse 71/2, gehouden in Odeo n.
Henk werd derde.
Café De Kleine is een begrip in Zwolle. Het
café-restaura nt is steeds in de familie gebleven.
Na Jan en Nico, zonen van Anton de Kleine, is nu
Bob, de zoon van Ja n, de baas. Bob is boven de
zaak geboren. Het horeca vak is hem lette rlijk met
de paplepel ingego ten. Het zit in zijn genen. Begin
dit jaar heeft hij met zijn vrouw de zaak overgenomen.
Toen de stadsbus nog voor de deur sto pte,
wipten vele Zwollenaren even bij De Kleine naa r
bin nen voor een kop koffie. Op vrijdag gaa t het
ca fé al om 7 uur open zodat de marktkooplui er
een bakkie kunnen doen. Jong en oud komen er
graag over de vloer. In het eetcafé zijn de maa ltij den
van een goede kwal iteit. En de até va lt n iet te
versmaden …
zwols historisch tijdschrift jrg. 27 – nr. 2 | 47
Redactioneel
De oranjekoorts woedt in all e h evigheid . Op 10
juni is h et we re ld kamp ioensch ap voet ba l bego n nen
in Z uid -Afrika. In de aa nloop naa r dit eve n ement
heeft de redacti e – ten dele ook geveld door
deze koorts – toch een nieuw tijdschriftnummer
kunnen amen tellen waar in we liswaar geen sprake
is van oranjegekte maar het oranje-ele m ent
niet o n tbr eekt.
Kees Ca nters h eeft hee l wat boven water
gebrac ht over a rchitect C. J. Vriens. In de Zwolse
ar chitect uurgid s komt zijn n aam n ie t eens voor.
Vriens h eeft in d e periode 19 30- 1950 vee l hui ze n
en wonin gco mpl exe n in Zwoll e on two rp en , voo ral
in Assendorp. Ook de recent geresta ureerde
muz iektent op h et Assendorperplein is va n zijn
h and. De muz iekte nt heeft een oranj e tintje. Ee n
dag voor Ko nin gi nnedag in 1950 werd d e tent in
geb ruik geno m en. E n vee l act iv ite iten vinden e r
e lk jaar p laats op 30 ap ril.
Willem van der Veen ve rh aa lt over de gesc hi edenis
van ee n vier ee uwen o ud pa nd aa n d e T ho rbeckegrach
t, door de eigenaar h erschapen in ee n
pracht ig hi sto ri sch monument. Ve rschille nde
bewoners passe re n de revue, on der wie do minee
Van Se nde n , die d e Oranjeprinses Ma ri a nne, door
haar koetsier bezwangerd, begeleidde n aar he t
Heili ge Land. Onderweg we rd haar ki nd geboren .
Jan van de Wetering laa t zie n wat er in het
tweede kwartaal van 1960- waarin dus ook
Koninginnedag viel – in Zwolle gebe urde.
ozem e n aanvoe r van vee op de veemarkt spraken
h em mee r aan dan h et o ranj egevoe l op 30
april. Al deze b ijdragen worde n aa n gevuld met
boekbesprekingen en h et s uikerzakje va n café De
Kl ein e. Daar za l onder he t ge n ot va n ee n pilsje en
wat bitterb allen d e oranjekoorts naar grote hoogte
stijgen . De redactie h oopt echter dat u ook zo n der
deze koorts dit n urn me r met veel plezier zult
leze n . Aanvallen dus …
Inhoud
Suikerhistorie Wim Huij sm ans 46
C.J. Vriens, een architect in Zwolle
De ontwerper van de muziektent
op het Assendorperplein Kees Ca n ters 48
Zwolle in 1960 Jan van de Wetering 65
Zwols echtpaar herschep t eeuwenoud
grachtenhuis in waardevol monwnent
Waar eens een burgemeestersfamili e,
een beroemde domineedichter en
een oermens woonden Wille m van der Vee n 67
Schrikken in de Smeden Wim Huijsmans 78
Boekbespreking 81
Recent verschenen 83
Mededelingen 85
Auteurs 86
Omslag: De muziektent inspireert tot creatieve
uitingen, houtdruk door Kees Canters, 2010 .
In ze tje: A rchitect C.J. Vriens.
48 | jrg. 27 – nr. 2 zwols historisch tijdschrift
Kees Ca nters
Cornelis Jacobus Vriens,
1897- 1967. (Particuliere
collectie)
C.J. Vriens, een architect in Zwolle
De ontwerper van de muziektent op het Assendorperplein
De architect Vriens ontwierp in de jaren
dertig en veertig van de vorige eeuw een
flink aa ntal woningen en woningcomplexen
te ZwoUe. Zijn werkterrein omvatte ook
constructi eadvieswerk en, later, het ontwerpen
van utiliteitsgebouwen. In de jaren vijftig raakte
Vriens, vooral buiten ZwoUe, betrokken bij de
bouw van lage re scholen. Hij werkte aldoende
gestaag aan de opbouw van een interessant en
geva ri eerd oeuvre.
In het onderstaande ga ik in op zijn Zwolse
werk. Dit startte omstreeks 1930 en kan met de
realisatie in 1950 van de muziektent op het Assendorperplein
als afgesloten worden beschouwd; een
periode waarin Vriens een eigen en zeer herkenbare
stijl van ontwerpen ontwikkelde. De muziektent
is recent gerenoveerd en gerestaureerd en, mede
daardoor, dit jaar zestig jaar jong. Dit jubileum
vormde de aanleiding voor deze bijdrage.
Cornelis Jacobus Vriens
Co mei is Jacobus Vriens ( 1897-1967) werd
geboren in Kaapstad en overleed te Zwolle. Zijn
ouders waren geëmigreerd naar Zuid-Afrika maar
kwamen vanwege de onrust en het gevaar, veroorzaakt
door het uitbreken van de Tweede Boerenoorlog
( 1899-1902), weer terug naar Nederland.
De jonge Vriens doorliep de lagere school op Tholen
en sloot daar vervolgens, in 1912, met goed
gevolg de vierjarige cursus hand- en bouwkundig
tekenen af. In de jaren daarna behaalde hij nog
diverse aa nvull ende aktes op bouwkundig gebied.
Va naf 1916 was Vriens een aantal jaren werkzaam
bij de Rijksgebouwendienst, waar hij onder meer
toezicht hi eld bij de bouw van PTT-kantoren. In
1919 trouwde hij met de in Leeuwarden geboren
Rinske Volkers ( 1900-1981 ). 1
Vriens werkte aa n het begin van de jaren twintig
enkele jaren in het toenmalige ederlands-
Indië, als bouwkundig tekenaar bij ‘N.V. Archi tecten-
en Ingenieursbureau Hulswit & Fermont,
Weltevreden/ Ed. Cuypers, Amsterdam’. Weltevreden
was een voorstad van Batavia en vormde
toentertijd min of meer het Haagje van de kolonie.
Daar stond ook het paleis van de gouverneurgeneraal
en er lagen andere, grote overheidsgebouwen.
Genoemd bureau realiseerde in de eerste
helft van de vorige eeuw in Nederlands-Indië de
bouw van een groot aantal kantoorgebouwen,
scholen, parochiekerken, raadhuizen, winkels en
woonhuizen.2 De heer C. de Bruin – voormalig
medewerker en later opvolger van Vriens – kan
zich nog grote, met krijt ingekl eurde perspecti eftekeningen
herinneren die Vriens daa r toen heeft
gemaakt.3
In Batavia werd in 1922 Vriens’ zoon geboren,
Rhodo. De slechte gezondheid van moeder
Rinske was reden voor het jonge gezin om in 1923
terug te keren naar Nederland. Vriens werkte
gedurende de resterende jaren twintig als bouwkundig
tekenaar en vervolgens ook als chef de
bureau, eerst nog bij het bureau van Ed. Cuypers
– een neef van de bekende architect P.J.H. Cuypers
– , later ook bij andere architectenbureaus
in Amsterdam. In 1926 was Vriens bijvoorbeeld
korte tijd werkzaam bij de arch itect P.L. Kramer,
waar hij als assistent-architect hi elp bij het tekenwerk
voor de spectaculaire gevels van het gebouw
van De Bijenkorf in Den Haag. In de loop van de
jaren twintig werkte Vri ens zich op tot zelfsta ndig
architect B A (Bond van ederl andse Architecten).
In 1928 verhuisde het gezin Vriens-Volkers van
Amsterdam naar Zwolle, waar in 1932 een dochter
werd geboren: Tubelina Frederika. Vriens had
een baan gekregen bij de gemeente Zwolle waar
hij tot in 1934 werkzaam was. Hij begon in die
zwols historisch tijdschrift jrg. 27 – nr. 2 | 49
eerste Zwolse jaren ook met een eigen bureau. Bij
de gemee nte was hij als ‘ tijdelijk architect’ direct
betrokken bij de realisa tie van diverse gemeentelijke
bo uwprojecten uit die tijd, zoals het Stedelijk
Gymnasium Celea nurn aan de Veeraliee (naar
een ontwerp uit 1929 van de directeur Gemeentewerken
en stadsa rchitect L. Krook), het openbaar
slachthuis bij het nieuwe veemarktterrein (in
1928-’33 ontworpen doorW.B.M. Beurner) en
de dienstgebouwen op begraafplaa ts Kranenburg
( eveneens van Beumer, 1930-‘3 l ). Het getuigschrift
betreffende zijn werkzaamheden bij de
gemeente ZwolJe vermeldt onder meer: ‘Zoowel
het ontwerpen, als het detailleeren der plannen
was grootendeels geheel aa n hem toevertrouwd’,
en ook ‘Wegens het ni et voorhanden zijn van
voldoende werkgelegenheid moest het met hem
aangegane di enstve rband worden beëindigd.’ De
crisis deed zich waa rschijnlijk voelen, ook voor
Vriens.
Binnen Zwolle is Vri ens’ eigen bureau op verschillende
ad ressen gevestigd geweest, naar het
lijkt ook steeds het woonadres van zijn gezin.
Het begon aan de Prins Alexanderstraat (Veeralleebuurt),
om via de Van Nagell straat en de Ter-
Door Vriens getekende
en ingekleurde perspectieftekening
van het in
1923 gemaakte ontwerp
voor de javasche Bank
te Pematang Siantar op
Sumatra. (Archief NAi,
Rotterdam)
Vriens kon zijn tekentalent ook uitleven bij de Zwolsche Kunstkring. Hij is
hier omstreeks 1930 vereeuwigd door Teun van der Veen tijdens de wekelijkse
tekenavond in het atelier van de Kunstkring, dat zich bevond op de zolder van de
voormalige Brouwerschool op het Grote Kerkplein, achter het oude Z wolse stadhuis.
Vriens zit links, Johan Hartsuiker in het midden en de toen bekende Z wolse
kunstschilder Evert Bomhof rechts. (Collectie Willem van der Veen)
50 | jrg. 27 – nr. 2 zwols historisch tijdschrift
borch straa t te eindigen in de Bloemendalstraat.
ln briefl10ofden van zakelijke correspondentie
duikt dan ook nog als ’tijdelijk adres ‘ de Harm
Smee ng eka de op, waa r waarschijnlijk alleen het
burea u was gevestigd. Uit bouwtekeningen van
div er se gro t e utiliteitsge bouwen, gerealiseerd
in de jaren d ertig en veertig, zoals een verbouwing
in 19 38 van de ambachtsschool op de hoek
Hortensia s traat-Mimosastraat (ee n ontwerp van
A. Baart en L. Krook uit 1932 – eerstgenoemde
te kende voor het ontwerp!), blijkt dat Vriens
ook rege lma tig de rol van constructeur op zich
nam. Ee n constructeur wordt ingehuurd voor
he t uitvoe ren va n d e berekeningen voor onder
m ee r de drage nde onderdelen van ( veelal grote)
proj ecte n , zoal s fund ering en vloeren. Zo zitten er
in he t betre ff ende doss ier van de ambachtsschool
op het H CO zo’ n vijftig blauwdruk-foliovellen
propvo l m et handgesc hreven en door Vriens
ze lf uitgevoe rd e bere keninge n . In 1941 luidt het
brie fh oofd in d e correspondentie van het burea u:
‘a rc hit ec te n -, constructie- en adviesbureau C.J.
Yriens a rch. B.N.A.// Bouw projecten/ Interieurs/
Utilite it sbouw/ Gewapend beton constructies/
l) ze r co nstru cti es/ Bouwkundige advi ezen’. We
proeve n hi e r wel enige trots, het is ook niet niks.
Dat Vriens d eze veelzijdige interesse voor ontwerpen
, bo uwe n en construeren niet van een vreemde
had , blijkt wel uit he t in zijn familie opduiken van
b eroepe n als ‘stadstimmerman in Tholen’ (zijn
va d er ), ‘ bouwkundige’ en ‘bouwkundig opzichter
‘.
Vriens was ee n liberaal- hij stemde WD- en hij
was ni e t gelovig. Hij was naar verluidt een aardig
en vriendelijk maar ook precies mens, zoals onder
m ee r bleek bij het instrueren van de tekenaars.
Met ee n dik potlood , 4B of 6B, waarvan de lijnen
na uwelijks m ee r weg te gummen wa ren, gaf hij de
door t e voeren correcties aan. In 1:100-tekeninge
n m oes t en de diktes van de kozijnen en ander,
zic htbaa r timmerwerk precies op schaal worden
gete ke nd, m et een o uderwetse trekpen, later met
ee n Graph ospen. Hetzelfde gold voor de namen
va n sch o le n di e uitgevoe rd in smeedijzeren letters
op de geve l kwamen te s taan. Hie rvoor werd
ee n Räd erpe n m et ee n dikte van 0,7 mm gebruikt
waarmee, na wat oefening, ook ee n sc haduweffec t
kon worde n gesuggereerd. Hij gaf zijn m edewe rkers
echter ook alle ruimte o m het va k goed te
leren, met onder m eer als r es ultaat vell e n vol m et
uit de loss e hand getekende lette rs .
Vriens maakte ook a ltijd zee r zo rgv uldige
d etailtekeningen van de voorgevels, sc haal van
1 :20. Als er werkoverleg was, za t hij a ltijd t ekeningen
op te werken; hij maakte dan bij voo rbeeld d e
toentertijd gebruikelijke slinge rtj es in tekenin ge n
van betoncon structies. Vriens ‘ interesse vo o r het
vak en voor de overdracht van praktisc h e kennis
en ervaring op h et gebied van ontwerpen, blijkt
begin jaren twintig ook uit zijn rol als vervangend
tekenler aar op de ambachtsscholen op Tholen en
te Bergen op Zoom e n in 1934 o p de N ijv erh eid savondschool
te Kampen.
Opdrachten van de gebroeders Pierik4
In 1929 ontwierp Vriens in opdracht van de ‘ Fa.
Gebr. J.H . & J. Pierik’ (Johannes H endric u s e n
Johannes), ee n aannemersbedrijf uit Assendorp,
de lange, wat sombere woningblokken aan b eid e
kanten van h et eind van de Asse ndo rpe rs traa t.
Waarschijnlijk o nderkenden deze ‘ projec to ntwikkelaars
avant la lettre’ de kwalit eit en van V ri ens.
Ze lieten he m vervolgens meer ontwerpen make n ,
zoals in 19 32 van d e twee direc t aangrenzende,
stoere woningblokken aan de H o rte n s ias tr aat,
tussen en ook aan de Assendorperstraat en de
Deventerstraatweg. We kunne n all ee n maa r gissen
naar de r eden ac hter h et a ll ee n doo r J. Pierik
signeren van d e teke ninge n, want het tekenwerk is
onmiskenbaar van de h and va n Vri ens. Er kwam ,
waarschijnlijk naar aa nl e idin g van ee n vr aag of
kanttekening van de Sc ho o nhe id sco mmiss ie
van ‘ Het Oversticht’, n og ee n ve rb e terd o ntwerp
voor de winkel m et bove nw o ning op de h oek
Horten sias tra at-A sse nd o rpers traa t. De uitb o uw
aa n de Assendorperstraat werd iets ve rl eg d en ook
de Horten s ia straatz ij d e kreeg ee n ( ie ts grotere)
uitbouw. De straatwa nd , gevormd d oor de twee
hui ze nblokken langs d e Hortensiastraa t 1-15 &
17-29, werd nu – evenals aa n he t andere uiteind e,
waar de voor Vriens zo karakte ri s tieke, zwa re
‘boekensteun’ o prij st, in dit gevaJ zelfs n og m et
ee n raampje – ook aa n de kant van d e Assendorzwols
historisch tijdschrift jrg. 27 – nr. 2 | 51
perstraat geaccentueerd en duidelijk zichtbaar
beëindigd. Het ontwerp vormden u meer een
geheel.5
De samenwerking beviel blijkbaar zo goed dat
Vriens in opdracht van de gebroeders Pierik ook
nog andere woningcomplexen langs de randen
van Assendorp ontwierp, zoals in 1937 het wonin gen
blok in V-vorm op de hoek Van Ka rnebeekstraat-
Hertenstraat bij het spoor. Het verspringen
van de donkere daken en de rela tief, kleine
dakhoek zijn kenmerkend voor Vriens, evenals
het sterk horizontale effect door de doorlopende,
witte dakgoten en de witte randen van de dakkapellen.
Het intrigerende blokje van drie woningen
hier schuin tegenover, Van Karnebeekstraat 127-
131, was aJ in 1930 door Vriens ontworpen en is in
1989 (helaas) gesloopt om plaa ts te maken voor
de bus- en taxitunnel onder het spoor. Dit blokje
lag direct aan de voet va n de opgang naar de Hoge
Spoorbrug ( de man urnen tale en fraai gelede
voetgangers- en fietsersbrug over het spoorwegemplacement)
en moet, bezien vanaf deze brug
maar ook vanuit de trein, op dit stedebouwkundig
markante punt een geslaagde begrenzing van
Assendorp hebben gevormd.
Een dramatische gebeurtenis leidde tot de beëindiging
van de onderl inge samenwerking van de
gebroeders Pierik. Het volgende speelde zich af.
Vanaf de start van hun gezamenlijke onderneming
liepen de zaken voorspoedig. In 1930 was
het daardoor mogelijk om voor eigen gebruik,
en vermoedelijk ook naar eigen ontwerp, aan de
Deventerstraatweg 189 en 191 twee ruime, ten
opzichte van elkaar gespiegelde villa’s te bouwen.
De opdracht tot het bouwen van het Gymnasium
Celeanum vormde echter de definitieve doorbraak
van het bedrijf ( de firma had ingeschreven
voor een bedrag van f 178. 778). Zoals al opgemerkt
was Vriens namens de gemeen te Zwolle
direct betrokken bij de bouw van deze school en
mogelijk hebben de gebroeders Pierik hem toen
ook nader leren kennen. Deze opdracht was voor
hen aanleiding om zich elk een auto aan te schaffen.
Bij een ongeluk waarbij Johannes zelf achter
het stuur zat, verongelukte zijn enige zoon – een
dochter bleef achter als enig kind. Hendricus
Woningblok aan het
einde van de Assendorperstraat,
naar ontwerp
van Vriens uit 1929,
in opdracht van de Fa.
Gebr. Pierik. (Foto
auteur)
Begin van het huizenblok
Hortensiastraat
1-15, uit 1932, met de
voor Vriens zo karakteristieke
zware ‘boekensteun’.
(Foto auteur)
Woningblok in
V-vorm op de hoek
Van KarnebeekstraatHertenstraat,
1937.
Het verspringen van de
donkere daken en de
relatief kleine dak hoek
zijn kenmerkend voor
Vriens, evenals het sterk
horizontale effect door
de doorlopende, witte
dakgoten. (Foto auteur)
Van Karnebeekstraat
127-131, uit 1930. De
huizen zijn in 1989
gesloopt. (Collectie
HCO)
52 | jrg. 27 – nr. 2 zwols historisch tijdschrift
Zuiderkerkstraat
8-10-12, uit 1935.
(Foto auteur)
Assendorperstraat
171-173, uit 1934.
(Foto auteur)
kreeg in de loop d er jaren ti en kinderen en hij
bes loot n a het veronge lukken van zijn neefj e te
verhui ze n, vooral om zijn schoonzus niet telken s
te co nfronteren m e t zijn eigen grote gezin dat zich
voo rspoedig ontwikke lde. Het gezin J.H. Pierik
ve rtrok d aaro m naar Hortensia straat 15 , zoals al
opge merkt oo k een woning naar ee n ontwerp van
Vriens en ge bouwd door de firma Pierik. Dit kon
ec hte r ni et voorko m en dat d e sit u atie voor Johannes
e n zijn vro uw aa n de Deventerstraatweg toch
o nhoudbaa r werd. U iteindelijk trok Johannes
Pierik zic h als firmant terug om vervolgens een
e ige n bedrijf te beg in nen, dat opereerde van uit
ee n nieuw pand waar hij ook ging wo n en: Assendorperstra
at 171, weer ontworpen door Vriens en
ook wéér ge bouwd door .. . Pierik. 6
De sa m enwe rking tu sse n Vrien s en de gebroeders
P ierik zette zich voo rt, maar nu met elke broer
afzo nderlijk. Zo maakte Vriens in op drac ht van J.
Pierik onder meer het on twerp van het door zijn
wegbuigende straatgevel n auwelijks opvallende,
maar toch zeer boeiende blokje va n dri e wo nin gen
aan de Zuiderkerkstraat 8- 10 -12 ( 1935 ). Een
evenwichtige raan1-gevelverhoudin g, d e rond d e
deuren iets uitspringende gevel en de bescheiden
maar toch kloeke, b etonnen luifels bo ve n de voordeuren
zijn voor Vriens kenmerk ende uitwerkin gen
van h et ontwerp. Meer in het oog sp rin ge nd
maar op z’n minst n et zo ve rrassen d is he t zo juist
al genoemde pand Assendorperstraat 171 – 173
( 1934), een woning en ee n winkel m et wo nin g.
Vanaf de oplevering is hi er Kap salon Kamphorst
gevestigd, tegenwoordig m et ee n we l zeer groo t
n aambo rd boven de etalage-het pand ve rtoo nt
ook tekenen van een zich doorzettende verwaarlo
zin g. Vooral de ogenschijnlijk tegen de gevel
geplakte h alve, ronde zuil alias toren is ee n opvallend
verticaal element. Deze zuil m et de verticaal
gemetselde sten en verwijst duidelijk n aar de stijl
van de Amsterdamse School.
Het pand he eft blijkbaa r a l in d e tijd d at he t
gebo uwd werd de aa ndac ht ge trokke n. Aa n d e
Langenholterweg 2-2a ( 19 35 ) sta at nam elijk ee n
naar vo rm en functie vergelijkbaar, maa r qua
afwerking en d etaillering vee l mind er verzorgd
pand dat een halfjaar later is ontworpen. Omdat
h et pand all ee n bestaat uit ee n winkel met wo ning
is het ook een travee minder breed – d e linke r
travee is dus later aa ngebouwd. Het lee ntjeb uur
spelen bij Vriens dat hoogstwaa rschij nlij k aan dit
ontwerp ten grondslag gelegen heeft , lijkt zonneklaar.
De intensiteit van d e sa m e n werking tu en
Vriens en de gebroeders Pierik blijkt ook ui t
de lij st m et ge reali see rd e ontwe rpe n in Zwoll e.
Opvallend is da arbij dat h et merendeel va n
Vriens’ werk d at in Zwoll e gerealiseerd is, in
Asse ndorp ligt: hij bo uwd e ni et all ee n vee l voor d e
Pi eriks, maa r deed dat ook nog ee ns letterlijk bij
hen ‘ om de ho ek ‘, dus vooral in As e ndorp .
Eerste bloei-jaren dertig
Vrie ns werkte ook voo r andere aannem e rsbedrijven
en voor winkeliers, opdrac htgevers uit de
zwols historisch tijdschrift jrg. 27 – nr. 2 | 53
Winkelpand Luttekestraat 1 / hoek Grote Kerkplein,
uit 1934. Hier zat jarenlang de schoenenzaak van
Kaaks. (Foto auteur)
Deur van het pand Luttekestraat 1 / hoek Grote
Kerkplein. (Foto auteur)
industrie en particulieren. Kenmerkend voor zijn
werk uit de jaren dertig is het gebruik van stoere
elementen, zoals flinke schoorsteenpartijen of
blokvormige stompe volumes die als een soort
torens grenzen of hoeken van woningblokken
markeren.
Een van zij n meest opmerkelijke panden uit
deze periode is het winkelpand Luttekestraat 1/
hoek Grote Kerkplein (1934). Het pand heeft een
plat dak. De gevel met de gebogen hoek en fraai
verzorgde details, maar vooral etalages met daar
omheen gekleurde tegeltjes in eenvoudige geometrische
patronen, vormen een uniek voorbeeld
van de luxe wijze waarop toentertijd in uitzonderlijke
gevallen een winkelpui werd ontworpen
en gereal iseerd. De smalle, van messing gemaakte
raamkozijnen aan de bovenzijde bekroond met
horizontale raampjes met glas-in-lood, geven
de pui niet alleen een chique uitstraling maar de
flaneur ook het volle zicht op de uitgestalde koopwaar
– en dat was natuurlijk vooral de bedoeling.
Soortgelijke ramen zijn terug te vinden bij de
eerder genoemde Haagse Bijenkorf en het is zeer
waarschijnlijk dat Vriens hierop heeft teruggegrepen
voor het ontwerp van deze etalages.
Al snel is er sprake van meer grote opdrachten,
verspreid over Assendorp maar ook over de rest
van de toen nog relatief kleine, bebouwde kom van
Zwolle. Zo is er het blok met dertien woningen
aan de Wipstrikkerallee 102-126 (1934), met de
forse en haast als bij een boerderij vormgegeven,
uitspringende geveldelen, en het kloeke blok van
drie woningen aan de Brink 8-9-10 ( 1935) met de
opvallende oranjerode gevels, waarbij het witte
Gedeelte van het blok
woningen Wipstrikkerallee
102- 126, uit
1934. (Foto auteur)
54 | jrg. 27 – nr. 2 zwols historisch tijdschrift
Gangpad tussen de huizen
aan de Wipstrikkerallee
102-126. (Foto
auteur)
Detail van Brink 8, uit
1935. (Foto auteur)
schilderwerk helder contras teert. Beide projecten
hebben de voor Vriens zo kenmerkende horizontale
accentuering, die hij bereikte door lange doorlopende,
witgeschilderde dakgoten en door de combinatie
van een relatief platte, net iets lan ger dan
gebruikelijke gevelsteen met een diepe en brede
lengtevoegen een met knip- en snijwerk gevulde,
smalle stootvoeg. De door Vriens vaak toegepaste
Vlaamse en vooral Noordse kettingverbanden ( een
herhaling van één respectievelijk twee gestrekt Liggende
stenen en één kops liggende steen) zorgen
voor rust en regelmaat en toch ook voor enige
afwisseling in de indruk die de gevel maakt.
De combinatie van dit soort stenen, voegwerk en
metselverbanden was in de jaren twin tig ontwikkeld
door de bekende architect W.M. Dudok. Het
werd met name in Hilve rsum, maa r ook bijvoorbeeld
veel in Den Haag toegepas t. Hieruit res ul teerde,
mede op grond van andere kenmerken
zoals portieken en het gebruik van duidelijk zichtbare
en vaak doorlopende lateien, de zogenoemde
Haagse School. Deze stijl is verwant aa n de overbekende
Amsterd amse School die bijvoorbeeld
met plastisch vormgegeven gevels werkt en hier
en daar ook wel met een grap en een grol, zoals
een verticaal stuk dak of een onverwacht gebogen
balkonnetje, en vaak ook met een verzo rgd gemetseld
ornament. De Haagse School is daa rmee
vergeleken wat in getogener, rustiger en strakker.
Het hoogtepunt va n de Amsterdamse School lag
omstreeks 1920 en men kan de iets latere Haagse
School als een meer bezadigde opvolger van deze
stijl beschouwen. Waarschijnlijk zijn de door
Vriens gebruikte stijlelementen terug te voeren
op zijn reeds genoemde tekenaarschap in de ja ren
twintig bij verschillende architectenbureaus te
Amsterdam.
In 1935 maakte Vriens een interessant ontwerp
voor het stuk van de Koes traat tu sen de Bloemendalstraat
en de Kromme Jak, op de plaats van
de voormalige Vil sterenhuizen. Het werd een harmonieus
wonin gen blok. De ui tvoe ring is sober,
zoals met een minder luxe gevelsteen, het min der
bewerkelijke hal fs teens met el verband (=met
alleen strekkend en niet kops liggende stenen) en
geen knip- en snijwerk voor de stootvoeg. Door
zwols historisch tijdschrift jrg. 27 – nr. 2 | 55
Onderkant zuil langs gevel van Assendorperstraat
171-173. (Foto auteur)
Voegwerk in de vorm van knip- en snijwerk en Noords
kettingverband, Zuiderkerkstraat. (Foto auteur)
deze schrale uitvoering en mede door de beperkte
hoogte van het blokje valt het op deze locatie
enigszins uit de toon, vooral wanneer gelet wordt
op de overkant van de Koestraat met zijn hoogoprijzende,
achttiende-eeuwse panden met hun
welverzorgde en fraaie ingangspartijen.
Voor de Da Costastraa t 8-13, in de schrijversbuurt,
o ntwierp hij een evenwichtig rijtje van zes
woningen . Karakteristieke elementen van Vriens’
ontwerpstijl uit die tijd doen dit blokje onmiskenbaar
van zijn hand zijn, zoals de fo rse muurkolom,
het metselwerk, de balkons en donkerrode
gevelsteen. Aan de huid ige Nieuwe Deventerweg,
in de toenmalige gemeente Zwollerkerspel,
leverde Vriens in 1936 ook een bijdrage aa n de
uitbreiding van Ittersum in de jaren dertig: een
sierlijk complex van ‘drie dubbele landhuisjes’, elk
met steeds een markante puntgevel, in opdracht
van J.H. Pierik.
Naast bovengenoemde, meer of minder grote
woningcomplexen ontwierp Vriens ook een paar
relatief grote, luxe en smaakvolle woningen, zoals
in 1933 de grote villa aan de Wipstrikkerallee 117
en de twee-onder-één-kap-won in gen Oranje assaulaan
15-17 (1941). Hoewel het ontwerp voor
de Wipstrikkerallee is ondertekend door J. Vriens
uit Tholen (de vader va n de architect) is het toch
onmiskenbaar van de hand van zijn zoon. Het
ontwerp wordt aangeduid als ‘een landhuisje’,
maar deze woning is qua grootte toch van een
andere orde dan de zoj uist genoemde landhuisjes
in Ittersum.
In de tweede helft van de jaren dertig was er
minder werk in de vorm van grote opdrachten,
een uitvloeisel van de aJ eerder genoemde crisis.
Er duiken namelijk regelmatig kleine projecten
op, zoals het ontwerpen van een tuinschuurtje bij
Gladiolenstraat 32 ( 193 7), een kamer bovenop het
Wipstrikkerallee 11 7,
uit 1933. (Foto auteur)
56 | jrg. 27 – nr. 2 zwols historisch tijdschrift
Gang Zuiderkerkstraat
12. (Fo to auteur)
Glas-in -loodraam
Z uiderkerkstraat 12.
(Foto auteur)
Schoorsteenmantel
Zuiderkerkstraat 12.
(Fo to auteur)
Bouwtekening Z uiderkerkstraat
( toen nog
Deventerdwarsstraat
geheten) 8-10-12. (CollectieHCO)
toch al relatiefhoge en grote pand Terborchstraat
3 (1937), een nieuwe winkelpui voor Sassenstraat
20 ( 1939, in de jaren negentig drastisch veranderd)
en voor Thomas a Kempisstraat 10 (1936) en 22
(1938). Een andere aanwijzing voor deze mogelijk
minder goede tijden is dat Vriens aan het eind van
di t decennium een aantal keren een ontwerp van
eigen hand onder de aandacht bracht van de lezers
van het Vakblad voor de Bouwbedrijven – tegenwoordig
zouden we dit ‘advertorials’ noemen. In
andere periodes gebeurde dit niet. De naam van
Vriens duikt in de naoo rlogse jaren wel een aantal
keren op in de tijdschriften Bouw en Bouwkundig
Weekblad, maar dan in de hoedanigheid van secretari
van de kring Zwolle van de BNA.
Een uitbijter in het werk van Vriens uit deze
periode vormt zijn in 1939 gerealiseerde ontwerp
voo r het hotel ‘De Malle Jan’ bij Vierhouten op
de Veluwe.7 Dit midden in bossen gelegen hotel,
met voor die tijd een relatief groot bouwvolume,
heeft een chique, landelijke en aangename uitstra
ling- een bouwstijl die we tegenwoordig wel
terugzien als zogenoemde retrostijl en die ook bij
de al genoemde woningblokken aan de Hortensiastraat-
Deventerstraatweg valt te herkennen.
Al de ontwerpen uit de jaren dertig zijn waarschijnlijk
geheel of grotendeels door Vriens zelf
getekend. De tekeningen zijn uniform, strak en
verzo rgd en voldoende gedetailleerd om een
goede indruk te krijgen van de bedoeling van de
archi tect en van de wijze waarop zo’n ontwerp
moest worden uitgevoerd. Je ziet er aan af dat de
maker zijn werk met plezier deed, getuige bijvoorbeeld
de handgetekende bijschriften, qua belettering
geheel passend binnen het tijdspatroon.
r ~ \a::'{J ‘3 ‘X{)NIN(i[N % D rn1tl?DWÀ1ÎJJ1Q, ‘1t
!AAL iA1CB,
. N9 1.
zwols historisch tijdschrift jrg. 27 – nr. 2 | 57
Interieur van de woningen
H oewel ik slechts ee n be p erkt aantal woningen
naa r o ntwerp va n Vri ens va n binn en h eb gezien,
wee t ik , me d e op ba s is van eigen ondervinding,
da t d e wo nin ge n inw endig als aangenaam qua
afm etin ge n e n ve rh o udingen worden ervaren. De
wo nin ge n blijk en va n binnen steed s opvall end
ruim en grote r d an d e buite nkant s uggereert. Ze
zij n ook aa n de binn enkant met oog voor detail
en op re la ti ef ee nvo udige wij ze uitgevoerd. Profil
erin ge n va n trap pa rtij e n zijn met zorg ontworpen
en m et ambachtelijke degelijkheid in elkaar
geze t. Sc hoorstee nmantels zijn met een zekere
spee lsheid vo rmge geven, bedekt al s ze zijn met
ve rsprin ge nde t egelpa rtij en met tegels in verschillende
kl euren en va n h etzelfde standaardformaat
( l0x lO c m ). O ok voor d e vlo er van vestibules en
ga n g o p d e bega n e grond is h etzelfde soort tegel tj
es ge bruikt. En altijd is e r we l erg ens glas – in -lood
toege pas t, zoals o p d e bega n e g rond in d e bovenram
en e n in de schuifde ure n tuss en woon – en
zitkam e r. H et gaa t d aa rbij om ee nvoudige geometri
sc he p a tron en, hoo fd zakelijk uitgevoerd in
o n ge kl e urd glas m e t h ooguit twee of drie ‘ steunkl
euren ‘ e n alti jd rechthoeki ge vormen, dus geen
sc huin e lijn e n en gee n bochten , laat staan cirkels.
Op de plekken va n ve rw ijde rde ‘ oudbouw’
moes t o p d e vaak kl eine ka ve ls gewo ekerd worden
me t d e ruimte, waardoo r voor d e achtertuin
-vaak ook n og m et een schuurtje – slechts een
minimaa l o pp ervlak res tee rd e. De door Vriens
k enm e rkend vo rm gege ven se rres, die je bij veel
va n zijn ontwerpen tege nkomt-minder dan een
m e ter ui ts pringe nd e n aa n d e bovenkant voorzien
va n ee n sc huin e glas pa rtij ve rdeeld in een aantal
pan elen – m ak en d e tuintj es er dan zeker niet
g roter o p.
Doorzettende verschraling in de jaren veertig
De binn e nli gge nd e straten va n de woningblokke
n , waa r aa n de b uite nkant inmiddels al de iets
l uxe re wo nin ge n wa re n ve rrezen , moe s ten nu
b ebo uwd wo rden. Vri e n s leverd e hieraan een bijd
rage m e t ee n vo udi ge e n d aa rdoor wat eentonig
werkende o ntwe rpe n , zoal s de woningen Zonnebl
oemstraa t 8-32 (193 8) en Koren bloemstraat
2- 18 (1940 ) e n 20 -38 (1 941 ). Dit ware n opnieuw
opdrachten van J. Pierik ofJ.H. Pi erik, so ms in
samenwerking met hun neef, de aa nn emer H.J .
Schutte – een andere to e ntertijd be kend e aan nemer
in Zwolle – , en een enkel e kee r in sa m en werking
met de architect G.Th. Rub er g, even ee n s
geparenteerd aan de Pieriks. Vrien s we rkte in deze
periode vaker samen m et coll ega ’s , zoals in d e
driehoek Leliestraat , Horten siastraa t en Molenweg
met de in Zwolle welb ekend e architec t P. A.
Lankhorst.
Inmiddels wa s de Tweede Wereld oorl og uit gebroken
en werd ederland beze t d oo r de naz i’ s.
Vriens heeft tijdens de oorlog vanwege het in bezit
hebben van illegal e blaadj es korte tijd in Arnh em
gevangen ge zeten.
Rond 1940 versoberde het z ijn ontwe rpwe rk,
waarschijnlijk door krappere bud ge tt en bi j d e
opdrachtgevers en mede al s gevol g va n de oo rl og
– er was gebrek aan materialen. Er blijke n zi ch in
het werk van Vriens langzaam aa n ook stijlvera n deringen
voor te doe n. Dat is goed zichtbaa r bij
de ontwerpen voor de woninge n Goud sbl oe m straat
49-91 (1943 ) en 93- 125 (1944) . De n adruk
kwam te liggen op meer tradition ele vo rm e n, in
comb inatie met het gebruik va n (bescheid en!)
natuurstenen elementen. Wa t blijft is d e aa ndac ht
voor het ambachtelijk werk: ee n kl ein, b aks tenen
ornament gem e ts eld in de vorm va n een ruitje in
een verder kale buitenmuur. D aarmee werd ook
in h et werk van Vriens de invloed va n d e D elftse
School zichtbaar.
Vriens werd ook wel een s betrokk en bij
een verbouwing van of een toevo eg in g aa n ee n
fabr iekscomplex, zoals in 19 37 e n in 1946/47 bij
de uitbreiding van de Coöperatieve Melkinri c h –
err e aan d e achterkant
van Z uiderk erk straa t
12. (Foto aute ur)
58 | jrg. 27 – nr. 2 zwols historisch tijdschrift
Woningen aan de Zonnebloemstraat,
uit
1938. (Foto auteur)
Korenbloemstraat, uit
1940. (Foto auteur)
Woningen aan de
Goudsbloemstraat, uit
1943. (Foto auteur)
ting ‘De Eendracht’ aan de Berkumstraat in de
Diezerpoort, en in 1947/48 bij het herstel van
brandschade op het terrein van de Vocaleumfabriek
aan het Achterom in de Kamperpoort. Het
gaat daarbij steeds om uiterst sobere, fun ctionele
ontwerpen.
Schoonheidscommissie
In de gehele hier beschreven periode waren er
met een zekere regelmaat problemen rond de
ontwerpen en het verkrijgen van de instemming
door de Schoonheidscommissie, zoals bij het
ontwerp van ( de knik in) het rijtje woningen aan
de Korenbloemstraat 2- 18. De commissie had
bezwaren ’tegen de gevelontwikkelin g in den
hoek, gevormd door de beide woningblokken,
welke niet gelukkig is te achten en in het kapgedeelte
een verwarrend geheel vorm t. Ten einde
aan dit bezwaar tegemoet te komen geven wij in
overweging de laa tste woning van het blok van
vijf ook 1 meter terug te leggen, waardoor een
betere aansluiting wordt verkregen. ‘ Vervolgens
ontving de commissie van Vriens een gewij zigd
ontwerp en gaf zij aan zich met een va n de beide
nieuw gemaakte va rianten te kunnen verenigen.
Dit uiteindelijk ge realiseerde ontwerp bestond uit
een stevig toegevoegd volume ter grootte van een
kamer waarmee de knik sterk werd geaccentueerd
en die het tegendeel vormde van het oorspronkelijke,
min of meer neutrale ontwerp waarbij de
horizontale ( dak)lijnen ononderbroken doorliepen.
Deze toentertijd geprefe reerde, maar wat mij
betreft lelijke, bunkerachtige oplossingen zijn in
ZwoUe op meer plaa tsen terug te vinden, zoals bij
Molenweg 275, Nicolaas Beetsstraa t 12 (bij beide
waren zowel Vriens als de Schoonheidscommissie
direct betrokken), Koningin Wilhelmina traat 37
en Prinses J ulianas traat 51 .
Muziektent aan het Assendorperplein
Met de eenvo udige, maar aa nt rekkelijk ogende
en vooral zeer fun ctionele muziektent ( een
praktisch en hooggelegen podium!) op het
Assendorperplein ka n de door mij onderscheiden
‘Zwolse periode’ in het we rk van Vrien als
afgesloten worden beschouwd, de ke rs op de
taart!
zwols historisch tijdschrift jrg. 27 – nr. 2 | 59
•
UR6
NA ~EN
DE GEM
WOL;L
4 _,
De muziektent vormt een eenvoudig en opgewekt
geheel: een podiumvloer hangt als het ware
binnen en aan een ronde muur; acht paa r sta len
bui zen gemonteerd op stevige sokkels, die buiten
de muur zijn aangebracht, wij zen iets naar buiten
en dragen een fors, achthoekig dak; het geheel
wordt ontsloten door een stoere trap bes taande
uit zes gemetselde treden. De slanke staanders
geven het bouwsel een zekere lu chtigheid en lichtheid.
Ook de rondom op de muur aa ngebrachte
reling in de vorm van een forse buis is ook een
elegante vondst. De lange, scherpe sp its op het dak
vormt het parmantige sluitstuk.
De muziektent werd op 29 april 1950 ‘aangeboden
door de wijkvereniging namens de burgerij
van Assendorp aan de gemeente Zwolle’, zoals
een rechts naast de trap naar het podium aangebrachte
gedenksteen memoreert. Zwolle had tot
dan toe alleen een niet al te beste muziektent die
bovendien bij elke gelegenheid moest worden
opgebouwd en weer worden afgebroken. Om een
meer duurzame oplossing te realiseren stelde de
Wijkvereniging Assendorp een ‘Muziektentcommissie’
in. Na enkele jaren had deze commiss ie de
plannen rond en ook, niet onbelangrijk, voldoende
geld bij elkaar gesprokkeld om een permanente
muziektent te kunnen bouwen – er werden zelfs
heuse aandelen uitgegeven.
Vele artiesten, waaronder de Blue Diamonds,
Anneke Grönloh, de Tee Set en Rob de Nij s, zijn
hier in de loop der ja ren opgetreden. Ook plaatselijke
groepen, zoals koren , muziekbands en wa ndelclubs,
manifesteerden zich nadrukkelijk via de
muziektent. In 2004 kreeg de locatie een ni euwe
impuls: op elke tweede zondag van de maand
verzorgt het Comité ‘Muziek in de tent’ sind dien
weer optredens van zeer uiteenlopende muzika nten,
bands en soortgelijke groepen.8
De muziektent inspireerde- en inspireert tot
op de huidige dag! – de Assendorpers, bijvoorbeeld
als er een logo moet worden gemaakt. Zo staat de
muziektent pontificaal op de voorkant van wijkkrant
DeAssendorper en ook voor de veren iging
Vrienden van Assendorp vormde ze de insp iratiebron
voor haar logo. HetAssendorperplein is in
de loop van de twintigste eeuw uitgegroeid tot het
fysieke en sociaal-culturele centrum van Assen-
Ontwerptekening
muziektent uit 1949.
(Collectie HCO)
De wandelsportvereniging
‘De Zwolse
Tipp elaars’ in de jaren
zestig in de muziektent.
( Particuliere collectie)
Gedenksteen bij de
muziektent. (Foto
auteur)
Het logo van de
Vereniging Vrienden
van Assendorp is gebaseerd
op de muziektent.
Ontwerp van Hans van
Snick.
~
60 | jrg. 27 – nr. 2 zwols historisch tijdschrift
De muziektent inspireert
ook tot creatieve
uitingen, houtdruk door
de auteur, 2010.
dorp. De muziektent kan worden beschouwd als
het symbool van deze ontwikkeling. Anders gezegd,
als het Assendorperplein het hart van Assendorp is,
dan is de muziektent de zenuwknoop die het ftmctioneren
va n dat hart mogelijk maakt.
Inmiddels is er een tweede gedenksteen aangebracht
als herinnering aan de renovatie/ restauratie
uitgevoerd in 2008-2009, dit keer links van
de trap. In deze ja ren is de muziektent namelijk
gerenoveerd en tevens gerestaureerd, hoewel het
laa tste helemaal niet in de bedoeling lag. Het oorspronkelijke
plan – een idee van Jan Staven ui ter
van wijkcentrum De Enk- omvatte ‘alleen’ het
uitdi epen van de oorspronkelijke kruipruimte om
daar vervolgens een opslagruimte en een kleedkamer
met toiletruinlte voor arti esten te realisere n.
Tijdens de uitvoering van dit plan bleek echter dat
de muur door het jarenlange gesjor van de daksteunen
ontzet was geraakt en ten dele opnieuw moest
worden opgemetseld. Bovendien bleek een aan tal
van de staanders compleet doorgeroest te zijn – ze
moesten allemaal worden vervangen. Tot overmaat
van ramp bleek een herstelklu aan het dak van
zo’n tien jaar geleden niet goed te zijn uitgevoerd;
die klus moest helemaal worden overgedaan.
Ondanks al deze tegenvallers i het p roject
door de volhardende in zet van een groot aan tal
vrijwilligers ( de hele buurt keek over hun schouders
kritisch mee . .. ), door de medewerking van
de gemeente Zwolle die haar vera ntwoo rdelijkzwols
historisch tijdschrift jrg. 27 – nr. 2 | 61
heid nam (het betreft hier ee n gemee ntelijk
monument!) en op kritieke momenten ook
financieel bijsprong, en m et g ull e en groo th a rtige
m e dewerking van uit het bedrijfsleven, toch to t
een goed einde gebracht.
De mogelijk wat onverwachte kleurstellin g
van het childerwerk is gebaseerd o p een advies
van Bert Jonker, restaurateur te Asse nd orp. H et
gaat in ieder geva l niet om de oorspro nkelijk e,
traditionele kleuren : w it voor de gro te vlakke n
en d o nke rgroen voor ra nden en buizen. De tijd
za l ons le re n hoe de nieuwe kleuren op den duur
beva ll e n. Jonker h eeft z ic h de laats te jaren als
deskundi ge op het gebied va n kleuren va n o ude
ge bouwen gemanifesteerd. De adviezen zijn altijd
gebaseerd op zorgvuldi g histor isc h onderzoek,
waarbij de aandacht zich voora l richt op de oors
pronkelijke s itu atie.
Het uitei nd eli jke res ultaa t van renovatie en
restauratie is zee r ges laagd te noemen: de muziektent
na ar ontwerp va n Vrien s staa t er nu weer
prim a en prac hti g b ij en ze kijkt nieuwsg ier ig uit
naar wat er zich in d e vo lge nde decennia onder
haar hoed e zal gaan afspelen. D at het resu lt aat
werd opge m erkt en wo rdt gewaardee rd m oge blijken
uit prij ze n die inmidd els aa n dit project zijn
toege kend: in 200 8 d e ee r ste prijs voor vr ijw il li
ge rsgroepen va n d e gemee nte Zwolle en in 2009
de Erfgoedprijs Zwoll e-Ka mp en.
Twee de b loei-jare n vijftig?
Rond 19 50 was d e we deropbo uw van Ned erl and
inmiddels op ga ng gekomen. Vriens , inmi ddels
ee n er va r en architect, raakte meer en meer
betrokken bij h et ontwerp en van lagere scholen .
Niet alleen in Zwoll e, zoa ls de Casim irsc hool voor
BLO bij de Weteringbrug (1953), maar ook aa n
de Veluwse ka nt van de IJ sse l, zoals in Hattem,
Wezep en Wapenveld, en in a nd ere aangr enzende
regio’s, zoals in Asse n, Em m eloord en Balkbrug.
De Casimirschool bij
de Weteringbrug, Willem
Barentszstraat, uit
1953. (Foto auteur}
62 | jrg. 27 – nr. 2 zwols historisch tijdschrift
Het zijn projecten die nauwelijks de aandacht
trekken, maar bij nadere beschouwing wel zeer
herkenbaar zijn als afkomstig van één ontwerper.
Ze getuigen van vakmanschap: meestal een
hoog bouwvolume met twee bouwlagen voor de
kl aslokalen en een iets lager doch eveneens groot
volume voor het gymnastieklokaal. Weer met veel
aandacht voor detaillering, getuige bijvoorbeeld
de kleine accenten in het metselwerk, die zoals
reeds opgemerkt werd, zeer karakteristiek zijn
voor de Delftse School.
De periode na 1950 lijkt voor Vriens ook een
tijd met wat meer financiële voorspoed, er werd
verdiend. In Kijkduin bij Scheveningen werd
zelfs een flatje gekocht waar Vriens samen met
zijn vrouw regelmatig de weekends doorbracht.
Over de bouw van de verschillende scholen moest
namelijk regelmatig in Den Haag worden overlegd,
op het Ministerie van Onderwijs, Kunsten
& Wetenschappen. De tochten daarheen vonden
plaats in een luxe wagen, een Lancia, waarbij
meestal de eerder genoemde heer De Bruin achter
het stuur zat – Vriens droeg een bril met zeer
dikke glazen en zijn gezichtsvermogen werd bij
het klimmen der jaren steeds minder. De heren
genoten van het werk en het leven en aangenomen
mag worden dat Vriens tot aan zijn dood in 1967
– hij was toen bijna zeventig jaar- met veel plezier
en enth ousiasme steeds nieuwe ontwerpen zal
hebben gemaakt.
De switch die Vriens maakte, van hoofdzakelijk
woningbouw naar scholen, is wel uniek.
Andere architecten die rond de oorlog in Zwolle
woningblokken ontwierpen, zoals Lankhorst,
H. Mastenbroek & J.H. den Herder en architectenbureau
Meijerink, zien we bijvoorbeeld in de
jaren vijftig terug in De Pierik, toen daar de resterende
open ruimte op de oostflank van GrootAssendorp
met grote projecten van verschillende
woningbouwcorporaties werd opgevuld. Vriens
was daarbij in geen velden of wegen te bekennen.
Aangezien ik in dit verhaal vooral Vriens’ werk
in Zwolle wilde behandelen, ga ik hier niet verder
in op deze mogelijke tweede bloei. Ik beschik ook
niet over de desbetreffende informatie, waarschijnlijk
alleen zeer verspreid aanwezig in diverse
gemeentelijke archieven in oostelijk Nederland.
Er is namelijk geen ‘archiefVriens’, of iets wat
daarvoor zou kunnen doorgaan, bewaard gebleven.
Belang en bescherming
Vriens was een bekwaam architect di e zich voor
zijn vak inzette. Hoewel zijn werk over het algemeen
niet baanbrekend of in andere zin uitzonderlijk
is, zijn de ontwerpen strak en helder. De
verhoudingen zijn zorgvuldig en goed gekozen en
daardoor overtuigend, dat geldt ook voor de vaak
sprekende details en voor de ambachtelijke zorgvuldigheid
waarin de hand van de ontwerpende
meester zichtbaar blijft. Zijn Zwolse oeuvre vormt
een niet echt opvallende maar wel karakteristieke
en ook zeer herkenbare invulling van de in de
jaren dertig en veertig ga ngbare bouwstijlen.
Wat maakt het werk van Vriens nu zo herkenbaar?
Volgens mij zijn dat naast de evenwichtige
gevelindeling en kleurstelling (met name de
kleurcombinatie van bakstenen en schild erwerk)
de volgende eigenschappen:9
– horizo ntale accentuering door lange, doorlopende
dakgoten, metselwerk en vrijwel geheel
ontbreken van ronde vormen;
– gevel: uitspringende ramen of erkers met een
‘eigen’ dakpunt;
– gevelsteen: kleur: rood, een enkele keer zelfs
oranje; vorm: plat en langgerekt;
– metselwerk: in kettingverband – Noords of
Vlaams;
– voegwerk in voorgevel: lengtevoeg: breed en
diep; stootvoeg: smal en vaak in knip- en snijwerk
uitgevoerd;
– dak: flink overstekende dakgoten en een relatief
kleine dakhoek / soms een plat dak;
– voordeuren: aan bovenzijde vrijwel nooit gebogen;
– toevoegingen: in de vorm van ‘boekensteunen
‘, fors uitgevoerde dwars op de gevel staa nde
muurpartijen, soms zelfs in de vorm van stompe
torens;
– ornamenten: gedoseerd gebruikt; op ingetogen
wijze gebruik van eenvoudig vormgegeven ‘glasin-
lood’ – alleen met rechthoeken en dus geen
schuine, laat staan ronde vormen;
– afwerking: zorgvuldig ontworpen en idem uitgevoerde
detaillering ( ook in het interieur).
zwols historisch tijdschrift jrg. 27 – nr. 2 | 63
64 | jrg. 27 – nr. 2 zwols historisch tijdschrift
Het werk van Vriens in Zwolle is tot nu toe grotendeels
bewaard gebleven. Bovendien verkeert
het over het algemeen in redelijke tot goede staat
van onderhoud en is er aan het uiterlijk ook
weinig veranderd. Vooral voor Assendorp heeft
Vriens een groot aa ntal ontwerpen gemaakt, varierend
in grootte, vorm en functie. Enerzijds forse
bouwblokken aa n de randen van de wijk, met
name langs en in de buurt van de Hortensiastraat,
anderzijds een aantal goed doordachte en zo rgvu
ldig uitgewerkte, kleinere woningcomplexen.
Om het interessa nte en karakteristieke werk van
deze architect ook voor de toekomst in Zwolle
te behouden verdient het aanbeveling om minstens
enkele van zijn werken op de gemeentelijke
monumentenlij st te zetten. Daa rvoor komen
wat mij betreft in elk geval in aanmerking: de
winkels met woningen Luttekestraat 1 en Assendorperstraat
171-173 , het woningblokje Zuiderkerkstraat
8- 10-12 en één of twee van de grotere
woningenblokken in Assendorp, waarbij de naast
elkaa r liggende blokken aan het begin van de
Hortensiastraat tu ssen de Assendorperstraat en de
Deventerstraa tweg zeer geschikte kandidaten zijn .
Deze wonin gen liggen, tegenover de binnenkort
weer in gebruik te nemen Oude Ambachtsschool
(appartementen en ateliers ), bovendien op een
zeer markante plek in Assendorp.
Het Zwolse werk van Vriens is de moeite waard!
Noten
1. Veel va n de biogra fi sche gegevens over Vriens berust
op schriftelijke in fo rmatie verkregen van mw.
T.F. de WiJligen-V riens, dochter van C.J. Vriens
(dd. l4 mei 2005 en in maa rt 20 L0 – dit betreft met
name de informatie over de jaren vóór L930) en
mo ndelinge in fo rmatie ve rkregen van dhr. C.A.J.
de Bruin , architect, aa nva nkelijk medewerker en
later de o pvolger van Vriens (dd. 19 september
2002 en 30 maa rt 2010 – vooral informatie over de
periode na 1950); ook op andere plaa tsen in deze
bijd rage maak ik gebruik van door hen verstrekte
gegevens; ik bedank hen voo r het ve rstrekken daa rva
n; dhr. W. va n der Veen hielp mij in contact te
komen met mw. De Willigen, in de jaren dertig zijn
klasgeno te op de Nutsschool aa n het Groot Wezenland;
hiervoo r bedank ik hem.
2. Fanelli , G., Moderne architectuur in Nederland.
l 900- 1940: 252. Staatsuitgeverij , ’s Gravenh age,
1978; Akihary, H., Architectuur & stedebo uw in In do
nesië 1870 / 1970: 35-38. Volledig herziene d ruk
De Walburg Pers, Zutphen, 1990; Gerlagh, B., Ed.
Cuypers Architect. Docto raa lsc riptie: 87. Kunsthi
sto risch Insti tuut, Uni ve rsiteit van Amsterdam,
Amsterdam, 1979 .
3. Zie noot 1.
4. Het merendeel van de bo uwkundige en p rocedurele
in formatie over de in het o nderstaande genoemde
o ntwerpen heb ik o ntleend aa n de archi even zoa ls
di e zijn opgeslagen in het HCO; d it betreft voo ral
dossiers uit het archief/ toega ng 638 ‘ Bouwvergun ningen
gemeente Zwoll e, 1901- 1950’ ( opgesteld
door A.G.M. Heijmerikx & M. Vink-Bos – Zwoll e,
1995); ik bedank de medewerkers va n het HCO
voor hun ass istentie (en ook voor hun geduld met
mij! ) bij het vinden en aa nreiken van deze dossiers.
Ook bedank ik dhr. F.M. de Vré va n het experti secentrum
Stad en Landschap va n de gemeente Zwolle,
van wie ik op 7 december 2002 een beknopte lijst
o ntving met ge realiseerde o ntwerpen van Vriens.
Deze lijst vormde in combinat ie met mijn eigen
waa rneminge n het sta rtpunt bij mijn naspeuri ngen
naa r het werk van Vriens in Zwolle.
5. Dhr. Dirk Baalman (Het Oversticht, Zwolle) wees
me op deze zeer waa rsc hijnlijke ach te rgrond van
dit tweede o ntwerp; ook op andere plaa tsen in deze
bijdrage heb ik van zijn stim ulerende commentaa r,
mogelijke verklaringen en aa nvullende ideeën gebruik
gemaakt, waa rvoor ik hem beda nk; voor de
wijze van verwerking ervan in deze bijd rage ben alleen
ik verantwoo rdelijk.
6. In fo rmatie over dit o ngeluk en de gevolgen daa rvan
heb ik ve rkregen va n mw. M.T.F. Margada nt- Pierik
te Zwolle, kleindochter va n J.H. Pierik ( 14 mei 2007
en 22 maa rt 2010).
7. Een ‘malle jan’ wordt in de bo bouw gebrui.kt en
bestaat uit een fo rse as met twee grote wielen; aan
de as kan ee n boomstam hangen; het geheel wordt
voortgetrokken door één of twee paa rden en dient er
voor om boomstammen uit het bos weg te slepen.
8. Deze gegevens over de muziektent o ntleen ik aan
De Assendorper Almanak 2005/2006, d ie zich daa rbij
weer baseerde op in formatie ve rstrekt doo r Dick
en Coleta Hogenkamp.
9. Ik houd mij aa nbevolen voo r melding van eve ntu ele,
nieuwe vo ndsten va n het werk van Vriens, in
maa r ook buiten Zwoll e.
zwols historisch tijdschrift jrg. 27 – nr. 2 | 65
Zwolle in 1960
Deel 2: de gelukkige stad
Jan van de Wetering verplaatst zich vijftig jaar terug
in de tijd. i n de ko lommen van de Zwo lse Coura nt
gaat hij op zoek naar de stad va n zijn jeugd. In het
tweede kwartaal van .1960 stond hij op de drempel
van zijn veertiende jaa r.
( A ll e ge lu kkige gezinn en lijk en o p elkaar,
e lk o n ge lukki g gez in is on ge lukki g op
z ijn eigen wij ze.’ Al bl aderend d oor de
ed iti es va n de Zwo lse Courant va n 1960 spookt
deze beroemde openin gsz in van Anna Karenina
va n L.N. To lstoj door mijn hoofd. Wa nt wat voor
gez inn en ge ld t, d oet ook opge ld voor steden en
dorpen. Toe n , ni e t minder da n in o nze tegenwoordige
tijd. Ee n ge lukki ge stad m oet Zwoll e
geweest zijn , een s tad die maandenlang, o p d e
benoeming va n de ni e u we burgemeester Roeien
na, gee n aa nl eidin g gaf tot voorpagin a ni e uws. Dat
ge ld t denk ik ook voor verge lijkbar e stede n, Kampe
n , Deve nter, noem m aa r op. U it d e provincie
gee n ni euws. Voo r wat zic h we l afspee ld e, kan ik
snel doorbladeren naar de laatste twee bl ad zijden
van de krant, op de maandagen met het spo rtnieuws
ee n paar bladzijden meer.
In Zwo ll e moeten de boeven klein en onbeduidend
geweest zij n. Een man wordt betrapt bij h et
begraven van zijn n og leve nd e hond – h et beestje
had een m a nk e poot- en twee fam ili es uit d e
Aza least raat goo ien over e n weer nege n ruiten in .
Een briefschrijfster beklaagt zich over twee jongens
e n ee n meisje die ee n claxon op hun autoped
h ebben, waarmee ze al dagenlang de Zee heldenbuurt
teisteren. En even braaf als de oppassende
burgers bericht de kra nt over ee n poesje dat ni et
uit een boom durfde te komen, uiteinde lijk toch
de spro ng waagde e n dood neerviel, net naast d e
door o m stande rs opgehou d en jassen. Ee n dag
late r meld t de krant dat de geva ll e n poes s lec hts
bewusteloos was e n inmidd els weer o ntwaakt. Dat Ja n van de Wetering
doet mij v ijftig jaar later nog steeds deugd.
De boze buitenwer eld is ee n hee l ei nd van
Zwolle verwijderd. Ver over de g rens en niet hi er ,
is he t d e tijd van d e Koude Oorlog, m et als belangrijkste
o pponenten d e president va n de Verenigde
Staten, Eise nhower, e n Sovjetl eid er Ch roesjtsjov.
In m ei 1960 n eemt d e spa nnin g snel t oe als de
Russen ee n Amerikaans verkenningsvliegtuig, ee n
U-2, boven hun gro ndge bied uit d e lu cht sc hi eten.
Als de Ve re nigde Staten ee n hal fjaar late r in
d e vergadering van d e Verenigde Naties proberen
de toe tredin g va n Communistisc h C hin a tot deze
organisatie te blokke re n, za l C hro esjtsjov zowel
afschuw en hilariteit oproepen als hij met z ijn
uitge t rokke n sc h oe n o p de vergadertafel begint te
timmeren. Ee n andere wereld, m et a nd ere boeven
d an de on ze .
Drie soorten nozems
Toch staat hi er d e tijd ni e t stil. Vooral de jeugdcultuur
is in beweg in g. H et woord ’teen- age r’
duikt op in de kolommen va n de Zwols e Courant,
met ee n t aa lkundig verantwoord verbindingsstreepje
e rtussen. E n , veelzegge nd, de je u gd wordt
ook in Zwo ll e voo r h et ee rst geprob le matiseerd.
De Zwo lse Pleingroep organiseert o nder leidin g
van pa t er Michaël Hensen op 24 april 1960 ee n
bij ee nkomst in bioscoop de Kroon over he t jeugdprobleem.
D e sprekers o nd ersche id en dri e soorten
probleemjongeren: de puur c rimin ele ’s tree tgangs’
(in Zwo ll e ni e t te vinden), de ‘ noze ms’ e n
d e li cht criminele ‘ noze m s met ee n bijsmaak’ . De
tweede groep, d e gewone nozems, krijgen in de
disc uss ie het voordeel van d e twijfel: ze zijn ‘ ni et
p er se’ als criminelen te kwalificeren. Er o nt staat
ee n leve ndige di scu ss ie over de oorzaken va n het
jeugdprobleem. ‘Mate ri ële we lvaart, zo ze i pater
Hensen, lei dt tot ve r za digin g die noodzakelijker66
| jrg. 27 – nr. 2 zwols historisch tijdschrift
VOOR JONG EN OUD …. BATAVUS !
Een advertentie voor
het merk Batavus, die
regelmatig in de ‘Z wolse
C ourant’ van 1960
stond.
wij ze verve lin g en dus be hoefte aan het nieuwe
veroorzaakt .’ De gevo lgen zijn er naar: de noze m s
geven zic h over aan ontoelaatbare vormen van
sensat iezoeke n, zoal s joyriding e n pornografisch e
beeldcultuur.
Maar, het gevaar van de jeugd mag dan stevig
aan de deur kloppen, op de scholen is da a r nog
weinig va n te m erke n. De geest is e r nog niet uit de
fles. Week in week uit staan rece nsie s in de krant
over toneeluitvoeringen van de Zwolse scholen.
De sc ho li eren gaa n niets uit de weg en lijken hun
klassieken te kennen, gezien de stukken van Shakespeare,
Molière en andere kla ssiekers die op het
programma staa n.
Ook de emancipatie van de vrouw- hot item
in de jaren die vo lgen – lijkt in 1960 nog niet hoog
op de agenda te staa n. Dolle Mina is nog ver weg
als we le ze n over een sc holi ere n -uitwisse lin gsprogramma
tussen de MMS (Middelbare Meisjesschool
) en het mannenbolwerk van de HTS
(Hoge re Tec hnisc he School ). De jongens gaan
ee n dagje naar de MMS, de meisjes naar de HTS.
Tijdens het eerste uur lijkt er ni ets bijzonders aan
de hand: de meiden (toen m e isjes ) krijgen tijdens
het eerste uur een proefles wiskunde. T ijd ens het
tweede uur moge n ze een witte laborator iumj as
aantrekken en werden ze, sc hrij ft de krant ‘aa n ‘ n
typisch vro uw elijk werkje gezet’ : het sc hoonmaken
van de m ac hin es in het lokaal. Het deed de
leraren gnuiven, aldus het krantenbericht. Aa n
het e ind van he t uitwisselin gsprogramma trokken
d e HTS-stud enten de MMS-m e isjes in een open
landaue r t erug naar hun schoo l.
De tijdgeest komt op kousenv oeten. De neiging
is om door te gaa n zoals het altijd is geweest, bij
o udere n wellicht meer dan bij jongeren. Neem de
Zwolse Veemarkt: d aar vin dt elke vr ijdag weer een
waar spektakel plaats, m et oero ud e rituelen uitgevoe
rd d oor boeren en and ere buitenlui. De Zwol lenaren
zijn er zo aan gewe nd dat de berichtgeving
e rover zich m eestal beperkt tot een kort verslag
over de aantallen aangevoerd vee. u het daar
le eg en stil geworden is, lijkt zo ‘ n versla g op een
ge dicht uit ee n ver verl ed e n tijd. Bijvoorbeeld dat
van 20 m e i 1960 : ‘Aa nvo er: 1068 runderen , 1589
graskalveren, 12 30 nuchtere kalveren, 99 schapen,
252 lammeren , 297 varke ns, 166 sc h rammen,
14 80 biggen , 20 ge iten. Totaal: 6201 st uks. St ieren
e n worstkoeien gingen tegen hogere prij zen de
markt in. ‘
a afloop n em en d e boeren een bo rre l op
de goede afloop in één van de cafés vlakb ij .Hun
vrouwen zijn wat ve rd erop aan het snuffelen op
de mark t in d e binnenstad. Veel van h e n in boerendracht.
Gee n m ens die er vree md van op kijkt.
Ze zijn even onopvallend in de stad aa nwezig
als de vermeende probleemjeugd. Zwolle is nog
onder controle, Zwolle is ee n gel ukki ge stad.
zwols historisch tijdschrift jrg. 27 – nr. 2 | 67
Zwols echtpaar herschept eeuwenoud
grachtenhuis in waardevol monument
Waar eens een burge mees tersfamili e, een beroemde domin ee dichter en
een oermens w oonden
D it is het ve rh aal va n een vier eeuwen oud
huis aa n d e Thorbeckegracht en een
Zwo ls ec htpaa r dat jaren ge lede n het
plan opvatte om het afgeleefde en verrommelde
pand te gaan he rscheppen in ee n waardevo l b istori
c h monument. Het hui s stond weliswaar
op de monumentenlijst, m aa r he t e nige monumentale
dat er destijds nog aa n te ontdekken viel
was de s ierlijke hal sgeve l die uit 1740 stamt. Jan
Bouwmeester (60 ) , die in het dagelijkse lev en h et
beroep van op ti c ie n en a udi cien uitoefe nt, de ed
zijn naam eer aan door de o ude woning m et h ul p
van zijn vrouw Will emien o m te toveren in een
juweeltje van smaak- en gewe ten svo ll e r es tauratiekunst.
Bouwmeester is een rasec hte Zwoll enaar
die geboren we rd in de Diezerstraat, en ook z ijn
v rouw is van Zwolse afko mst ( uit d e Diezerpoort).
Het ve rh aal over hun queeste naa r ee n ideale
taat van hun droomhui , maakt vervolge n s ook
weer andere opmerkelijke stories lo s. H et h uis
h erber gt een boeiend e geschiede nis, die in d e loop
der eeuwe n een aanta l markante b ewo ners naar
vo ren laat treden. Eerst is daar in de achttiende
eeuw een vooraan taande Zwo lse burge m ees te rsfam
ili e, dan in d negentiende ee uw een nation aal
beroemde dichterpredikant, teven s reisbegeleider
van een O r anjepri n es, e n tenslotte in d e twintigste
eeuw ee n Zwo lse gymn as iumle raar die de
ee rste ede rl andse oerm ens sind s onhe uglijke
tijde n we rd.
Te n overvloede dient z ic h nog ee n de rde
aspect van het ve rh aa l aa n. Dat is de ro l die he t
huis vier ee u wen ge lede n speeld e als ee n der ee r ste
bouwsels in Zwo ll e’s uitbreid in g vlak buiten de
noordelijke stad muur.
Maar late n we beginnen in de tijd van slechts tw ee
decennia ge leden toe n de Bouwmeesters het pand
Thorbeckegracht 59-59a kochten en aan hun Willem van der Veen
restauratieklu s begonne n . Al vele m a le n waren
ze langs het h ui s gewandeld, een beetje ve rkikkerd
op de historisc he uitstralin g e n d e pittoreske
locatie tege nove r de Wijndragerstoren . Ze had den
e rvan gedroomd zo’ n woning te kopen, zo’n huis
waar de geest van ee uwen rondwaarde, maar ze
b ese ften ook dondersgoe d dat h et een h ee l karwei
zo u worden o m d ie sfeer weer in al ba ar glorie op
te roepen.
De nummers 62 tot 55 van de Thorbeckegracht in 1976. In het midden, met
achttiende-eeuwse halsgevel, Thorbeckegrac h t 59-59A. (Foto M . Malherbe, collectie
H CO)
68 | jrg. 27 – nr. 2 zwols historisch tijdschrift
H et koopman shu is met
achttiende-eeuwse halsgevel
aan de Thorbeckegracht,
vroeger Op den
Dijk of de Dijk geheten .
Rechts is nog een klein
stukje te zien van het
rode huis in Jug endstil
(begin twintigste eeuw ),
waar m.eer dan zeventig
jaar de muzikale familie
Ponten heeft gewoond.
Links het omvangrijke,
vie rkante pand met zijn
geornamenteerd e lijstgeve
l uit de negen tiende
eeuw. (Particuliere collectie
)
Omdat er de s tijds nog een bejaarde weduwe
in het benedenhui s woonde, bego nnen de Bouwmees
ters er in 19 91 eerst m aa r een s mee om de
bovenwoning, die sinds het e ind va n de n ege ntiende
eeuw va n he t ge dee lt e op de bega n e gro nd
was afgesc he iden , als hun nieuwe ve rblijfpl aats in
ge bruik te nem en. Het opknappen en h erind elen
va n di e woo nruimte bra cht al werk ge noeg met
zic h mee, zo al s sc hilder en , behangen , ins t all e ren
va n sa nitair , elektra, e n zovoo rt.
Het zo u nog ee n jaar of vijf duren alvo r ens ook
de ruimte ben ed en vrijkwam , maar to en werd de
grote res ta uratie va n de voor- en achter gevel d an
ook m etee n gro ndig aa ngepakt. D e werkzaamheden
behelsden o nderm ee r ee n vo ll edig e vervan gin
g van de gesneden voege n en het totale sc hi lders-
e n s tuka doorswe rk aan de buite nkant. Men
moet hi erbij aa nme rk en dat de ze restauratie ni et
het oor pronkelijke, begin zeve nti e nde-eeuwse
aa nzie n va n he t pand betrof, ma ar de sit u ati e
d ie in 174 0 was ontstaa n n a een ve rbouwing in
op dr ac ht van d e to enmalige e igenaar, de fa milie
Han e lae r. De rena issa ncegevel werd to en ve rvange
n door een bij di e tijd passende halsgevel m et
gebeeldhou wde vleugelst ukken en fronton, zoa ls
di e anno 2010 nog s t ee ds in al haar sier lijke glorie
aan de Thorb eckegrac ht te pronk staat.
Voo rl opig woonde n de Bouwmeeste rs
prinshee rlijk in hun nie uwe – tege li jk zéér o ud e
– bove nwo ning en ove rda chten blij e n trots de
aa nstaand e ve rvullin g va n hun wens. We l bleven
ze zich h ee l bewust va n d e drin ge nd e opd rac ht
die ze zichzelf hadden gegeve n . Onder de vloer
waarop zij zich d age lij ks bewogen, lag nog ee n
groot werkterre in braak. Volgens de Bou wmeesters
vroeg het qua stijl ve rromm elde interieur
o m ee n intensieve res ta ura ti e, die ni et all een
hi stori sc h vera ntwoord moest zijn , maar die ee n
modern gez in ook he t bijb e horend co m fo rt ko n
sc h enken. Gemakkeli jker gezeg d dan gedaa n.
Het h ee ft vij f ja ar geduurd voordat Bouwmeester
eraan toekwam . Het k arwei ve reis te immers vee l
bouwtec hnisc he voo rbe re idin g e n verza m elen van
ke nnis over d e hi storie va n het pand.
Buiten de Vispoort
Jan en Will emi en Bouwmeester kwa men er v ia
archi efonderzoek ac hter d at hun hui s rond 1600
werd ge bouwd op ee n st uk gro nd buiten de sta dsmuur,
dat toen ‘ Buiten d e Vischp oort op den
kalckhoop ‘ werd ge noemd. Binnen d e stadsm uren
begon Zwolle in di e tijd ui t z ijn voege n te barsten.
H et ge reedko men vaJ1 verdedigin gswerken op
het Noo rdere il and vo rmd e de aanleiding tot ee n
vierd e sta d suitleg. In de ee r ste hel ft van de zeven tiende
ee u w waren er vo lop b o uw activit e it en
langs d e gracht tusse n Vispoort en D ieze rp oort.
Op de pl a tte grond van Joan Blae u is dit du idelijk
te zie n. Toen deze befaamde Amsterdamse ca rtogr
aaf de situatie op de Dijk (nu Thorbeckegracht)
in Zw olle rond 1649 sc he tste , was de bebouwing
al behoorlijk gevorderd.
In z ijn eerste ren aissa ncege d aa nte was de
wo ning ee n koopman shuis m et spec ifiek e kenm
erken, zo al s ee n trappartij in h et ac hterhuis
(late r is de ze naa r vo ren gep laa tst) . Verder een
h al, een voo rk am e r en ee n tu sse n kamer met ee n
alkoof daarbove n , di e met een tr apje be reikt kon
wo rd en. In die tusse nkamer was ee n tookplaats
met ee n zogeheten rookvang , ee n primitief soo rt
zwols historisch tijdschrift jrg. 27 – nr. 2 | 69
sc hoo rstee n ; ni e t meer d a n een spl ee t in de muur.
In de hoger gelegen alkoof b evo nd en z ich de
bedstees, waarin d e m ense n sli e pen. Lekker in de
warmte va n beneden, maar ook h eel wat mind er
aangenaam d oo r d e rook di e