In 1484 sloeg het noodlot toe voor de beroemde Duitse (Niederrhein) meester beeldhouwer Arnt von Calcar, of ‘der Bilderschneider’, zoals hij ook wel werd genoemd. Zijn naaste verwanten overleden dat jaar aan de gevolgen van een pestepidemie. Hij vluchtte naar Zwolle, waar hij al gauw een eigen werkplaats had. Door zijn verblijf in onze stad kreeg hij een nieuwe naam: Arnt van Zwolle. Voor zijn komst had hij al een groot aantal beeldhouwwerken voor de kerken in de Niederrhein gemaakt.

Boom van Jesse

In Zwolle werkte hij jaren aan wat één van zijn belangrijkste werken zou worden, het Georgsaltar voor de Neukirche in Calcar. Door zijn overlijden te Zwolle in 1492 werd het door andere beeldhouwers voltooid. Ook in onze stad kreeg hij in deze tijd opdrachten. Het timpaan in het noorderportaal van de Grote Kerk is van zijn hand (het stadswapen is er uit verwijderd). Spectaculair schijnt een beeldengroep met negen beelden voor het Wijnhuis te zijn geweest. Nog steeds te zien is het beeld van Sint Franciscus in de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek.

Sint Franciscus, Onze Lieve-Vrouwebasiliek Zwolle (foto Gert Koppenaal)

Curieus en nieuwsgierig makend is een bericht in het Overijsselsch Dagblad van 25 maart 1955. Daarin wordt bericht dat het oude hoofdaltaar van onze Grote Kerk een kopie zou zijn van het altaar in Calcar of omgekeerd. Enkele beelden van Arnt van Zwolle zouden naar het stadhuis zijn gebracht, om vervolgens te worden verwaarloosd, omdat ze ‘te cleyn van posture’ waren.

Engel met de arma Christi

Uitgerekend dit voorjaar zou in Museum Schnütgen in Duitsland een tentoonstelling worden gehouden van het werk van Arnt von Calcar/Arnt van Zwolle. Corona gooide ook hier roet in het eten. Wellicht wordt de tentoonstelling later toch nog geopend. Zie daarvoor:
https://www.museum-schnuetgen.de/Arnt-der-Bilderschneider

Georgsaltar in de Neukirche van Calcar

Ondanks alles wenst de Zwolse Historische Vereniging u prettige paasdagen toe.

Met dank aan het Rijksmuseum voor de afbeeldingen (uitgezonderd foto Sint Franciscus van Gert Koppenaal

Jan van de Wetering
Zwolle, 11 april 2020