All Posts By

Marcel Overbeek

Zwolse Historisch Tijdschrift 2007, Aflevering 4

Door 2007, Aflevering 4, Afleveringen, Jaartal, Zoek in ons tijdschrift

11 11-
134 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Annèt Bootsmavan
Hulten en
Wim Huijsmans
/ “”· •(/ ,
~ -~- – / ·
Groeten uit Zwolle
BR.)EFKAART
(Carte Postale.)
Ulf•Em mm1mIm1 l iNl81 PQSlllE UNIVEISELLE)
( 1 . (<:~ -J>‘• ;\
~-· ‘:Il / ( Zijde voor he, adres be0temd . (Cóté risert•,: a l’adresse.)
~·r – . · ,r.. -J
AAN ~ . ~ ~r~ —–· -~ – ~ – . GEMEENTE m d / / / /~
Z WOLLE c7~ / ) .
.__A_R_C_H_I E_F_, 0 0712 ~ !
( Collectie H CO)
Diezerkade
Zwolle- Utrecht, 6 april 1901
‘Waarde familie!
Gisteren goed overgekomen. Ook het pak is al gearriveerd.
Alles is hier wel. Hierbij kunt ge zien waar ik
uithang. Zoek maar achter de hoornen. De groeten
van allen, waaronder ook uw toegenegen Neef,
H. C. Jr.
Hoe gaat het met Tante??’
Een gezicht op de Diezerkade, met veel afgemeerde
vrachtschepen . Zwolle was voor de Eerste
Wereldoorlog een belangrijk centrum voor de
binnenscheepvaart. De importantie daarvan
begon pas tijd ens het Interbellum afte nemen met
de opkomst van de vrachtauto. Omstreeks 1900
was het, zoals de ansicht toont, nog een drukte van
belang aa n de kade. Er werd hier met name veel
turf geladen, die uit de Overijsselse en Drentse
veengebieden aa ngevoerd werd door de Dedemsvaartse
Stoomtram (DSM). Het eindstation voor
het goederenvervoer van de DSM lag aan het Blekerswegje,
om de hoek bij de Dieze rkade. Het
begin van het Blekerswegje va lt nog net uiterst
rechts op de afbeelding te zien. De goederentram
kon tot 1939 via de paardentramrails nog over de
Diezerkade doorrijden naar de Thorbeckegracht.
Tegen 1910 werd het zo’n gedra ng bij het
laden van de schepen rond de Diezerkade, dat de
DSM pl annen ontwikkelde voor een speci ale steiger
in de gracht. De gemeente Zwol le verklaarde
zich in 1912 bereid ee n houten loss teiger met twee
sporen te bou wen, die door de DSM gehuurd
werd. Dat op deze steiger ook wel andere goederen
dan turf werden verladen, kunt u lezen in het artikel
Een ongewoon transport van Peter Badcock op
pagina 149.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 135
11 Redactioneel
Het is voor een redactie van een histo risch
tijd schrift altijd leuk om ze lf een historisch
moment te beleven. In dit nummer
van het Zwols Historisch Tijdschrift is dat het geval.
Met gepaste trots kunnen wij de winnaar van de
eerste ZHT schrijfwedstrijd 2007 bekend maken.
Het thema van de wedstrijd was Zwolle in de jaren
zestig. De keuze is geva ll en op het artikel van
Albert Veld , waa rin volgens de redactie het
enthousiasme voor het onderwerp duidelijk naar
voren komt. Het prijswinnende artikel, Zwolse
techneuten in de jaren zestig. Herinneringen aan
mijn schooltijd op de Uitgebreid Technische School
en de School voor Scheepswerktuigkundigen kunt u
natuurlijk in deze afl evering lezen .
Dat historisch onderzoek al lang geen zaak is
van alleen maar chrifte lijke b ronnen blijkt uit het
artikel van de heer Veld, dat gebaseerd is op herinneringe
n. Maar ook beeldmateri aal kan een
belangrijke hi sto rische bron zijn. Hoe een aa ntal
foto’s uit het HCO het vertrekpunt kunnen vormen
voor een speurtocht naa r de inhoud van de
op de foto’s afgebeelde contain ers en tot welke
verrassende vondsten dat kan leiden, kunt u lezen
in het artikel van Peter Badcock.
Het cul turele leven in Zwolle kende ook vroe-
Inhoud
Groeten uit Zwolle
Annèt Bootsma – van Hulten
en Wim Huijsmans
Kleurrijk verleden
134
136
Bekroond Artikel••••••••••
Zwolse techneuten uit de jaren zestig
Herinneringen aan mijn schooltijd op
de Uitgebreid Technische School en
School voor Scheepswerktuigkundigen
Albert Veld 137
De Zwolse Nachtegaal
Ans Stroink: een van ’s lands
beste zangeressen Willem van der Veen 144
Een ongewoon transport
Verslag van een bijzondere speurtocht
Peter Badcock 149
Gedichten in het Zwolse dialect
door Leonard van Laar Maria Hansen 156
ger zo zijn hoogtepunten. Soms ontstegen stads- Boekbespreking 162
genoten de plaatselijke cultuurkringen om op
nationaal niveau furore te maken. Zo ook de zan- Recent verschenen
geres Ans Stroink, de nachtegaal van Zwolle. Haar
car rière wordt door Willem van der Veen aan de Mededelingen 168
vergetell1e id on ttrokken. Maria Hansen beli cht
een ander ta lent, de violist en dichter (in het Zwols Kerstwens 173
d ialect) Leonard van Laa r. Het leek de redactie
toepasselijk voor het laatste nummer van 2007 om Auteurs 174
als voorbeeld van de pennenvruchten van meneer
van Laar zijn Nieuwjaarswens uit 1877 te publiceren.
Omslag: Zwolle in kerstsfeer, de kerstboom bij de rotonde op de Grote Markt,
rond 1970. (Fo to M. Wassenaar)
11-
136 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Kleurrijk verleden
(Foto M. Wassenaar)
Bethlehemkerkplein / Bloemendalstraat
Een sfeervo lle opname van de besneeuwde westkant van het Bethlehemkerkplein, waarschijnlijk begin jaren zestig. De foto
moet vanaf het Refter genomen zijn, rechts zie je nog een stukje van de Bethlehemse kerk. Je had destijds nog ruim zicht op de
Grote kerk en de Peperbus, na de bo uw medio jaren zeventig van het nieuwe stadhuis is dit wat minder gewo rden. Het pa nd
links is Bloemendalstraat nr. 2, onder de (J ugendstil)boog bevindt zich tegenwoordig de doorgang naa r het parkeerterrein
achter het stadhu is. In het pand daarnaast, Betlehemkerkplein 34, werd op initiatief van de loge Fides M utua ( vrijmetselarij ) in
1872 d Zwolse gaa rkeuken gevestigd . Volge ns de Zwolse adresboeken was H.J. van Dijk sinds 1924 woo nac htig op dit adres.
Zijn beroep was keuken mee ter en hij werkte voor de gaa rkeuken. Waarschij nlijk heeft dat geduurd tot midden jaren dertig.
Daarna is hij hier blijkbaar voor zich zelf begonnen als hotel en pensionhouder. Tegenwoordig is hi er het Eetcafé Aa ngenaam
gevestigd en daarnaast, op nr. 32, restaurant ’t Wolhuys. In feite loopt de huisnummering van de Sassenst raat aan het Bethl ehem
kerkp lein gewoon door, Beth lehemkerkplein 28 is dus eigen lijk Sassenstraat 28.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 137
11 Zwolse techneuten uit de jaren zestig
Herinneringen aan mijn schooltijd op
de Uitgebreid Technische School en
School voor Scheepswerktuigkundigen
eigen manier van lesgeven. Samen met ons bouw- Albert Veld
Prijswinnaar Albert Veld werd in 1947 geboren te
Wapserveen. Hij verhuisde in 1954 naar De Wijk,
waar hij zijn jeugd doorbracht. Na de lagere
school ging hij naar de LTS in Meppel. In 1964
zette hij zijn studie voort aan de Uitgebreid Technische
School (UTS) en School voor Scheepswerktuigkundigen
(SvS) aan de Blaloweg te Zwolle.
Je werd niet zomaar toege laten. Ik moest ee rst
een toelatin gsexamen doen voor de vakken
rekenen, algeb ra, meetkunde en Nederl andse
taal. Met een gem idd elde van 7,25 werd ik toegelaten.
Dat examen was mijn ee rste kennismaking
met Zwoll e. In augustus 1964 ging ik voor het
ee rst naa r de UTS. ’s Morgens op de fiets van De
Wijk naar Meppel en vandaar af met de trein naar
Zwolle. In ZwoUe aangekomen met de fiets via de
Westerl aa n, Harm Smeengekade en Hoogstraat
naa r de Blaloweg. Soms gingen we met het Kamperlijntje
naa r sta tion Veerallee, stapten daar uit
en liepen via de veemarkt naar school. Zelfs het
po ntje over de Will emsvaart bestond toen nog.
Leraren
Terugdenkend aan mijn UTS-tijd, herinn er ik me
in de eerste plaats natuurlijk de leraren . Ik noem
bijvoorbeeld Cor Luit, de gymleraa r. Hij was klein
van stuk, maar zeer aanwezig. Zijn ‘opvoedkundige’
praatjes aan het begin van bijna iedere les kan
iedere UTS-er uit die tijd zich nog wel herinneren.
Dan was er ‘Kippe’ van Dijk, de leraa r exacte
vakken, zoa ls rekenen en algebra, met zijn ezelbruggetjes
en li edj es om bepaa lde rekenkundige
begrippen te o nthouden. En je had Sattler, de lange,
die geschiedeni s en aa rdrijkskunde ga f. Hij kon
goed volleyball en. Pietje van Harten gaf praktische
vakken, zoa ls elektrische montage. Hij had een
de hij zijn caravan en liet ons er elektriciteit in
aan legge n. Dat was ook kennis overdrage n.
Toen ik in 1965 na de schakelklas de ke uze
maakte voor de School voor Scheepswerktui gkun di
gen (SvS of Zeevaa rtschool), kwam ik in aa nrakü1g
met weer andere leraren. Johnny van Woerkom
bijvoo rbeeld gaf theoreti sche technische vakken,
zoals: stoomketels, stoommachin es, stoomturbines
en motoren. Hij was een fan van Spa rta
en van voetbal in het algemeen. Als je aan voetba l
deed dan had je bij hem een streepje voo r. Van
Woerkoms lessen waren ook bij zo nder. Op zijn
boekenlij st stonden vele boeken. De één nog
choolfoto van Albert
Veld. Op de School voor
Scheepswerktuigkundigen
was het gebruikelijk
dat de leerlingen een
uniform droegen, alvast
als voo rbereiding op
hun zeevaart carrière.
(Collectieau teur)
11-
138 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 UITGETIREJ]) TECENISCBE SCHOOL TE ZWOLLE
C il F E R L il S T
Toel a t i ng examen 19 6.’t SchakelkJ.as/1.sts klaSNaam
1)_ Ueld
Examennummer
Rekenen
Algebra
Meetkunde
Ned. Taal
Duitse Taal
Engel se Taal
UITSLAG : GESLAAGD -~
P . S .
:O e \Jeeleenlijet e.a, .. e’l.’à~a U -1;,.,,t, -eoo g el’lo.,il:el”-
De cijferlijst van het
toelatingsexamen voor
de schakelklas van de
UTS van Albert Veld,
1964. (Collectie auteur)
mooier dan de ander. Welke scheepswerktuigkundige
scholier uit die tijd kent ze niet. Het scheepsmotorenboek
van J.C. Piek. Zuigerstoomwerktuigen
deel l en 2 van ).P.P. en W. Morrée. Of het prachtige
boek Stoomketels scheepswerktuigkundige door
J. Bonselaar en J.L.A. Hey en de Stoomtabellen van
Ir. J.W. Heil.
Eigen werkboeken
Van Woerkom had zo zijn eigen methode. Van
allerl ei vakken , ketels, motoren, zuigerstoommachines
en turbines moesten we eigen werkboeken
maken, gedicteerd door Van Woerkom en
tekenin gen maken die hij zelf eerst op het schoolbord
zette. Ik heb ze all emaa l nog. Met definiti es
en formules. Zoals de fo rmule van Zeuner: C=9 l ,
✓H; C is snelh eid en H de wa rmteva l. En dan
waren er de verschill ende soorten turbin es: De
Lava!, Zoell y, Curtis en Parson. En je lee rde over
stoomketels, Schotse ketels, Cochran, Babcock en
Wilcox en Foster Wheeler. En motoren niet te vergeten:
van Werkspoor/Lugt, Sul ze r, M.A.N, Stork
en Oxford. Ook over zuigerstoommachines, berekeningen
en diagrammen, schuiven, typen condensors
en appendages.
Ik herinner me ook Warmels, de elektroman, die
per definitie een hekel aan machinisten had en
Dekker de natuurkundeleraa r. Ook had je er Wolf
(de PSP’er) waar we later ook gym van kregen. We
speelden met hem honkbal en tra inden voor de
voetbaltoernooien, op een braakliggend stukje
land, waar nu de WRZV-haUen staa n. Legendarisch
waren de voetbaltoernooien van de scholen
uit Zwolle. Deze werden gespeeld op het
Gemeentelijk Sportpark aan de Ceintuurbaan.
Wij, jochies nog, mochten ons omkleden in de
kleedkamers waar de Zwolsche Boys spelers dat
ook deden. Zwolsche Boys speelde toen betaa ld
voetbal in de tweede di visie. Als relatieve kleine
school, de School voor Scheepswerktuigk undi gen,
stonden we in de finale tegen de grote HTS, we
verloren nipt met 2-1 , maar de dag kon ni et meer
stuk. En Johnny van Woerkom trakteerde op een
pilsje, om nooit te vergeten.
Sportdagen
Ook op sportdagen van de Zeevaartscholen van
Nederland deden we altijd aa rdig mee, met voetballen,
zwemmen en atl etiek. We hadden toen een
aa rdig voetbalteam, met jongens als De Groot, van
der Veen, Schoenmaker, Borst, Hoekerd, Post en
ondergetekende. Met zwemmen hadden we een
kanon in huis, namelijk Hans Spijkerman, die
toen Nederlands schoolslag kampioen was en ook
de kogel en discus een heel eind kon gooien. Aan
die Hans Spijkerman moet ik nog wel eens denken.
Zijn ve rhalen waren vaak geweldi g, vooral
over de vrouwelijke zwemkampioenen. Maar ook
over zij n reizen in het buitenland en wat hij daar
mee maakte. Leren was bijzaak voor hem.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 139
11 T ussen de middag gin gen we met zijn all en naar
de zaak van Dijkhof aan de Harm Smeengekade.
Daar waren vaak ook de meiden van de Inasopleiding.
Ee n biertje werd er toen ook al gedronken
en natuurlijk de beroemde gehaktballen met
satésa us. Jeanne bediende ons. Ze sprak onze taal
en wist orde te houden. iet zo lang geleden las ik
in de Stentor dat ze ook een achternaam had, Edelen
bos, nooit geweten . We kwamen daar niet
alleen tussen de middag, maar ook ’s avonds na
schoolfeestjes in de Bu itensoos of bij de Vrolijkheid
aan de Meppelerstraatweg. Als we moesten
overnachten bij schoolfeestj es, ging i_k naar Henk
Moraal, die erge ns in de Boll ebi este woonde.
1 april grappen
Wat ik ook nooit za l vergeten waren de 1 april
grappen di e elk jaar op beide technische scholen
werden geo rga nisee rd. Dan ruilden we met de
Inas-meiden: de helft van de klas naa r de Veemarkt
en de andere helft naar onze school. Kippe
van Dijk, had een dergelijke kl as ’s morgens in zijn
lokaal zitten. H ij vertrok geen spier, deed net of er
n iets aan de hand was. Hij commandeerde ons
naar de PP (proefwerk positie) en gaf een overhoring
rekenen, wiskunde of algebra.
We gingen tussen de middag ook vaak de stad in .
Daar was altijd wel wat te doen. Per fiets of auto
gingen we bijvoorbeeld naa r cafeta ria Wooldhuis
in de Sassenstraat om lekkere nasi-, bami- of eierballen
te eten. Per auto, ja dat was mogelijk. De
klassen op de Zeevaartschool bestonden namelijk
uit leerlingen met een verschillende achtergrond.
Er waren erbij die al een paar jaar hadden gevaren
op de ‘Grote Vaart’. Die moesten van hun maatschappij
naar school om een diploma te halen. Die
jongens hadden nat uurlijk al verd iend en een auto
gekocht. Boonstra uit Harlingen bijvoorbeeld,
zijn voornaam weet ik niet meer, had een prachti ge
Volvo met een kattenrug. De auto werd volgepropt
met zes of zeven man en rijden maar. Die
nasiballen waren voor een jongen als ik, uit het
kl eine dorp De Wijk, iets totaal nie uws. et als die
glazen deurtjes van de automatiek, waar alles achter
zat. Een paar kwartjes er in en hup, daar had je
de bal.
Opmerkelijke medeleerlingen
Waren er ook opmerkelijke medelee rl ingen naast
Hans Spijkerman? Ja, die waren er. Twee in ieder
geval, die al wat ervaring hadden met va ren: John
Westra en De Vries. Die John Westra had al geva-
Schoolreis van de schakelklas
UTS Zwolle,
1965. Vlnr. Holstein,
Veld, De Lange, Everaars.
(Collectie auteur)
11-
140 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Boven: Schoolreis van
de schakelklas UTS
Zwolle, 1965. Op de
achterste rij vlnr.:
Praas, Pasveer, Schoenmaker,
onbekend, De
Lange, onbekend, onbekend.
Zittend vlnr.:
Eshuis, meneer Sa tt ler,
Holstein, Veld,De Lange,
Everaars. Vooraan
vlnr.: onbekend, onbekend,
Van Goor, Everaars.
(Collectie auteur)
ren als stuurman bij zijn vader op de coasters De
IJssel en Overijssel. John moest zijn diploma
scheepswerktuigkundige halen. Dat leverde zijn
vader een flinke besparing van personeel op. John
was stuurman en mach inist in één persoon. De
andere klasgenoot, De Vries, kwam uit Zwartsluis.
Ook zijn fam ilie bezat enkele coaste rs, De Resnova
en Fem. Toen ik dit verhaal opsch reef heb ik mijn
studi eboeken, die op de vliering keur ig in een
sinaasappelkistje liggen, weer eens bekeken. En
wat vond ik er tussen? Boekjes over de kustvaart
en de Appingdammer Bronsmotorenfabrieken
van 1907 tot 1957. Volgens mij zijn die nog van de
fam ilie De Vries.
Twee gebeurtenissen die ik niet snel zal vergeten
hadden te maken met onze leraa r metaa l meneer
De eerste klas Werktuigkundige Theoretisch (WT) van de School voor Scheepswerktuigkundigen, 1965/66.
Vlnr. De Jong, Helders, onbekend, Ruitenberg, onbekend, onbekend, Groenendijk, Schoenmaker, Tehussa,
Op den Weegh, Groothedde, Veld, onbekend, Hoekerd, meneer Bresser, Westra . (Collectie auteur)
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 141
11 Bresser. Geen voornaam, die wist je helemaal niet.
Nee, allee n meneer Bresser. De ene gebeurtenis zal
in mei 1965 plaats hebben gevonden. Het ging om
een tentoonstelling over de Tweede Wereldoorlog,
in de Bethlehemse Kerk aan de Sassenstraat.
Met meneer Bresser zijn we daar heen geweest. En
hij ontmoette daar iemand die hij niet kende,
maar al pratend kwamen ze er achter dat ze beiden
in hetzelfde ‘verzet’ hadden gezeten. In die tijd
wist men kennelijk niet wie wie was, te gevaarlijk.
Wat bleek: meneer Bresser bracht ergens iets naar
toe en de man die hij tijdens de tentoonstelleng na
zoveel jaar weer ontmoette, bracht het vervolgens
weer ergens anders naar toe.
Een bijzondere en emotionele ontmoeting. Niet
lang na die tentoonstelling overleed meneer Bresser.
Hij was een geliefde leraar. Heel ontroerend was dan
ook het afscheid. Een grote stoet van leraren en leerlingen
begeleidde deze bijzondere man naar zijn
laa tste rustplaa ts op Kranenburg. Dat maakte heel
veel indruk op je, want je wist dat hij niet meer terug
kwam en ons nooit meer ui tleg zou geven of dingen
voordoen en je vaderlijk toespreken.
Leraren en auto’s
Leraren en auto’s, dat was ook geliefd onderwerp
op school. Zo reed Cor Luit, de kleine gymleraar,
in een hele grote Amerikaan. Ik heb een verhaal
gehoord, niet zelf meegemaakt, da.teen groep jongens
zijn auto hebben opgetild, vervolgens op een
paa r houten balken hebben gezet. Toen hij onder
veel belangstelling al zwaaiend weg wilde rijden,
kwam hij geen meter vooruit. En dan had je Johnny
van Woerkom met zijn prachtige Fords of
Opeis, nu antiek, toen al prachtig om te zien.
Brink, de jonge leraar Engels, kocht elk jaar een
nieuwe Diane (Luxe Eend), in alle kleuren kan ik
me nog herinn eren: oranje, groen, blauw en rood.
Later heb ik meneer Brink nog wel eens gesproken
en hij vertelde mij dat hij het toch wel bijzonder
vond les te geven aan een stelletje jongens dat wel
van wanten wist (hij bedoelde de jongens die al
hadden geva ren ). Hij kwam er al snel achter dat
zijn manier van lesgeven voor ons jongens niet
even va nzelfsp rekend was. Hij vond ons lastig,
maa r niet brutaa l. We wisten precies hoever we
konden gaan.
~b ~ L l:. ,,Jri
st1~,.,l
‘)\,i,rrl-
H.D 8,,.,, 1J . sed,e k’e lel
Tekening van een hoge druk Babcock en Wilcox sectie ketel uit het schooldictaat
‘Ketels’ van Albert Veld, tweede klas Werktuigkundige Theoretisch (WT) van de
School voor Scheepswerktuigkundigen, 1966/67. (Collectie auteur)
11-
142 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Voetbalteam School
voor Scheepswerktuigkundigen.
De foto werd
genomen op het
Gemeentelijk Sportpark
aan de Ceintuurbaan.
Staand vlnr.: N ijkamp,
De Groot, Van der
Veen, Schoenmaker,
onbekend. Zittend vlnr.:
De Vries, De Jong, Van
Asselt, Borst, Hoekerd,
Post, Veld. (Collectie
auteur)
Een andere bekende figuur was Nieuwenhuis,
de conciërge, beter bekend als ‘Joepi e’. Hij was een
belangrijke man op school, daa r kon geen directeur
Van Welzen, of de onderdirecteuren Luiten
(de houtbewerking leraa r) of Heida (Engels/
ederlands) tegen op. En je had altijd met hem te
maken, voora l als je klassenve rtegenwoordiger
was. Je moest pasjes bij hem halen om veroorloofd
te laat aanwezig te zijn, omdat je van ve rre moest
komen en je zo vroeg van huis moest.
Teun van der Veen
og een greep uit de legendarische leraren. In de
schakelklas van de UTS kreeg je vrij tekenen en
recl ameschilderen en dergelij ke van ni emand
minder dan Teun van der Veen, de bekende Zwolse
kunstenaar. Geweldig, wat kon die man tekenen,
een les bij hem volgen dat was letterlijk en
figu urlijk een feest. Van Sattler heb ik mijn eerste
interesse voor geschiedenis overgehouden. Wat
kon die man prachtig vertellen en wat moesten we
pennen, hele dictaten over het socialisme, communisme,
li beralisme, Mao en alle andere zaken
die hij belangrijk vo nd. Jammer dat ik dat niet heb
bewaard.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 143
11 Als je in staat was iets te snappen van de wiskundelessen
van Futse laa r, no u dan was je een
bolleboos. Over driehoeken , gelijkvo rmigheid en
all erlei bewij zen. Bij mij ging af en toe het licht
helemaal uit.
Prettige herinneringen
Het was een p rachtige peri ode, die schooltijd op
de UTS en de School voo r Scheepswerktuigkundige
n. Je werd er gevormd en je ve rdere leven kon je
er behoo rlijk op te ren. Waarden en no rmen wa ren
toen gemeengoed.
Tegenwoordig schijnt het iets bijzonders te
zijn. Pre ttige herinneri ngen heb ik aan al die leraren,
die het goed met je voor hadden. Je bent jo ng
en af en toe dwa rs, maa r we wisten wel hoe ver we
ko nden gaa n.
Na deze school ben ik terecht gekomen bij de
Koninklij ke Marin e, daa rna bij de IJsselcentrale in
Henge lo en in 1976 overgeplaa tst naa r de IJssel-
centrale in Harculo en toen was de cirkel weer
rond. Vanaf die tijd wonen we in Zwoll e.
De liefde voor geschiedeni s, die men eer Sa ttler
aan mij heeft overgedrage n, is gebleve n.
Geschiedenis in het algemeen en de laa tste ja ren
de plaatselijke geschiedenis. Lezen over Zwolle,
in dat prachtige boek van Jan ten Hove of in de
boeken van Bert Evenboer, Willem van der Veen
(de zoon van), Ach lieve Tijd en als De dag van
Gisteren en Zwolle mijn Stad. Boeken over het
Oude Eil and, Gedane Zaken van de Hogenkamps.
En n atuurlijk ben ik lid van de Zwolse
Histori sche Vereniging.
Regelmatig ben ik te vinden bij Waa nders en
de Slegte of op boekenmarkten , om iets over
Zwolle te kopen. En de laa tste twee jaa r volg ik de
Zwolse Taal en Cultuur cursus bij Minke Kraa ij er.
Zeg maa r mijn Zwolse inburge rin gcursus.
Want Zwolle is, na een geweldige schoolperiode
van 1964 tot 1968, alweer va naf 1976 mijn Stad.
De tweede klas Werktuigkundige
Theoretisch
(WT) van de
School voor cheepswerktuigkundigen,
1966/67. Staand vlnr.:
Ruitenberg, Veld, Op
den Weegh, Duikers,
Westra, Roelofs, Telussa,
Helders, De Jong,
Schoenmaker. Zittend
vlnr.: Schrier, Boonstra,
Meeuwes, De Vries,
Groothedde, Groenendijk,
Hoekerd. (Collectie
auteur)
11-
144 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Willem van der Veen
Ans Stroink in haar glorietijd,
vlak voor de
Tweede Wereldoorlog.
(Collectie Vis)
De Zwolse Nachtegaal
Ans Stroink: een van ’s lands beste zangeressen
Een bijzonder muzikaal talent ontlook aan
het begin van de twintigste eeuw in de
omvangrijke familie van Doyers en
Stroinks, die in een voorgaande aflevering van het
Zwols Historisch Tijdschrift figureerde. Ans
Stroink heette ze en ze werd in 1898 in Zwolle
geboren . Johan Doyer kon daarom in zijn onlangs
gepubliceerde jeugdherinner in gen nog geen aandacht
aan zijn achternichtje besteden, want hij
beschreef zijn mémoires tot 1885. Maar Ans
Stroink verdient zeker een apa rt verhaal in dit
blad.*
Zoals het publiek aan het einde van de negentiende
eeuw de wereldbefaamde Jenny Lind de eretitel
‘de Zweedse Nachtegaal’ had gegeven, zo werd de
jeugdige Ans een kwart eeuw later bedeeld met
een koosnaam die veel leek op die van de Zweedse
sopraan: de Zwolse Nachtegaal.
Tientallen jaren heeft Ans Stroink als stralende
mezzosopraan een belangrijke rol gespeeld in het
Nederlandse muziekleven. Dat haar naam in de
vergetelheid is geraakt, terwijl vocale evenknieën
als Jo Vincent en Gré Brouwenstein in de herinnering
voortleven, ligt ni et aan haar talent, maa r aan
het misfortuin dat zij al op 44-jarige leeftijd – vlak
na de oorlog – wegens gehoo rstoornissen haar
carrière als concertzangeres moest afbouwen.
Daarna bleef zij de muziek nog tientallen jaren
dienen als lera res aan het Amsterdamse conse rvatorium.
Vooruitstrevend als zij was, kon zij het
Nederlandse muziekleven in deze func tie zelfs
nieuwe impulsen geven.
De oude concertzaal van de nege ntiende-eeuwse
schouwburg Odeon – een nogal aftandse, in 1959
afgebroken pijpenla – was de plek waar Ans
Stroink voor het eerst op het podium stond. Dat
gebeurde in 1916 tijdens de jaarlijkse avond van
de Zwolse Gymnasiastenbond, waarvan zij als
achttienjarige lid was. De Zwolse Courant wijdde
er uitgebreid aandacht aan. De recensent was best
te spreken over haar aandeel: ‘Wij hebben zeer
genoten van de zang van Annie Stroink. Zij heeft
een hele mooie stem en een hoogst muzikale voordracht.

11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 145
11 Het meisje Annie of Anna, later Ans geheten,
kreeg muziekles van haar grootmoeder Anna
Piquet-van Kleef, ook verwant aan de DoyerStroink
familie. In haar geboorteplaats kreeg Ans
al spoedig haar flatteu ze bijnaam ‘de Zwolse
achtegaal’ en gaf zij regelmatig concertjes in
Zwolse zalen en kerken. Dat blijkt onder meer uit
een verslag in de Zwolse Courant van een optreden
in 1919 in de doopsgezinde kerk. De scribent stelde
vast dat de 21-jarige Ans Stroink haar eretitel
ten volle waa rd was.
Groot talent
Haar zangtal ent was te groot voor het zo nietige en
wat ingeslapen Zwolle. Ze ging studeren aan het
Amsterdamse co nservatorium – het meest vooraa
nstaande van het land – bij befaamde leraren als
Jos Tijssen en Jac. van Kempen. Ook de bekende
componist Hendrik C. van Oort, eveneens leraar
aa n het conservatorium, had een hoge dunk van
Ans Stroink. Hij schreef een aanbevelingsbrief,
waarin de vo lgende zin snede voorkomt: ‘Ondergetekende
bevee lt mejuffrouw Stroink met warmte
aan voor het geven van concerten. Zij heeft een
mooie stem en weet ook als artieste indruk te
maken.’
In 1923 kreeg ze haar getuigschrift met lof uit
handen van Julius Röntgen, de beroemde componist,
directeur en een van de oprichters van het
con ervatorium. Hij schreef: ‘Zij is een voortreffelijke
zangeres die ik aan alle concertbesturen en
verenigin gen met warmte kan aanbevelen .’
In de tussentijd trad Ans Stroink al met succes
in verschillende ederlandse steden op. Vele critici
waren het er over eens dat deze mezzo-sopraan
een bijzo ndere allure vertoonde en in verscheidene
facetten van de voca le kunst niet te overtreffen
was. In recitals werd ze vaak begeleid door de eerder
genoemde Julius Röntgen, maar ook door een
jonge pianiste, Lien Vitringa geheten, die evenals
zij Zwolse van geboorte was en samen met haar op
het gymnasium had gezeten. Lien was een dochter
van dokter C.L. Vitringa, een bekende huisarts in
de Overij sselse hoofdstad. Ook zij toonde haar
muzikale talent al vroeg, ging piano studeren aan
het Utrechtse conservatorium en vervolgde haar
studie in Parijs. Tot op hoge leeftijd was Lien
Vitringa, die in Bilthoven woonde, actief als lera res
en begeleidster.
Baanbrekend
Ans Stroink, die inmiddels door haar huwelijk als
Ans van der Bilt-Stroink bekend was geworden,
verrichtte in Nederland baanbrekend werk. Zij
vertolkte onder meer muziek van ni euwe Slavische
componisten als Moussorgsky en Strawinsky,
di e zij in het Russisch vertolkte, alsook Sibelius,
die zij in het Fins ten gehore bracht. Zo werkte zij
in 1925 in het Concertgebouw mee aan de eerste
concertuitvoering van
Moussorgsky’s opera
Boris Godounov, samen
met een aantal buitenlandse
solisten van
naam. In een recensie in
een van de landelijke
dagbladen stond:
‘Vooral Ans van der
Bilt-Stroink viel op
door haar muzikaliteit
en begrip voor de rol.’
Anna Piquet-van Kleef
Detail uit een foto van
een muziekgezelschap
in 1875. De volledige
foto stond afgedrukt in
het Zwols Historisch
Tijdschrift van december
2006, dat aan de
Jeugdherinneringen van
Johan Doyer gewijd
was. Anna Piquet zou
haar kleindochter Ans
Stroink later muziekles
geven. (Collectie HCO)
De in Zwolle geboren
Lien Vitringa begeleidde
haar vroegere schoolgenoot
dikwijls op de
piano. (Uit: Zwolse
Courant, 16-7-1983)
11-
146 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Het geboortehuis van
Ans Stroink, ‘De Spiekennand’,
de winkel
van haar vader, Jan
M.D. Stroink, op Diezerstraat
17. In de deuropening
staat haar
oom, medefirmant
Johan Th . Stroink.
Tegenwoordig zit hier
de koffiecorner van de
Hema. (Collectie P.
Jonkers-Stroink)
Ans Stroink met haar
broer en zussen in 191 7.
Vlnr.: To (Cato
Koning-Stroink), Jan
(laan Herbert Herman),
Ans (Catharina
Anna van der BiltStroink),
Saar (Sara
Johanna), Co (Jacoba
van den BerghStroink),
Truus (Geertruid
Kooi-Stroink).
(Collectie P. JonkersStroink)
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 147
11
Onda nks haa r s ti jge nde roe m die haar ove r d e
g re n ze n brac ht, ve rl oo r zij h aa r ge boortesta d
Zwo ll e ni e t uit he t oog. Dat blijkt uit ee n Zwol se
Courant va n 1925. Daari n s t o nd ee n recensie van
haar o ptred en in Odeo n vo or d e Alliance França ise
. Haa r bege leid er aa n d e pia n o was Co r Ponte n,
d e in Zwoll e legend arische toonkunstenaar.
A nd e re optred ende n van di e avo nd waren E. va n
Reed e en M.M. T ie bout.
In d a t ze lfde jaar kreeg An s sa m en me t haa r
begele id ste r Lie n V itr in ga h aa r ee rste optre d en
voor de rad io, ee n m edium dat in di e tijd n og
h oogst o ngewoon en m et ro ma n tiek omgeve n
was. Het was ee n reek s so lo recit a ls die d oo r midd
el va n e th ergolve n h et lan d werd en in gest uurd
en die minn aa rs va n voca le kunst m et hun o r en
aa n d e dikwijls krake nde luid spreke rs d ee d kl even.
Voora l in het beg in va n d e jaren d e rti g zon g
z ij regelm a ti g voor de microfoon s in Hilversum
e n voerd e d aa r hee l bij zo nd e re programma’s uit,
som s in due t m e t H é lèn e Lud o lph, een ander e
beroemdheid uit di e j a ren . Meestal werd Ans
Stro ink bege le id door de Duitse comp o nist en
diri ge nt Wi lh elm Rettich, di e voor d e n az i’s na ar
Ned erl a nd was gevlu c ht.
Veelzijdig
Ans Stroink stond in he t mu ziekl even van h et
vooroorl ogse Ne d erl and bekend o m haar veelzijdi
g h eid. Met h aa r o pvallend grote stembereik kon
ze ee n di epe a lt z in ge n , m aar oo k ee n hoge mezzo sopraa
n . Bovendie n be hee rste ze ve r scheidene
ge nres . Ze ga f li ed e renrecitals, zo ng in o ratoria en
was ook actief als opera za ngeres . Hoofdrollen vert
o lkte ze in Wagner-opera’s, in Carmen van Bizet
en in Samson en Delilah va n Be rli oz. D e kenne rs
waa rd ee rd en h aa r voo rui tstreven de programm akeu
ze. Beke nd e co m pon ist en a ls H e nk Badings en
H e ndrik Andri esse n droege n we rke n aa n haar op.
Ook betoonde z ij zic h ee n a mbassadrice va n h e t
we rk va n a nd e re ed erl a ndse comp o ni s t en als
Alp ho ns D iepenbrock e n Piet Ke tting. Toen zij
a ri a ‘ s uit Lohengrin va n W agn er verto lkt e, oordeelde
d e destijd s gevr eesd e cr iticus Frieso Molen
aa r ove r haa r: ‘A ns va n d er Bilt -Stro ink is ee n
va n d e beste za nge r esse n va n dit mom e nt in o ns
la nd .’
■ ■ ■ ■
Nog ee n gr eep uit h et grote sca la van arti stie ke
uitinge n , waarm ee An s zich in de jare n twinti g e n
de rtig onde rsc h eidde. Ze zo ng bij v rijwe l all e gro te
orkesten in Ned erland, m et vo orop he t Co n ce rtgebouworkest
onde r W ill e m M e n gelb e rg, P ierre
Monteux e n Edua rd van Beinum . Ze trad op me t
in hun tijd befaamde soli st en als Jo V in ce nt, La u r
ens Bogtm an, Annie H e rmes, W ill em Ravelli ,
Herman Sc hey, Louis va n Tuld e r, Ruth H o m a en
Gré Brouwenstein. Ze was de ee rs t e di e Ru ss isc he
opera voo r d e rad io
li et hore n en n am
daarvoor speciaal
Russische les . H aar
commentaar daarop:
‘ H et voo rd eel is
dat er ni ets ve rloren
gaa t va n de kracht
en beklemtonin g
va n het li ed.’ Om die
red en zo n g zij Sibeli
u s ook in de oor spronke
lijke, Finse
ta al.
Ruth Horna, Gré Brouwenstein
en Ans Stroink
in Mozarts opera ‘Die
Zaüberflöte’, 1939.
( Uit: Zwolse Courant
16-7- 198 3)
Ans Stroink in de tijd
dat z ij d e bijnaam ‘De
Zwo lse Nachtegaa l’
kre eg. (Collectie Vis )
11-
148 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Ans Stroink, in 1978
gefotografeerd in Bilthoven,
bij haar tachtigste
ve1jaardag. (Collectie
Vis)
Lesgeven
Als docente heeft Ans Stroink eveneens een
belangrijke bijdrage geleverd aan het Nederlandse
muziekleven. In 1926 werd ze reeds aangenomen
bij het Amsterdamse conservatorium, waarna in
1928 haa r aanstelling als hoofdlerares volgde.
Deze functie ve rvulde ze vijfentwintig jaar achtereen
tot de pensioengerechte leeftijd in 1963. Ze
vond het hee rlijk om haar gaven aan anderen door
te geven. Daarom had ze tot haar tachtigste jaar
nog verscheidene privé- lee rlingen.
De oorlog betekende een breekpunt in haar
concertca rrière. In 1978 bij haar tachtigste verjaa
rdag zei ze ervan: ‘Er begonnen zich tekenen
van li chte doofheid te vertonen en dat werd langzamerhand
erger. In een concertzaal moet je jezelf
honde rd procent kunnen horen. Zingen is zenuwenwerk.
Je moet er precies op het juiste moment
zijn. En dan ook goed!’
De mooiste zalen vo nd zij destijds de Hannonie
in Groningen en de concertzaal in Haarlem.
En de grote zaal van het Conce rtgebouw in
Amsterdam dan, waar ze regelmatig optrad?
‘Dat is niks. Daar sta je als een roepende in de
woestijn … ‘
Ans Stroink werd heel oud. De Zwolse achtegaal
van weleer overleed in 1994 op 96-jarige leeftijd
in Bilthoven.
Ans Stro in ks officiële naam luidde: Cathari na
Anna. In de fam iliekring werd ze meestal Annetje
genoemd.
De Jeugdh erinneringen va n Johan Doyer werden in
het ZHT23 (2006) nr. 4 gep ubliceerd.
Bronnen
Archief van dr. Pieter Vis te Houten
Zwolse Courant
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 149
11 Een ongewoon transport
Verslag van een bijzondere speurtocht
Lange tijd heeft mij een aantal foto ’s uit de
coll ectie van het Historisch Centrum Overijssel
geïntrigeerd. Op de foto ’s is te zien hoe
containers ui t Groot Brittann ië in de Zwolse
haven bij de Diezerkade ve rladen worden. Hoe
zijn die Britse co ntainers nu in Zwolle verzeild
~ –
… ,
‘ 1 1
geraakt en wat zou er in gezeten hebben. Die vragen
hebben mij jaren beziggehouden. Van mijn
speurtocht daarnaar doe ik in dit artikel verslag.
We zien op de foto ’s het verladen van conta iners
tussen een binnenvaa rtschip en wagons van
de Dedemsvaartse stoomtram aan de ste iger bij de
Peter Badcock
r
Een van de foto’s die de auteur hevig intrigeerden. Omdat de afbeeldingen ongeveer hetzelfde zijn, zijn er bij dit artikel maar twee daarvan
afgedrukt; hier en op pagina 151 . De containers werden met hulp van menselijke spierkracht vanaf het spoor op de juiste plek in het
schip getakeld. Op de achtergrond is de Diezerkade te zien. Ui terst rechts op het chassis van de goederenwagen tussen de spoorbeambte en
de scheepsmast staat het getal 04. Dit zijn de laatste twee cijfers. Het volledige nummer van de wagen was Hl 04, 1931 . (Collectie HCO)
11-
150 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 De steiger van de
Dedemsvaartse Stoomtra
mwegmaatschappij
(DSM). Links is het
goederenstation van de
DSM te zien aan het
Blekers wegje, 1914.
(Uit: Zwolle als industriestad
in 1914)
Brink in Zwolle. Maar wat zat er in de containers’
Waar zijn ze vandaan gekomen? Wat was
hun bes temming? De foto ’s zijn ongeveer tachtig
jaa r geleden gemaakt. Enkele fotografen vonden
het blijkbaar toch de moeite waard om dit tafereel
vast te leggen. In Zwolle bestond het vermoeden
dat het turfprod ucten zouden zijn op
weg naar Engeland. Vreemd, want ook daar zijn
uitgest rekte turfgebieden in het ooste n. H.F. van
der Gri endt, nazaat van de bekende turfstrooiselfamil
ie, vond in 2002 dat verhaal onwaarschijn lijk.
Containe rs werden (en worden) voornamelijk
gebruikt voor tran spo rt van hoogwaardige,
tijdgevoelige lad in gen die tevens kwetsbaar zijn
bij het verladen. H.D.J. Krikke, lid van de Historische
Vereniging Avereest, had het vermoeden
dat het iets te maken had met een lading NoordEngelse
naa i- en breimachines op weg richting
Dedemsvaart. In 1925 vond een flin ke uitbreid
ing plaats van het Dedemsvaartse texti elbedrij f
Dela na dat wollen goederen fabr iceerde. Maar
het archief van dat bedrij f is helaas verloren
gegaa n, zodat dat vermoeden niet meer bevestigd
kon worden.
Dedemsvaartse Stoomtram
In 1809 werd in Hasselt de eerste spade in de
grond gestoken voor de aanleg van de Dedemsvaart.
Bij de opening van de taatsspoo rlijn Zwolle
– Meppel in 1867 werd een station gebouwd bij
de overgang over de Dedemsvaart, d icht bij de
Lichtmis en met de naam ‘Dedemsvaart’ . Het sta tion
was voorzien van faci liteiten voor het verladen
van zwa re ladingen, bij voorbeeld balen turfstrooisel.
Dr. J.G.C. van de Meene heeft teken ingen
van het emplacement in zijn bezit uit zowel 1912
als 1937 waarop een loopkraan staat in getekend.
De achttien kilometer afstand naar Dedemsvaart
dorp werd overbrugd door de Dedemsvaartsche
Stoomtramweg-Maatschappij (DSM). De DSM
koos voor een spoorbreedte van 1067 mm en
opende in 1886 lijnen vanuit Avereest (Dedemsvaart
dorp) naar Heemse-Hardenberg en
Dedemsvaa rt SS. In 1895 legde de D Meen brug
over de Vecht in Berkum. De spoordijk is nog
altijd zichtbaar als een zijtak van de Maatgravendijk
tegenover de Berkumer kolk. Op die manier
werd Zwolle bereikt, met eindbestemming de
Vlasakkers voor reizigers en het Blekerswegje voo r
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 151
11 goederen. In het stadsverkeer (langs de Thomas a
Kempisstraat) waren de trams verplicht niet harder
dan stapvoets te rijden en bovendien liep er
voor de tram iemand met een luid klinkende bel.
iet all een het vervoer van personen, maar
ook dat van goederen en in het bijzo nder van turf
nam bij de DSM een belangrijke plaats in . Zo ontstond
een net met takken naar Coevord en (1897),
Hoogeveen (1905 ), Klazienaveen (1904) en Ter
Apel ( 1907) en, via dikwijls haa tliefde re laties met
zusterondern emingen, ook naar Meppel, Emmen,
Assen en, vanaf 1925, naar di verse plaa tsen in
Oost-Groningen. Het ro llend materieel bevatte
goederenwagens, ondermeer een aantal platte
zogeheten rongenwagens waarop deze contain ers
vervoerd werden, doorgaans met een lengte van
negen meter, maar enkele ook van twaalf meter.
Op de foto (zie afbee lding) zijn de cij fers 04 te
lezen, namelijk op het chass is van de wagen tussen
het hoofd van de spoorbeambte en de scheepsmast.
De eerste karakters zijn echter niet zichtbaar
door de schad uw van de scheepsmast. We hebben
hier te maken met wagen Hl04: ee n nege n meter
lange, twaalf tons rongenwagen op draaistell en,
geleverd door Pennock en in dienst gesteld in
1912. De DSM had in totaal 114 rongenwagens
van diverse leveranciers voor vervoer van turf,
evenveel als alle overige goederenwagens tezamen.
Trams reden af en aan naar de Diezerkade in
Zwolle, waar vele turfschepen lagen te wachten
om de toen zo belangrijke brandstof naar het westen
te vervoeren . In Holland gebruikte men de
turf ook voor de bollenvelden. Rond 19 l O werd
het zo’n gedrang dat de DSM plan nen ontwikkelde
voor een speci ale steiger in de gracht. De
gemeente Zwolle verklaa rde zich in 1912 bereid
ee n ho uten lossteiger met twee sporen te bouwen,
die door de DSM gehuurd werd. De Maa tschapp ij
moest bovendien in het onderhoud bijdragen.
Drie portaalkranen werd en gebruikt voo r het
overladen van de turf en balen turfstrooisel. De
portaalkranen werden niet gebruikt voor het verladen
van deze containers. Misschien waren die te
zwaar. Een baal turf of strooisel woog circa een
halve ton. Bij het overtak elen van co nta iners
maakte men gebruik van de giek van het schip.
De stoomtram mag dan in o nze ogen een vervoerm
iddel zijn waar je met enige nostalgie aan
terugdenkt, snelheidsduivels waren het zeker niet.
Over de afstand van Dedemsvaa rt dorp naa r
Het verladen van de
Engelse containers aan
de steiger hij het Blekerswegje.
Linksachter
is nog een stukje van de
huizen op de Brink te
zien, 1931 . (Collectie
j.H. S.M. Veen)
11-
152 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
Slechts een paar spoorstaven
van het voormalige
goede renstation van
de Dedemsvaartse
Stoomtramwegmaat schappij
(DSM) in het
wegdek va n het Blekerswegje
herinnert Zwo lle
aan de stoom tram , die
in de eerste helft va n de
vo rige eeuw voor plattelandbewoners
het ve rvoe
rsmidd el bij uitstek
was om snel in de grote
sta d te komen . (Foto
redactie )
Z woll e d ee d me n ee n kleine tw ee uur, dikwijls met
vertraging. Personen- en goederenvervoer reden
doorgaans geco mbineerd in dezelfde tram. De
stoomtram bestond, naast de locomotief, meestal
uit een personenwagen en twee goederenwagens.
Het goede renvervoer werd waar mogelijk met
afzo nd e rli jke goe derentrams uitgevoerd, mede
omdat reizigers klaagden over h e t opontho ud
onderweg door het laden en lo ssen van stukgoed
en het rangeren van wagenladingen. De officiële
toegestane snelh eid werd pas in 1925 verhoogd tot
35 km / u (10 à 20 km / u in de bebouwde ko m ) ,
maar h et was al te laat om nog succesvol te conc
urrere n tegen a ndere vormen va n vervoer. De
moeilijkheden ten gevolge van de Eerste Wereldoorl
og konden in de jaren twintig nauwelijks worden
overwonnen. Toen dan ook in 1929 de
were ldrecess ie uitbrak ging het met de DSM,
evena ls met ve le zusterbedrijven, snel bergafwaarts.
Het aantal personeelsleden moest inkrimpen
van 19 7 in 1927 tot 127 in 1934. Het vervoer
van turfstrooisel en andere massa goederen naar
Dedemsvaart SS en Zwolle liep hard achteru it.
Hoewel het personenvervoer lijn voor lijn in de
periode 1933-1935 compleet werd verbust ( de
eigen autobus wa s ander h alf à tweemaal zo sn el )
bleef het goede renvervoer per tramspoor voorlopig
nog wel rendabel. Na ee n korte op leving tij-
■ ■ J;c elk. :Djn bnto wemsohcn
i.e.o..la Tc.rvuld, \”‘

Lees verder