On(t)roerend monumentaal 19: Het vm. Sophia Ziekenhuis en die “achterlijke Zwollinezen”

Deze On(t)roerend monumentaal gaat het over het voormalige Sophia Ziekenhuis het gebouw aan de Rhijnvis Feithlaan waar nu de ArtEZ hogeschool voor de kunsten gevestigd is. In On(t)roerend monumentaal 4 wordt het openluchtbad aan de Ceintuurbaan van architect Jan Gerko Wiebenga besproken. In dat artikel worden zijn werken en loopbaan als architect en directeur van de Technische Dienst in Zwolle behandeld. Voor wie zich daar in wil verdiepen verwijzen wij dan ook naar On(t)roerend monumentaal 4 en de uitgaven ; “ Wij gaan vanmiddag …. Naar het Openluchtbad en het collectorsitem Jan Gerko Wiebenga Apostel van het Nieuwe Bouwen.”

Wiebenga was van huis uit een constructeur gespecialiseerd in betonconstructies. Hij was als constructeur o.a. betrokken bij het ontwerp van de Van Nelle fabriek in Rotterdam (wereld erfgoed)  en Sanatorium Zonnestraal in Hilversum. In 1931 werd hij in Zwolle benoemd als directeur van de Technische Dienst en is daarmee de opvolger van stadsarchitect L.J. Krook.

Door direct na zijn aanstelling bestaande plannen van zijn voorgangers naast zich neer te leggen en hiervoor nieuwe ontwerpen te maken krijgt Wiebenga al snel tegenwerking. Ook zijn persoonlijke opvattingen over constructie en esthetica zijn oorzaak van een reeks van aanvaringen met het gemeentelijke apparaat. Hij vecht alleen zoals hij dat noemt tegen die “achterlijke Zwollinezen”. Dit heeft als gevolg dat Wiebenga slechte relaties krijgt met ondergeschikten, collega’s en bestuur. Uiteindelijk zal vooral dat laatste hem in Zwolle in grote problemen brengen. De gemeente neemt dan ook na bijna vier jaar al weer afscheid van deze nu internationaal bekende constructeur en architect.

Dat Wiebenga een gedreven man is, wordt duidelijk uit zijn snelle en grondige manier van werken. In korte tijd van begin 1931 tot eind 1934 ontwerpt hij drie grote projecten. Naast het zwembad ontwerpt hij namelijk nog twee spraakmakende gebouwen in Zwolle. Het zijn een uitbreiding van het Sophia Ziekenhuis aan de Rhijnvis Feithlaan en een ontwerp van het voormalige abattoir aan de Veemarkt.  Al zijn ideeën over het Nieuwe Bouwen en efficiënt werken kon hij hier in kwijt. De Keuringsdienst van Waren en specialisten op het gebied van de koeltechniek keurden het plan af. De bouw van het openbare slachthuis wordt Wiebenga uit handen genomen en opgedragen aan architect W.B.M. Beumer. Deze laatste was als architect al werkzaam onder stadsarchitect Krook. Uit correspondenties komt naar voren dat Beumer niet gelukkig was met de aanstelling van Wiebenga als directeur van de Technische Dienst. Wellicht had Beumer verwacht in de lijn van de traditie door te groeien tot stadsarchitect.

Het gemeentelijk Sophia Ziekenhuis werd in de jaren 1882-1884 door stadsarchitect J.L. van Essen in neorenaissancestijl gebouwd langs de Rhijnvis Feithlaan. Het was het eerste als zodanig gebouwde ziekenhuis in Zwolle. Het gebouw werd in de jaren tien van de  20e eeuw met een extra vleugel uitgebreid waardoor deze oudste vestiging sinds 1914 niet meer de hoofdingang bevatte.

De noodzaak tot verbetering van de operatiekamers en vergroting van het aantal bedden vormde in 1931 aanleiding tot een tweede uitbreiding door Wiebenga. Het ziekenhuis van Wiebenga was een functionalistisch ontwerp: opzet en materiaalgebruik waren volledig gericht op een zo groot mogelijke efficiëntie en hygiëne, met gebruik van eigentijdse materialen en technieken. Er ontstond een luchtig gebouw met slanke betonconstructies ingevuld met grote glasvlakken in slanke stalen kozijnen. De hoofdingang werd nog een keer verplaatst. Nu naar de knoop waar de drie bouwdelen bij elkaar komen.

In het toen provinciaalse Zwolle was men echter voor een dergelijke moderne aanpak en ontwerp nog niet klaar. Bij de uitbreiding van het Sophia Ziekenhuis melde één van de tijdelijk aangenomen ingenieurs aan het gemeentebestuur dat Wiebenga onverantwoord dunne vloeren had berekend. Ook was er kritiek op het ontwerp van de gevels. Wiebenga paste in zijn ontwerp geen borstweringen toe maar vulde de ruimte tussen de vloeren geheel met stalen ramen en glas. Niet dragende gevels die we nu glasvliesgevels noemen. De esthetica en het ranke betonskelet van het plan stuitten op verzet bij de schoonheidscommissie. Wiebenga gesteund door collega’s uit het NIeuwe Bouwen kan het gemeentebestuur niet overtuigen. Op voorstel van de verantwoordelijk wethouder wordt zonder medeweten van Wiebenga, de in ziekenhuisbouw gespecialiseerde Amsterdamse architect ir. J van der Linden gevraagd een oplossing te zoeken. In de gedwongen samenwerking wordt het plan aangepast. De glazen puien worden vervangen door gevels met borstweringen, het betonskelet krijgt een zwaardere dimensie.

Het kan een goedmaker zijn geweest maar Wiebenga kon zich bij het ziekenhuis als constructeur / architect wel uitleven in de constructie en vormgeving van twee heel bijzondere betonnen trappenhuizen. Achter de hoofingang voert een steektrap naar de tweede verdieping. Halverwege gaat de steektrap door een gecompliceerde betonconstructie over in een spiltrap die is opgehangen aan de dakconstructie. Verder op in het gebouw zijn drie gebogen betonnen trappen te vinden, die 1,4 m vrij uitkragen uit de onderzijde van de aan de buitenzijde liggende trapboom. Deze trapboom overspant 7,00 meter in horizontale richting. De naastliggende glas pui staat volledig los van de trap en geeft zicht op de voormalige eerste toegang van het Sophia Ziekenhuis. Bij oplevering in 1935 staat er een gebouw waarover Wiebenga toch niet ontevreden is geweest.

Het gebouwencomplex is tot begin van de jaren zeventig van de 20ste eeuw als gemeentelijk ziekenhuis in gebruik geweest. Daarna kreeg het een kantoorfunctie voor instanties van de gemeente Zwolle.

Tussen 2000 – 2002 maakt Hubert- Jan Henket architecten plannen voor een restauratie en uitbreiding van het door Wiebenga ontworpen Sophia Ziekenhuis. De aanleiding daarvoor is een herbestemming van het voormalige ziekenhuis tot hogeschool. De bestaande gebouwen, het ziekenhuis van Wiebenga een ontwerp uit 1931 en het eerste bouwdeel uit 1884 het voormalige Sophia Ziekenhuis van gemeente architect van Essen worden voor dit doel gerestaureerd.

Langs de Nieuwe Vecht ontwerpt architect Hubert Jan Henket een nieuwbouwvleugel die aansluit op het gebouw van Wiebenga. Een dergelijke nieuwbouwvleugel kwam reeds als uitbreidingsmogelijkheid voor in de plannen van Wiebenga. Henket geeft in navolging van Wiebenga  de nieuwe vleugel een zo transparant mogelijk karakter. Het gebouw sluit precies aan op de bestaande kop van Wiebenga. Horizontale stucwerk borstweringen sluiten aan op de horizonaliteit van de bestaande vleugel. Op de begane grond zorgt de kantine voor een transparante aansluiting tussen de nieuwe- en de oudbouw. De nieuwe vleugel wordt in 2005 opgeleverd.

Tekst: Johan Teunis

Bron:

  • On(t)roerend monumentaal 4
  • Wij gaan vanmiddag …. Naar het Openluchtbad.
  • Jan Gerko Wiebenga Apostel van het Nieuwe Bouwen
  • Archief Erfgoed Zwolle

 

Foto’s:

  • Hans Westerink
  • Erfgoed Zwolle
  • Johan Teunis